Het zondagse lichaam
Hij moet zijn stukje voor morgen nog schrijven voor de krant. Maar dat heeft de tijd.
Zoals gewoonlijk brengt hij zijn middagdutje slapeloos door op zijn anderhalfpersoonsbed. Op zijn linkerzij liggend wordt hij een hinderlijke aanwezigheid gewaar tegen zijn rug en kuiten. Zijn zondagse lichaam weer.
Die paraziet eigenlijk. Hem de hele week laten werken en zich nu nog aan hem komen warmen ook.
Ik vind dat jij een keer het stuk voor de krant mocht schrijven, zegt hij hardop.
Het zondagse lichaam doet hoorbaar alsof het slaapt. Ondanks alle dronkemanseden heeft het nooit één artiekel geschreven.
Naar je kast verdomme! roept hij geërgerd terwijl hij een rake schop achterwaarts geeft. Morrend komt het lichaam overeind en sloft naar zijn bergplaats.
Hoofdschuddend kijkt hij het na. Wat loopt het er beroerd bij. Ruim een halve kop kleiner en vele kilogrammen magerder dan dit, zijn doordeweekse stoffelijk omhulsel. Hij kent de verwijten: Jij verwaarloost me! Jij geeft me niet genoeg te eten! Dat krijgt hij elke week te horen van het zondagse lichaam, als hij het uit de kast haalt om er zich van te bedienen. Nonsens natuurlijk, juist tijdens die weekends krijgt het de lekkerste hapjes te slikken, en de rest van de tijd besteedt het aan volslagen nietsdoen, wat een energieverbruik nietwaar!
Met dat al raakt zijn stuk voor de krant niet geschreven. Een teveel aan koolhidraten, voornamelijk in de vorm van geraffineerde suikers, moet (indirekt maar toch) aansprakelijk zijn geweest voor het uitbreken van de eerste wereldoorlog. Zou dat onderwerp kontroversieel genoeg zijn? of niet? of te? Zoiets moet je uitmaken eer je begint, en dat is vaak het moeilijkst.
Ja waar is de tijd toen zijn zondagse lichaam nog een trouw duplikaat was van hemzelf. In sommige opzichten zelfs een verbeterde uitgave daarvan!
Wat hij nu wel zou kunnen doen: de twee omruilen. Dat werd hem aangeraden en heeft hij overwogen. Maar hij voelt er weinig voor. Ten eerste: de hele week lang in die mizerabele schuit moeten varen, op gevaar af dat ze kompleet naar de haaien gaat? Ten tweede: zijn goeie lichaam, dat hij op dit moment bewoont, zou dan wellicht op dezelfde manier gaan verkwijnen.
Nee, denkt hij, mijn stukjes beogen niet zozeer kontroversieel te zijn. Veeleer kultiveer ik het effekt van de onaangename verrassing. Dat is mijn spesiale attraksie, die het publiek al grimassend heeft leren waarderen.
Maar aan een onderwerp helpen deze rake overwegingen hem niet.
Dank u.
Liefst van al zou hij het onooglijke zondagse ding likwideren, zonder meer. Maar daar komt hij nooit toe. Zijn lichaam nummer één kan die weekendrust best gebruiken. En -
En, het zondagse scharminkel heeft ook zijn niet te versmaden voordelen. Vooral sedert het minder en minder op zijn origineel gaat lijken. Het kan nog amper doorgaan voor de broer van de stukjesschrijver. Mét de baard die hij er heeft