De Gids. Jaargang 142(1979)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 238] [p. 238] Boccarossa Zes gedichten lijdzaam wacht ik op mijn beurt ik verdedig mij niet meer mijn kant is de kant van de verliezer al zou ik naast de winnaar niet misstaan al mijn eigenschappen heb ik nog de storm duurde dertig jaar en ik die geen ander seizoen meende te kennen ik lig stil naast jou in het gras [pagina 239] [p. 239] in lichtgroen en roze geurend als een jong meisje wormen onderhuids apetijtelijk kadaver leek alles nog mogelijk die dag dat wij in haar geloofden zij lachte ons tandeloos uit golven sloten boven ons hoofd Mae West de satijnen godin of het gezicht van de wereld * de klok draait sneller als hij de blik opslaat de zon schijnt op zijn bevel zijn hand is de hand van god die de zevende dag vergat water springt op in de goten zwemvliezen dragen hem mee de wereld heeft zijn gezicht [pagina 240] [p. 240] een rode fontein tussen mijn benen ik verf jullie huizen en gezichten in de donkere gang die ik vreesde brandt een chinese lampion mijn mond verkondigt de revolutie een rijzende zon gaf mij gelijk de vijand is op de vlucht geslagen onze wonden zijn diep vriend maar dit zijn vreugdevuren [pagina 241] [p. 241] mannen roepen mij na als ik in zeemleer en slang langs nevelige tuinen ga maar ik ben zes jaar ik heb een scherf in mijn hand mijn huilen is schreeuwen magnolia en gele brem tillen mij op de hoge schommel met de geur van vrijheid ik schrijf links en rechts het gevecht gaat beginnen mijn eerste hongerstaking [pagina 242] [p. 242] in gedachten heb ik laarzen voor je gekocht en een cape een riem met een zilveren gesp een hoed met pluimen alle tijden heb je doorschreden op een paard, in een koets alle landen heb je doorkruist als roofridder, als edelman mannen en vrouwen hebben je bemind meisjes dromen nog steeds van je en al deze tijden en landen mannen en vrouwen hebben zich verenigd in mij Vorige Volgende