De Gids. Jaargang 141
(1978)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 412]
| |
Kroniek & kritiekTelevisionair levenWim Hazeu
| |
[pagina 413]
| |
ling ten aanzien van de commercie, heeft het stiekeme, het sluikse en het geheimzinnige verkeer tussen omroepen en commerciële bedrijven in de hand gewerkt. Er worden constructies bedacht tussen NOS en Max Appelboom-produkties over aankoop en uitbating van tv-programma's, tussen KRO en Joop van den Endeprodukties, tussen NCRV en Strengholt-televideo, tussen KRO en Cinecentrum, die de schijn van legaliteit hebben en door de mazen van het wettelijke net kunnen, maar geen van de betrokken organisaties voelt zich in die constructies geheel op z'n gemak. Naast deze omgang tussen omroep en commercie zijn er de openlijke aanhankelijkheidsbetuigingen van omroepmedewerkers aan commerciële bedrijven door de jaren heen. Voor de vuist weg geef ik er een handjevol voorbeelden van. Tijdens de afgelopen Tour de France kon Theo Koomen zowel in de NOS-zendtijd zijn opgetogen verslagen geven, als in de STER-reclame vlak voor of na die reportages op dezelfde manier reclame maken voor het fietsmerk Union. Al jaren maakt de TROS reclame voor bepaalde automodellen, naar het voorbeeld van de AVRO die er de schijn aan gaf van een soort consumentenrubriek. Ik heb het verder niet eens over wat dan sluikreclame heet, het afkopen van plaatsen voor reclameborden bij evenementen waar de tv verslag zal brengen, soms na berekend overleg met de omroep; de Adidas-tas bij verzorgers van voetballers in het veld en het zogenaamde nobele optreden van bedrijven die voor de tv geld schenken aan een liefdadig doel. Ik zou kunnen wijzen op de relaties tussen platenproducers en medewerkers aan gevarieerde afdelingen, maar Vrij Nederland heeft dat al in ruime en overtuigende mate gedaan; op het gratis aan de omroepen aanbieden van tunes voor programma's die daarna een zonnig commercieel leven op platen tegemoet gaan; op de openlijk zichtbare commerciële samenhang tussen de Privé-rubriek in De Telegraaf, het tv-programma Privé en het blad Privé, waarbij de betreffende omroep (TROS) als Pilatus de handen in onschuld wast, omdat het programma ‘buiten de deur wordt geproduceerd’. Even bezig met dit onderwerp springen steeds meer voorbeelden van commerciële infiltratie mij voor de ogen, er is gewoon geen houden aan. De sportverslagen voor radio over volleybalwedstrijden tussen Delta Lloyd en Starlift-Blokkeer; de dubbelfuncties van zogenaamde discjokeys en andere medewerkers in de lichte muziek, die soms ook vaste dienstbetrekkingen bij de omroep hebben, van Cees van Zijtveld (AVRO en Intermusic) tot Eddy Becker (NCRV en Mill Music), om over Joost den Draaijer alias Wim van Kooten en zijn commerciële invloed op radio maar te zwijgen. De ‘schnabbels’ van het voormalig AVRO-hoofd amusement Jan van Veen, indachtig het illustere voorbeeld van AVRO-directeur Siebe van der Zee, die waarschijnlijk als eerste in de grijze televisieoudheid door de mand viel toen hij zijn functie gebruikte om gratis een verwarming in zijn huis te laten aanleggen, in ruil voor wat tv-promotie, zijn door datzelfde Vrij Nederland uitgebreid beschreven en onverbloemd wordt in het reclameblad Adformatie geschreven over de commerciële mogelijkheden van de Dik Voormekaarshow (NCRV), het laatste overtuigende voorbeeld van een schrikbarende verstrengeling van omroep en commercie, waarbij de betreffende omroep meehelpt aan de promotie van de poppen en de muziek uit deze show en waarvan de commerciële baten ten gunste komen van maatschappijen met mooie namen als Nederlands Artiesten Management, Direct Promotion, Almere Projects en de Fantasy Factory.
