naar roem en poen.
In onze tijd dreigt elke beroepsuitoefening te ontsporen of te ontaarden door de uitbundige nadruk op het loon, gepaard aan weerzin tegen plicht, plichtsbesef en plichtsbetrachting.
Hoe staat het nu met onze fiscus? Hun terminologie klinkt niet aangenaam. Zij spreken van een aanslag die zij plegen op inkomen en bezit. Van wieg tot graf zijn wij voor de fiscus schuldigen, ook wanneer wij zojuist betaald hebben. Ook wanneer wij overleden zijn. Dan juist. En wanneer wij ons bij het betalen niet spoeden, dan zenden zij ons een dwangbevel. Bevel is niet voldoende. Zij stellen zich dus vijandig op. Men kan ze van het lijf, maar niet te vriend houden. Het is niet prettig om levenslang als aspirant-fraudeur beschouwd te worden. Maar woorden zijn nog geen daden. Waar gaat de fiscus in de fout? Niemand in ons land gelooft dat onze tollenaars omkoopbaar zijn, noch dat een te ijverige tollenaar betere promotiekansen heeft dan een rechtvaardige tollenaar. Keren wij terug tot de evangeliën. Op de vraag wat zij moeten doen om het eeuwige leven te beërven, antwoordt Johannes de doper: ‘Vordert niet meer dan U voorgeschreven is.’
Van hoeren en tollenaren die geloven, en dat doen blijkbaar de meesten zo niet allemaal, zegt Jezus dat zij ons zullen voorgaan in het koninkrijk der hemelen. Wat de hoeren betreft is er geen bezwaar want seks speelt ‘up there’ geen rol en zonder seks zijn hoeren veelal gastvrije vrouwen. Maar een iegelijk die na veel moeite en ontbering in de hemel aankomt en daar in het gretige gelaat van de fiscus kijkt, zal de schrik om het hart slaan bij het vermoeden dat het toch weer op de hel is uitgedraaid. In ieder geval is de lol er af.
Handelen onze tollenaars naar het voorschrift van de schrift?
1. De aanslag verhogen om te zien of de belastingschuldige piept. Piept hij dan krijgt hij, na veel vijven en zessen, eigen geld terug. Piept hij niet dan net zo lang doorverhogen tot hij piept of zelfmoord pleegt. Lijkt op de waterproef toegepast op eventuele heksen: Zinkt ze dan was ze onschuldig, sorry. Zinkt ze niet dan is ze een heks en moet dus verbrand worden.
2. Een toegegeven te hoge aanslag niet terugbetalen omdat het bedrag in de ogen van de fiscus niet de moeite waard is.
3. Op korte termijn eisen, maar lang treuzelen met terugbetalen.
4. Gemakkelijke gevallen (de fiscus weet alles al) de voorkeur geven boven het achterna zitten van moeilijk te achterhalen gevallen. Vandaar de miljarden zwart geld.
5. Onregelmatig tempo van de aanslagen, nu eens langzaam, dan weer snel, zodat mensen in de war raken.
6. Ingewikkelde formuleringen en berekeningen zodat zelfs wiskundigen een consulent nodig hebben, hetgeen de belasting aanmerkelijk verhoogt.
7. Onberekenbaarheid bij het toestaan van aftrekposten.
8. Onberekenbaarheid bij het toestaan van uitstel.
9. Betaling eisen van erkend veel te hoge aanslagen (bij voorbeeld f 30000 in plaats van f 3000) met het vooruitzicht dat het te veel later wordt terugbetaald.
10. Men hoort nooit iets goeds over onze tollenaars.
Laten wij het hierbij laten. Wat moeten wij hierbij denken.
Waar komen onze tollenaars vandaan?
In het Palestina van het begin van onze jaartelling waren de tollenaars collaborateurs in dienst van de Romeinen. Onze tollenaars zouden dus de nazaten kunnen zijn van de Spanjaarden die met Alva ons land binnengedrongen waren en wie het hier uitstekend beviel. Dat komt nog voor.
Ook zouden zij de nazaten kunnen zijn van de Engelsen die met Leicester hier de dienst kwamen uitmaken. Engelsen hebben er altijd