De Gids. Jaargang 141
(1978)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 459]
| |
Gust Gils
| |
1Na rijp beraad zal Jantje dan toch maar de pruimen gaan plukken. Zijn vader, die ouwe vrek, kan hem de pot op. Of moet Jantje zich weer laten afschepen met een hoedvol pruimen, zoals verleden jaar? Want daarbij was het gebleven: de rest van de oogst werd verkocht. Door vader. Aan de groenteboer. Jantje had zich immers buikloop gevreten aan zijn porsie. Beweerde vader. Voorwendsel natuurlijk. Wees dan al deugdzaam. Zo staat Jantje te peinzen. De tuinman is dood en vader op kantoor. Moeder doet boodschappen. Wat let hem dus. Reeds strekt het ongehoorzame jongetje de hand uit naar een rijkbeladen tak, maar kijk in zijn handpalm opent zich een oog, en het staart hem aan en de stem van een onbekende godheid zegt op dreigende toon: Schande! jij hebt je zusje de pruim willen doden! Lamgeslagen van schrik heeft Jantje bovendien het ongeluk dat vader, die gehaaide spion, vroeger tuiskomt dan gewoonlijk. En Jantje betrapt. Met als treurige gevolgen voor Jantje: een uitkaffering van belang; zonder eten naar bed; en drie maand geen zakgeld. Plus die hoedvol pruimen van verleden jaar terugbetalen uit zijn spaarpot. | |
2Jantje (zie hoger) heeft schrikkelijke jeuk. Er zit zaagmeel tussen zijn kleren. Dat is geen bloot toeval, maar werd met opzet erin gestrooid door zijn moeder. Omdat hij niet gehoorzaamde. Jantje heeft namelijk geen verslag willen uitbrengen over zijn eerste dag op school, toen moeder hem daar om vroeg. Nu ja hij heeft dat wel gedaan, maar hoe schetsmatig, in tweedrie zinnetjes was de kous af. En moeder die zich interesseert voor het wel en wee van haar telg verlangde een volledig relaas, zoals begrijpelijk. Daarom moest Jantje zich alles herinneren wat er gebeurd was, en gezegd door de meester in de klas, en door zijn medeleerlingen op de speelplaats; ze wenste zijn indrukken, zijn persoonlijke opinie, eventueel opbouwende suggesties, enzomeer. Jantje is blijkbaar van slechte wil, zo snel kan hij dat allemaal onmogelijk vergeten zijn, een belangrijke gebeurtenis als een eerste schooldag laat op die prille leeftijd toch wel indrukken van betekenis na mag worden aangenomen! Dit alles houdt zij Jantje voor, zij probeert redelijk met hem te praten maar dat blijkt onbegonnen werk, hij houdt vol dat hij het niet meer weet. Zelfs een kalmer mens dan de moeder van Jantje (pseudoniem; zie hoger) zou er zijn of haar geduld bij verliezen. Wanneer Jantje blijft weigeren rede te verstaan, dreigt zij hem te prikken met een pasgeslepen vork. Jantje krijgt een huilbui. Tot verontwaardiging van moeder: Ik heb je niet eens aangeraakt, je wil me alleen maar bij de buren te schande maken! Rotbedor- | |
[pagina 460]
| |
ven kreng dat je bent wacht tot je vader tuiskomt. Dat doet Jantje dan maar, hij heeft geen andere keuze. En zoals te voorzien komt na verloop van tijd zijn vader tuis. En krijgt het volledige relaas van Jantjes wangedrag uit de mond van moeder. Ook hij, de vader, is verontwaardigd, allicht. Besef je dan niet jongeman dat verzwijgen even erg is als liegen! Onder mijn ogen vandaan en zonder eten naar bed. Jantje in bed. Kan de slaap niet vatten van de honger. Verdrijft de tijd met het verzinnen van geïnspireerde wraakplannen, die alleen het nadeel hebben onuitvoerbaar te zijn omdat hij er zich nog zwaardere repressie mee op de nek zou halen. En zo gek is Jantje niet. Wraak moet leuk blijven, voor de wraaknemer tenminste.
