De Gids. Jaargang 141(1978)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 403] [p. 403] Jaap Oostermann Vier gedichten Onontdekt reddingsteken Lachende gezichten achter zuring verscholen - in een voorjaar natuurlijk - en de honing alweer lekker zoet: motieven zijn er om te herhalen. Zoals er woorden zijn die aan een zekere dood voorafgaan, bijv.: nog even voordat hier de bloemen zijn verwelkt. Een picknick tussen bouwsels van deze tijd, zand is soms ook smakelijk zoals veel grappen er zijn om te huilen, de gevallen boterham wellicht een knersende voorbode is. Maar gelukkig groeit het madeliefje nog, d.w.z.: ik voed mij herhaaldelijk met home-made love uit mijn dagelijkse knapzak. [pagina 404] [p. 404] En natuurlijk de liefde Ik had vandaag mijn nagels moeten reinigen zie ik, daarom - een hand blijft in zijn overweging steken. Toch laat de tuin van gisteren een fijne geur na maar verwaait uiteindelijk als stof uit mijn hand. Daarom - nagelbijtend valt te bedenken: liefde is zoiets als berg je of ik eet je, kindje. [pagina 405] [p. 405] Fotomorfose Eigenlijk is wijs zijn hier: goed eigenwijs, een moment van vermoeid stilzitten om zoveel overbodigheid. Sluit de deur: namen - die mensen zijn - waaien van de tafel, bloed kruipt waar het gaan kan in mijn planten. Hun prachtig groen in dit licht: zittend op mijn stek gebruik ik eerste tekenen voor later. Niets dan groei tijdens het eenvoudig stilzitten. De leuning met lippen beroerd: bitter is de smaak van de op komst zijnde transmutatie. [pagina 406] [p. 406] Geen hart Breekt wetten, breekt beloftes, breekt harten - hartedief; niets dan harten steel en vermorzel je. Mijn hart is maar als een vuist zo groot hoor, dus in je binnenzak - grol ik - mee te nemen. Ben niet toegenegen, ben alleen maar toegeknepen ogen m.a.w.: wantrouwend ben ik een beetje geworden. Met een mouw veeg ik boze blikken en kwade woorden weg, mijn ogen schoon, mijn ogen droog. In de andere mouw huist mijn tweede pols en pompt bloed door de slagader: een touw met mijn hart eraan. Ik pas op niets te breken: geen wet, geen belofte. Vorige Volgende