De Gids. Jaargang 138(1975)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 242] [p. 242] Raymond Joseph Benders Neue Lieder I Ochtend in Pforta Langoureus verhef ik wat lijdzaam is in mijn ziel om te zingen van het aflatend licht, de onophoudelijke cirkelgang, de liefde tot zijn lot een Morgenfantasie. Aan de voet van de ochtend rijst de omfloerste Etna, het pad gesloten na Hyperion's hellevaart. Onopgemerkt pronkt potsierlijk in de bronzen zon Empedocles' schoen. Het rommelt in Gaia's buik, het uur van de Pythia is op til. Aan de ochtendhemel ontspruit een laatste lente. Ontelbaar bloedende rozen vormen een purperen rustbed. De zon is nog stijgende, weldra echter zal blauwe vergetelheid het verloren schip omhullen. De weerwraak van het morgenland is de avondlijke broeder reeds toebereid. Het verleden zal inlopen op het heden. [pagina 243] [p. 243] II Middag in Venetië Canticum sacrum Komende van het Noorden Zuidwaarts zwervend in grote stijl, de Monte Sacro nemend, het offer der lente ten uitvoer leggend, klinkt op de Idus van Maart het Angelus in Roma le printemps de Saint-Pierre. Menselijk, al te menselijk verloopt de minnedienst - amechtig ritueel. Excelsior O treurige Tristan, in de colonnaden staart verscholen uw volgende tegenstander, Parcival. Reeds klinkt het verschrikkelijk geluid der degens en stromen rosegemarmerde tranen. O Middag zonder dauw, o zomertuinen, in dit stiller dan stille uur klinkt schriller dan schril het panisch geluid van de syrinx. Vertwijfeld zoekt de Middag achter de horizon zijn uitnemende gast. O Hyperboreeër, de grote koelte is nabij, de koele geesten der namiddag begeleiden U. [pagina 244] [p. 244] III Nacht Requiem canticles La giorno se n'andave, e l'aer bruno toglieva gli animai, che sono in terra dalle fatiche loro. Gezeten in zijn rijtuig tast de vervoerde prins de verten af de vervlogen landschappen na Stresa Nicea Portofino Venezia Weerklinkt daar de beurtzang niet van Dionysos en de Syrenen? Het dronken lied, het dertiende, van het droevig woud waar de lichamen worden gehangen ieder aan de struik van zijn gemartelde ziel. Onpeilbaar is het leed. In deze donkerbruine bloedstollende nacht sluit de Maestro zijn lezenaar. Geleefd zijn de zeven eenzaamheden, zijn ziel passeert de Rubicon. Te water gelaten in een zwartgouden gondola omrankt met zwart cypressenloof, donkerblauwe linten en guirlanden, staan snikkend de paarden terzijde met loshangende manen. [pagina 245] [p. 245] Op onvindbaar geluid van violen klinkt het laatst vaarwel: ‘Singe mir ein neues Lied die Welt ist verklärt und alle Himmel freuen sich.’ Moriae Manicomion Basiliae prima nocte. [pagina 246] [p. 246] Desastres de la Guerra Tragedie geboren uit de geest van Midas Dies Nefas 25 Augustus 1900 O Magna Mater O Sancta Mater O Sanctus Asinus, uw eeuw is aangewaaid. De bosdemonen zijn gewekt in het land der frygische slapers. Dom en vrolijk, bier & wurst, ontmand, in de hand. Edelwolf, doodgeboren muzenzoon. Heil - Evoë - Elisabeth O ontaarde, o ekster, o bevlekster. De avondstond heeft goud in de mond der Judeeërs. Goedgemutste, uw oren bevroren dicht voor de Godvergeten Melancholia. Loquax, gij & de zwepen, de woorden & de bekkens de horlepiepen: Symfonia Horribilia zien & horen vergaan. Gedoken boven het vers gedolven graf, kwakend in cloaca, klinkt daar het voormalig stom geheim: ‘Elendes Eintagsgeschlecht, [pagina 247] [p. 247] des Zufalls Kinder und Mühsal, was zwingst du mich dir zu sagen, was nicht zo hören für dich das Erspriesslichtste ist? Das Allerbeste ist für dich gänzlich unerreichbar: nicht geboren zu sein, nicht zu sein, nichts zu sein. Das Zweitbeste aber ist für dich - bald zu sterben.’ In igno finis est is het likkend lied van 't ruisend ranke riet. Vorige Volgende