De Gids. Jaargang 143
(1980)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 333]
| |
Lloyd Haft
| |
[pagina 334]
| |
Tsjow Meng-tiè werd in 1920 in een boerengezin geboren. Zijn vader was al vóór zijn geboorte overleden. Er was voor Tsjow in zijn jeugd geen mogelijkheid om modern schoolonderwijs te volgen; tussen zijn elfde en zijn zestiende jaar kreeg hij wel privé-onderricht in de leer van Confucius en Mencius en in het klassieke Boek der Oden. Op zijn zeventiende ging hij eindelijk naar een openbare lagere school, waar hij binnen één jaar het diploma haalde. Hij was oorspronkelijk van plan een hogere opleiding te volgen, maar dit bleek, tijdens de Japanse bezetting en de daarop volgende burgeroorlog, onmogelijk. Als soldaat van het Nationalistische leger ging Tsjow in 1948 naar Taiwan. Na zeven jaar diensttijd verliet hij het leger om zich in Taipei als boekverkoper te vestigen. Zijn eerste dichtbundel, Eenzaamland, verscheen in 1959. Vooral na de publikatie van zijn tweede bundel, Het toverkruid (1965) heeft hij steeds meer erkenning gekregen als één van de vooraanstaande dichters van Taiwan. Zijn poëzie wordt gekenmerkt door een zware, steeds zeer ongewone beeldspraak. De beelden zijn opgebouwd aan de ene kant uit traditioneel-poëtische elementen, en aan de andere kant uit boeddhistische associaties, gewaarwordingen tijdens de meditatie, et cetera. Bij zijn meest geslaagde verzen is zowel een metafysische als een erotische interpretatie mogelijk. In het eerste geval spreekt de dichter ironisch zichzelf aan; hij maant zichzelf als het ware tegen de identificatie met zijn alledaagse ego. Volgens de tweede, ‘erotische’ uitleg symboliseert de geliefde de schepping/verschijning als geheel, of staat zij voor één pool van de verhouding van elk ‘ik’ tegenover een ‘niet-ik’. Dit is bij uitstek een poëzie die men al interpreterende moet vertalen. Telkens moet een keuze gemaakt worden tussen alternatieven die beide, rationeel gezien, even ‘onmogelijk’ zijn. De volgende vertalingen zijn dan ook zeer sterk ‘bepaald’ door mijn eigen visie op het origineel. Daarom geef ik in de Aantekeningen, bij wijze van verantwoording, een samenvatting van de uitleg die mij tijdens het vertalen van elk gedicht voor ogen heeft gestaan. |
|