effect dat dit type literatuur zou kunnen hebben in een bepaalde samenleving. Ook was ik erg benieuwd naar voorbeelden die zouden aantonen dat ‘actualiteit’ de leesbaarheid van een roman verhoogt.
Anbeek heeft zijn persoonlijke voorkeur, die hij met anderen bleek te delen, opgeblazen tot de zwaarwichtigheid van een vergelijking tussen Amerikaanse en Nederlandse romans. Het was eerlijker geweest wanneer hij zijn voorkeur en afkeer rechtstreeks had toegelicht.
Al gaat Anbeek er verder niet op in waarom de roep om meer ‘actualiteit’ in een roman gerechtvaardigd is, ik wil toch enkele redenen opnoemen waarom ik die eis overbodig en zelfs verwerpelijk vind.
Voor mij wordt literatuur pas interessant door de verrassende uitwerking van een onderwerp en niet door het onderwerp zelf.
Literatuur is fictie, je reinste bedrog. Ik weet dat ik niet de eerste ben die dit verzint maar het blijft waar: een schrijver bouwt een eigen wereld op, een alleen door hem gestuurd universum. Dit universum kent hij eigen normen en waarden toe. Maar wat ziet de lezer? Door een woud van bedachte landschappen, steden en huizen, met daarin personages die allerlei dingen beweren en die elkaar van alles aandoen, doemt voor hem een figuur op: de schrijver. Dat wat de lezer voorgeschoteld heeft gekregen en voor korte tijd een eigen leven is gaan leiden, was de visie van de schrijver. Nadat hij zich door een wirwar van opzettelijk aangebrachte valkuilen en vangnetten heeft heengeworsteld, is de lezer getuige van de emoties van deze schrijver en niet langer meer van die van zijn personages.
Een andere weinig oorspronkelijke mededeling: Een eeuwige bestseller als Max Havelaar ‘gaat’ niet over de uitbuiting van Indiërs, Madame Bovary ‘is’ geen kritiek op het leven van de bourgeoisie in de vorige eeuw. Niet de ‘actualiteit’ boeit nog na meer dan een eeuw, maar dat wat blijft. Havelaars woede blijft, al betrekt de hedendaagse lezer deze noch op Indonesië, noch op Uruguay maar op zijn machteloze kantoorbaan. Bovary's wanhoop en walging blijven, en dat niet alleen bij huisvrouwen. Primaire menselijke drijfveren en eigenschappen, terugkerend gedrag. Steeds weer: liefde, dood, angst, vernedering en woede. Om die steeds weer te herkennen, daar lees je toch boeken voor?
Natuurlijk is ook dit geen nieuwtje: ook kasteelromans gaan hierover. Maar dit bewijst nog eens te meer dat de lezer steeds op zoek zal blijven naar de sublieme uitwerking van blijvende onderwerpen. Het is de ‘stem’ van de schrijver die bijblijft. Zijn unieke stijl en structurering van de roman doen een unieke inhoud het licht zien. Schrijven is vormgeven van ideeën, verdienstelijke ideeën alleen kan een lezer op vele andere plaatsen vinden dan in romans. De roman Honderd jaar eenzaamheid van Marquez lezen veel mensen in één ruk uit. Dit komt niet doordat de lezer na enige bladzijden ontdekt dat de roman over militaire regimes gaat, hoezeer dit hem ook treft, en ook niet doordat hij eindelijk iets begint te begrijpen van de ingenieus samengestelde familieverhoudingen. Het is de verbijsterende manier waarop Marquez de ene zin na de andere weet te plaatsen, een dik boek lang, die dit veroorzaakt. Romans die over ‘niets’ gaan kunnen onvergetelijk zijn, romans die kersverse actualiteit behandelen evengoed.
Maar moeten we ons dan niet teweer stellen, roept Anbeek nu, tegen die boze donkere wolk die boven Nederland hangt? Tegen de groeiende werkloosheid, woningnood, tegen het spook van racisme en neofacisme, tegen potenrammers en messentrekkers, tegen De Bom die onafwendbaar lijkt te naderen?
Natuurlijk wel. Maar fictie is wel het laatste middel dat daarvoor in aanmerking komt. Want fictie was bedrog. Wanneer een schrijver zijn hoofdpersoon de meest weerzinwekkende racistische vooroordelen laat uitkramen kan hij dit doen om zijn lezers te waarschuwen tegen een maatschappelijke