Hilversum heeft boter op z'n hoofd; geen enkele omroep is brandschoon. De ene omroep wast iets meer zijn handen in onschuld dan de andere, maar die heeft dan wel weer een zakdoek voorhanden om er z'n neus in uit te snuiten vol snot-met-niets-aan-de-hand. Hilversum smelt van de boter, schreef Peter van Beuren in de Volkskrant toen hij het verschijnsel | |
[pagina 414]
| |
commercie en omroep analyseerde en Jan Goossensen beweerde in Hervormd Nederland dat de commerciële omroep al lang bestaat. Uit de paar voorbeelden mogen de meest verwijde, monstrueuze en verwarde vertakkingen blijken, van het maken van een grammofoonplaat van een duur optreden (VARA en Wim Kan) tot de reclame voor brillen die volgens Rogier Proper (Haagse Post) door Lous Haasdijk wekelijks via de TROS wordt gevoerd. Hij voegde eraan toe dat merchandising, plugging en sluikreclame op de tv een moeras is. Kortom, er is met de komst van Veronica niets nieuws onder de zon. De zaken liggen zelfs anders: toen Veronica nog buitengaats lag en niet toegelaten was tot de club van omroepen, heeft zij meer gedaan voor de commercie binnen de omroep dan daarna. Want om Veronica de wind uit de zeilen te nemen werd een Hilversum-3 gecreëerd dat om de STER-reclames heen popprogramma's moest verzorgen. Daarmee werd de zegen gegeven aan de penetratie in de omroep van de platenmaatschappijen en hun pluggende discjockeys en de gesponsorde hitparades. Wie nu ach en wee roept om de eventuele C-status van Veronica had eerder en luider moeten schreeuwen, toen de AVRO met de RTN samenging en toen de TROS het Hilversumse vaarwater binnenvoer. Dat was niet gisteren of eergisteren, maar in 1964 toen de Reclame Exploitatie Maatschappij (duidelijker kon het toch niet verwoord worden) via een exterritoriale zender vanuit zee westelijk Nederland met reclames en populaire ingeblikte programma's overstroomde. De REM werd gerund door onder anderen de Haagse advocaat Minderop en gesteund door CHU-politicus Beernink. De REM, ook wel TV-Noordzee genoemd, kreeg zoveel sympathisanten dat deze organisatie, toen volkenrechtelijk de bestaansgrond werd aangetast, enige tijd later gemakkelijk via de nieuwe omroepstructuur-Vrolijk (PvdA) een zendvergunning als TROS (Televisie Radio Omroep Stichting) kon bemachtigen, met Minderop, Beernink en Landré als lachende winnaars. Wie nu Veronica aanpakt, zal de gehele omroepstructuur moeten aanpakken, die de coupe AVRO/RTN, de komst van de TROS en de verregaande invloed van de commercie in alle omroepen mogelijk heeft gemaakt. Zoals zo vaak staan de echte programmamakers, die inventiviteit en creativiteit willen bijscherpen, opdat de televisie niet geheel afzakt tot het niveau van de zichzelf repeterende boulevardbladen als Privé, Story, Weekend en dergelijke, buiten dit spel van commerciële belangen en omroepgekrakeel. Hun invloed is minimaal, hun frustraties des te groter. Het is als met de McDonald-sandwich. Vroeger lag er tussen een broodje een plakje kaas. Maar allengs is er een augurkje bijgekomen, een stukje laf vlees, een ananasschijf, een sausje van onbekende herkomst en de afstand van het ene stuk brood met het andere is verbroken. Tussen de programmamakers en de omroepdirecteuren zijn allerlei colleges gekomen, raden, vergadercommissies; de directeuren moeten beslissen maar hebben geen contact meer met de creatieve individualisten. Ik hoor nog een voormalig gewaardeerd televisiecollega jaren geleden roepen dat de komst van de TROS, de komst van Veronica, de verstrengeling van commercie en omroep uiteindelijk elke vernieuwing van het programmapakket zullen blokkeren. Hij roept nog, maar ‘zij van boven’, de directeuren, de kamerleden, de ministers houden geen rekening met zijn stem, ondanks het feit dat die vijfentwintig jaar praktische tv-ervaring vertegenwoordigde.
En de commercie sluipt verder door; zelfs zo ver dat een integer tv-maker als Henk Suèr in een interview in de Volkskrant vorig jaar het plan opperde om programma's te maken mèt commerciële ondernemingen: ‘Stel, de Shell wil een film hebben over energie, de stand van zaken, in hoeverre andere vormen van energie in de toekomst een rol gaan spelen. Zoiets is | |
[pagina 415]
| |
altijd een dure produktie.’ En, stelde Suèr voor, als Shell nu meebetaalt, dan kunnen wij die film maken en zij kunnen hem tonen aan buitenlandse relaties, dealers, enzovoort. Waartoe een programmamaker in wanhoop al niet kan komen: de omroep als producent van bedrijfsfilms. Concluderend: regeringen, parlementsleden en omroepbazen hebben in het verleden met open ogen omroepen die op z'n zachtst gezegd zich niet geneerden voor hun commerciële bindingen toegelaten. Sindsdien is de commercie niet meer uit Hilversum weg te denken. Het onderzoek naar de commerciële verstrengeling van Veronica zou slechts zin hebben indien dit leidde tot een gehele doorlichting van de Hilversumse omroepen. Dat zou uiteindelijk kunnen uitlopen op een opheffen van het huidige systeem, waarmee een Veronica-leider toch gelijk zou krijgen, toen hij in augustus 1976 in de Haagse Post zei: ‘Ik zal de eerste zijn om te roepen dat Veronica opgeheven moet worden als het ten gunste is van een nationale omroep. Als je me nou steeds vraagt naar het gezicht en de filosofie van Veronica dan zeg ik: De omwenteling van het totale bestel naar een Nationale omroep.’ Voordat het zo ver is moeten de goedwillende programmamakers die slechts gebaat zijn bij een systeem dat verfrissing en vernieuwing mogelijk maakt (een combinatie van BBC - nationale omroep - en ITV - commerciële omroep - ?) proberen door de McDonald-sandwich te bijten, op gevaar af dat tussen de kaas en het vlees ook nog een schoenzool van halsstarrige bureaucratie is gevoegd. Voor mij hoeft Veronica er niet te komen. Deze omroep in spe heeft voor de tv niets nieuws gebracht. Maar mocht Veronica de aanleiding zijn tot het opblazen van een doodgelopen en verziekt systeem, dan is het kortstondig bestaan toch van groot nut geweest. |
|