De Gids. Jaargang 142(1979)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 189] [p. 189] Eddy van Vliet Vijf gedichten Waterglas Met een gebroken letter en het begin van een cijfer op de achtergrond, rustig en voldaan me te hebben gegeven wat ik van je verwachtte: een slok water En zeggen dat je ooms en neven met hun lange nekken, opgezette buiken en ronde snuiten mij soms zo dronken hebben gemaakt dat ik hen niet of dubbel bekeek en onherroepelijk kwetste Maar wat weet een zelfvoldaan waterglas over zijn familie die enkel rijpt aan gulzige lippen, geverfd en luidruchtig. Aan jou is het niet besteed dit korte morsige leven heerlijk en beneveld, jij geniet van de verveling in een keuken en op een zeldzaam feest van het porselein en het opgepoetste zilver. [pagina 190] [p. 190] Jeneverglas voor remco c. Het is jouw schuld. In het begin van de avond was de stad zo rustig, ja zelfs vriendelijk, leken onbekende landen hun vlaggen in vele ramen te hebben uitgehangen En wie goed luisterde kon het zuchten horen dat liefde tot inzet heeft, Mei liep naar de zomer toe en wij, d.w.z. jij, mijn vriend en ik liepen mee, van kroeg tot kroeg. Naarmate echter onze lach aan inhoud verloor en won aan klank, eiste je de droefheid voor je op als een gevangene zijn avondmaal en zette onze handen als vuisten tegenover elkaar. [pagina 191] [p. 191] Een glas op Portobello Road Wie liet je toe mij te verleiden? zo vroeg in de morgen op Portobello Road met je helder gelaat gericht naar een hemel, van wolken geen weet, Geen handbreed van je silhouet vol onsterfelijkheid en wilde wingerd die op het tegendeel wees, Genietend van de geur van gepofte kastanjes en het vallend groen van een komkommer, Geen handbreed van je verwijderd vol van zenuwachtige plannen over je toekomst op mijn tafel en een reis gevuld met gevaarlijke koffers. Wie anders dan de liefde, waarover de straatzanger de juiste liederen zong, verbood mij de afstand af te leggen tussen afscheid en bezit? [pagina 192] [p. 192] Het glas van Hans Lodeizen Niemand kent je, in geen enkele biografie kom je voor maar ik weet dat je er was in het heldere licht van juli dat enkel leven verdraagt, ook wanneer de nacht valt na nog even de bergen te hebben gekleurd. Ik wed dat je als laatste zijn kamer verliet en niemand heeft je gevraagd over wederkerig verdriet of reizen na de gedane taak. Je hield geen verwachting meer in je was slechts een noodzaak. Neen, in geen enkele biografie kom je voor maar tussen de regels van zijn laatste gedicht voel je de schemering kruipen langs je gladde wand. Afscheidsglas Zonder voorkeur voor een bepaalde drank steeds nederiger dan het verdriet dat je voorafgaat en begeleidt lang nadat de kus de handdruk heeft vergezeld de traan de verbeten glimlach, sterkte toewensend aan hem of haar die weggaat. Hoogdagen moeten geweest zijn de ochtenden van de soldaten die voor het front het huis verlieten, de Italiaanse emigranten op een overvolle kade En de zovelen die anoniem zichzelf ten afscheid dronken in een hotelkamer, een metrogang of een cel. Vorige Volgende