Bart Tromp
Het ontbrekende genre
Ik heb The World According to Garp niet gelezen. Good as Gold heb ik na bladzijde 80 teruggezet in de boekenkast (hoewel het zelden voorkomt dat ik een boek waarin ik begonnen ben niet uitlees). Jailbird heb ik niet gelezen en ik zal dat ook niet gaan doen. De romans die ik van Vonnegut ken vond ik flauw, gewild en niet naar meer smaken. Daar staat tegenover dat ik noch Een vlucht regenwulpen, noch Opwaaiende zomerjurken heb gelezen. Ik ben ook niet voornemens dat alsnog te gaan doen.
Hieruit valt af te leiden welke de kwalificaties zijn waarmee ik op het artikel van Anbeek reageer. De vijf romans die hij ter adstructie van zijn betoog aanvoert, lijken mij op een willekeurige selectie te berusten, maar dat doet er niet zoveel toe. Want het staat voor mijn gevoel vast dat een heel precieze vergelijking tussen de Nederlandse en de Amerikaanse (of voor mijn part Engelse) romantraditie in grote lijnen tot hetzelfde soort commentaar aanleiding zou geven als wat Anbeek nu geeft.
In dat commentaar stelt Anbeek de zaak waar het om zou gaan niet zuiver. Niet dat de actualiteit, het straatrumoer zo weinig doorklinkt in de meeste Nederlandse romans lijkt mij de kern van het probleem te zijn, en evenmin de recensie-politiek van de Nederlandse dag- en weekbladen. Mijn diagnose luidt eerder dat waar Anbeek op wijst zonder het met zoveel woorden te zeggen dit is: het ontbreken van de publieke dimensie in de meeste Nederlandse literatuur. Ik zal proberen te verduidelijken wat ik hiermee bedoel. Alle moderne literatuur beweegt zich tussen de polen van de publieke en die van de privé-sfeer. Het maken van het onderscheid tussen literatuur die gericht is op de ene en die welke gericht is op de andere pool is heel lastig, als men dit in abstracto zou moeten doen, en daarom zal ik proberen het onderscheid door middel van voorbeelden te verduidelijken.
Publieke romans bij uitstek zijn dan, bij voorbeeld, de meeste romans van Balzac, van C.P. Snow, van Tolstoi, Dostojewski en Solzjenitsyn; van Melville, Stendhal, Trollope, Pynchon, Zola, Dickens, Marquez, Grass en Mailer. Exemplarische schrijvers van romans in de privé-sfeer zijn, bij voorbeeld, Jane Austen, Proust, Iris Murdoch en Updike. Vanzelfsprekend is het onderscheid niet waterdicht. Flaubert, Graham Greene, Evelyn Waugh, John Barth, Thomas Mann, Joyce, Kafka en Canetti: allemaal schrijvers die veel dichter bij de publieke dan bij de privé-pool van dit continuüm staan; Nabokov, een heel moeilijk geval; Doris Lessing, Saul Bellow, Bernard Malamud en Margaret Drabble, die meer naar