De Gids. Jaargang 138(1975)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 234] [p. 234] Sapardi Djoko Damono Sonnet X wie krast in de blauwe hemel wie kerft in de passerende wolk wie kristalliseert in de nevel wie schittert in de verwelkte bloem wie verteert in de paarse kleur wie ademt in de tik van de tijd wie knippert met de ogen telkens als ik de deur open wie smelt onder mijn blik wie wordt uitgesproken tussen mijn woorden wie kreunt in mijn stille schim wie komt mij afhalen om te jagen wie verscheurt plotseling mijn sluier wie ontploft in mijn binnenste : wie ben ik De dag breekt aan De dag breekt aan. Wij ruimen steeds op, wij ruimen op terwijl de naald de cijfers passeert jij spreekt me aan: waar gaan we heen plotseling merken we dat het seizoen zijn bladeren loslaat. plotseling merken wij dat we niet bij machte zijn de woorden te voltooien plotseling merken wij dat alleen de echo is overgebleven terwijl de dag aanrukt de wijzer van de klok druk bezig is de te late uren te tellen. Lopend achter de lijkkist Als we achter de lijkkist lopen gaat de wind liggen de uren flikkeren we hadden er geen idee van hoe snel het daglicht wijkt, de weg van de wereld verruimend naast ons: boom na boom buigt het hoofd boven: onze zon, nog diezelfde zon de uren zweven er tussen we vermoedden niet dat de tijd ze zo leeg opslokt (vertaling A. Teeuw) Vorige Volgende