De Gids. Jaargang 138(1975)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 515] [p. 515] Berend Lasseur Gedichten Oratio pro domo het is me bekend dat ik te simplisties ben waar het kan noch mag dat ik op verkeerde momenten moeilijk doe ik ben wat erg konservatief iets als een brilslang maar dan tien graden onder nul met schubben strambevrozen en de tong vastgegroeid evenzo weet ik dat mijn geest stroef werkt de jeugd en de ouderdom liggen voortdurend met elkaar overhoop ach, de regenworm heeft ook voor- noch achterkant bij eigen weten en segment voor segment ga ik over in staat van ontbinding maar na dit pleidooi mijn rechters durf ik u te vragen als gij mij oordeelt - en gij zult het móeten doen - spreekt dan uit het behagen van zachte pruiken ziet op mij neer en schimpt kijkt hoe laag een mens heeft kunnen zinken maar dan, slaat mij niet als mens maar als dier - als brilslang als regenworm - dat is: met kogels, d.d.t. of zachtheid [pagina 516] [p. 516] moeder het eten smaakt niet meer u bent dood en de groenten zijn veel te vlug bedorven (vind ik) een moesson trekt door nederland het eten is nooit goed geweest of de ijskast werkte niet mee wie weet was het al bedorven toen het nog in de winkel lag zo echt ‘klaar om mee te nemen moeder u bent dood en ook u kunt er niets aan veranderen zal ik het eten maar wegdoen? van het lichaam houdt niemand ook hijzelf niet - of, beter: vooral hijzelf niet de geest rot als vergaan want van een oude elfmeter zinkend in het riet het is een zinloze band als een gebroken veter die je wel eens hebt je steekt er een nieuwe in bijna altijd aanwezig [pagina 517] [p. 517] Te veel vergeven en te weinig vergeten die nacht had hij een droom waarin alles beter werd dan het ooit voor hem persoonlijk was geweest al het ‘goede’ kwam terug en overdonderde hem zo sterk dat plotseling de buitensten naar binnen werden gedreven vredig centripetalisme maar ze wilde niet voortzetten wat toch eens je ware was geweest (of tenminste had geleken) een reden tot droevig blijven nooit meer willen dromen over onbestaanbare dingen die in het begin altijd mooi zijn iedereen kwàm nog steeds - lullig nu kon hij toch ook naar hen gaan? maar niet alles liep synchroon zodat hij rustig bleef wachten bezoek genoeg; waarom dan weg? Vorige Volgende