Hans Vervoort
Een gedegen statistische analyse kun je het niet noemen, het vergelijken van twee Nederlandse en drie Amerikaanse romans.
Wie weet worden er in Amerika jaarlijks duizenden introverte werkstukken door uitgevers geweigerd en in Nederland honderden wilde aanvallen op de maatschappij.
Maar laat ik niet zeuren en terwille van de discussie aannemen dat Anbeek gelijk heeft in zijn beschrijving van het verschillend karakter van de Amerikaanse en Nederlandse literatuur.
De verklaringen liggen voor de hand:
1. In Nederland zijn de sociale tegenstellingen al heel lang verkleind tot het knokken om een procent minder méér. Voor de grote protestroman is in zo'n sociaal klimaat geen plaats meer, de Amerikaanse schrijvers profiteren dus van de achterstand van hun land. Leuk voor hen, jammer voor de Nederlandse schrijvers, maar je moet wàt over hebben voor de vooruitgang.
2. Nederland is in internationaal verband onbelangrijk, het taalgebied is klein, de kans op vertalingen gering. Dat geeft weinig inspiratie om nu eens stevig uit te pakken over het wereldleed, niemand ziet zichzelf graag als een klein driftig baasje dat een vuistje schudt en onbegrijpelijke keelklanken uitstoot.
3. Nederland is één groot dorp. Wie iets te protesteren of te theoretiseren heeft kan kiezen uit diverse mogelijkheden om aller aandacht te trekken: demonstraties, bezettingen, handtekeningenacties, gijzeling, het oprichten van een nieuwe partij.
Radio, tv, kranten, tijdschriften, opiniebladen zijn graag bereid om daar aandacht aan te besteden en wie in Nederland ècht iets belangrijks te melden heeft op politiek gebied krijgt via die snelle media alle kans.
In vergelijking daarmee is het schrijven van een boek een traag en technisch veeleisend middel. Maar weinig mensen kunnen van de ene dag op de andere goed schrijven en waarom zou je je al die moeite getroosten als het (geholpen door de vakmensen van die andere media) sneller kan?
Natuurlijk geldt ook in Amerika dat er een kortere weg is naar publiciteit dan het schrijven van een geruchtmakende roman. Maar door de grotere omvang van dat land (méér concurrentie) zal het een stuk moeilijker zijn om de nationale aandacht te krijgen die in ons dorp moeiteloos te verwerven èn te handhaven is.
En dan kan het toch weer de moeite waard worden om de langere weg van het schrijven van de protest-roman te kiezen.
Via deze selectie hou je in Nederland in het schrijvers-ambacht dus vanzelf een grote portie binnenvetters over van het ‘Moeder, ik ben niet gelukkig’-type.
Contact-stoornissen zijn het grote probleem van deze groep en dat kan inderdaad heel lastig zijn in een land met zóveel medemensen per vierkante kilometer.
Grofweg hebben we twee categorieën zielige schrijvers, de denkers (Academici) die zich sufpiekeren over zichzelf en elke gedachte,