Sanderendaags krijgt Jantje dus een schep zaagmeel tussen zijn halsboord, zoals beloofd. Het is erg fijn zaagmeel en jeukt als de pest. Jantje op school. Zit de hele tijd te wriemelen in zijn bank, tot de onderwijzer verplicht is hem de klas uit te zenden. Je mag blij zijn dat je nog niet kunt schrijven of je kreeg een flink strafwerk toe! snauwt de meester. Jantje krijgt wel een briefje mee naar huis, dat hij door vader moet laten tekenen. Mijnheer tot mijn spijt dien ik u te melden dat uw zoon Jantje blijken geeft van verregaande tuchteloosheid, hij verstoort met opzet de orde in de klas en leidt de aandacht van zijn medeleerlingen af en waarschuwingen schijnen niet te helpen, hoogachtend. - Ditmaal is Jantjes vader werkelijk razend. Ondankbaar rotjong, laten we je daarvoor studeren! Weet je wat ze vroeger deden met jongetjes als jij, die stopten ze in de kolenmijn waar ze veertien uur per dag moesten werken, jammer genoeg is dat nu verboden! Daar mag jij wel blij om wezen! Uiteraard Jantje zonder eten naar bed.
De schoolmeester, vergetend dat Jantje nog niet kan schrijven, beschuldigt hem eerst ervan vaders handtekening te hebben nagemaakt. Wil dan weten welke kommentaar zijn ouders op het briefje hebben uitgebracht. Jantje weet het niet meer. Meester wordt nerveus zoals begrijpelijk. Komaan dat kan Jantje onmogelijk zo snel vergeten zijn, op zijn leeftijd heeft hij toch nog een beetje memorie! Maar hoe meer meester aandringt hoe minder Jantje het zich kan herinneren. Meester wordt boos, beschuldigt Jantje van onwil, bedreigt hem met een pasgeslepen vork. Het eindigt ermee dat Jantje de klas wordt uitgezonden, na eerst een welverdiende schep zaagmeel tussen zijn halsboord te hebben gekregen. Savonds tuisgekomen krijgt Jantje een standje van belang omdat hij zijn kleren helemaal stoffig heeft gemaakt. Jantje beweert dat meester dat gedaan heeft. Vader pikt deze leugenachtige uitvlucht niet, tracht Jantje te doen bekennen wat er werkelijk gebeurd is. Jantje, weigert halsstarrig van zijn ongeloofwaardige versie af te wijken, zonder eten naar bed. Vader, begint zich echt zorgen te maken over zijn stamhouder, geeft sanderendaags briefje mee voor meester, waarin hij toedracht uiteenzet. Informeert savonds wat meester heeft gezegd. Jantje kan het zich niet herinneren. Vader, verblind van woede, kiept bij vergissing handvol zaagmeel in dekolletee van moeder, zendt haar zonder eten naar bed. Moeder neemt dit niet, wreekt zich door verhouding met meester te beginnen. Jantje, verontwaardigd, bedreigt vader met pasgeslepen vork, schept zaagmeel tussen halsboord van meester. Meester komt tuis, zijn vrouw eist uitleg, meester kan zich niets herinneren. Moet zonder eten naar bed, krijgt sanderendaags briefje mee voor Jantje, dat deze moet ondertekenen. Jantje razend, ziet hierin nieuwe maneuver, ze weten immers goed genoeg dat hij lezen noch schrijven kan! Bedorven rotkreng van een onderwijzer, weet je wat ze vroeger met jouw soort deden! | |
[pagina 461]
| |
3Gehard door al het voorgaande scheert Jantje zich kaal, plakt een valse snor op, verkleedt zich met tirolerhoedje en gabardine windjak van vader - zo kan hij doorgaan voor een lilliputter, hij ziet er jaren te oud uit als gevolg van zijn vele smartelijke ervaringen. Zijn ouders heeft hij door bemiddeling van het volwassenengerecht in verzekerde bewaring laten onderbrengen. En nu wil Jantje het ouderlijk huis met de lelijke donkerrode lampekap boven tafel nooit meer zien, hij sluit de hele toestand, spijkert voor alle zekerheid planken vóór deur en ramen, en trekt wat hij noemt de wijde wereld in: erger dan hier kan bezwaarlijk.
Jantje (duidelijkheidshalve) (nu ja daar komt het op neer) (en al heeft hij niet leren schrijven dus de vergelijking mankt) (maar toch) Jantje begint met een schoon blad. |