De Gids. Jaargang 138
(1975)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 159]
| |||||||||||
Jak van der Meulen
| |||||||||||
[pagina 160]
| |||||||||||
nesty International, Peter Benenson, laat aanvankelijk na, aangifte te doen van de vermissing van dit rapport. Als een maand later dit rapport in Zweden toch in de publiciteit komt, schrijft hij in alle haast zonder enig onderzoek het in het begin van dit artikel vermelde, op 11 november 1966 gepubliceerde rapport, dat de Engelsen van alle smetten zuivert en dat het officiële Amnesty International-rapport wordt. Enige maanden later treedt hij af als hoofd van Amnesty International. Het is aannemelijk dat hij niet bestand is gebleken tegen de druk die op hem werd uitgeoefend van de zijde van de Engelse leger-inlichtingendienst. George Lennox zit nog steeds gevangen. Maar George Lennox is niet een gevangene die door Amnesty International wordt geaccepteerd als in de termen vallend voor ondersteuning. (Er is wel een George Lennox Support Committee, postbus 10638, Amsterdam.) Het is misschien goed eens na te gaan op welke ideologie Amnesty International steunt. De in 1961 opgerichte organisatie heeft pas sinds 1967 statuten. Deze statuten worden sindsdien jaarlijks geamendeerd op de zogenaamde International Council Meetings. Wijzigingen vonden bij voorbeeld plaats op de derde Council Meeting in 1970 in Oslo, de vierde Council Meeting in Luxemburg in 1971, de vijfde, die in 1972 in Nederland werd gehouden en laatstelijk de zevende die op 8 september 1974 te Askov in Denemarken plaatsvond. Hoe ook aan de doelstellingen en werkwijzen wordt gesleuteld, één zinsnede blijft ongewijzigd. De politieke gevangenen wier lot Amnesty International zich aantrekt mogen noch geweld hebben gebruikt, noch geweld hebben gepropageerd (‘provided that they have not used nor advocated violence’). Heel sterk wordt er de nadruk op gelegd, dat het Amnesty International primair gaat om de vrijheid van meningsuiting. Alleen gevangenen die op grond van hun meningsuiting vastzitten, zijn Amnesty International-gevangenen. Aanvankelijk ging de Nederlandse sectie van Amnesty International door het leven onder de naam De Nederlandse Vereniging tot Bescherming van de Vrijheid van Meningsuiting, Amnesty International. Dat betekent dus dat voor Amnesty International diegenen politieke gevangenen zijn, die op grond van het uiten van hun mening opgepakt worden. De NSB-ers die na de tweede wereldoorlog in kampen geïnterneerd waren in afwachting van hun berechting door tribunalen, zaten er meestal op grond van hun lidmaatschap van de NSB of van verwante organisaties en het uitdragen van nationaal-socialistische opvattingen. Zij zouden, gezien de doelstellingen van Amnesty International, in de termen vallen voor adoptie als ‘prisoners of conscience’. Als de Haagse racist en voormalige functionaris van Shape Joop Glimmerveen veroordeeld zou zijn geworden tot de hem door de procureur-generaal bij het Haagse Hof toegedachte vier maanden gevangenisstraf wegens zijn uitlatingen in een verkiezingspamflet over Surinamers en Antillianen (‘Den Haag moet blank blijven’), dan zou hij eveneens, gelet op de doelstellingen van Amnesty International, de aandacht en de zorg van deze organisatie deelachtig kunnen worden. Een Westduitse Amnesty-groep zou hem in dat geval bij voorbeeld kunnen adopteren, zonder dat dit op verzet zou kunnen stuiten, omdat hij valt onder de formulering van de statuten. Deze statuten geven immers als doelstelling aan: ‘assistance to persons who are imprisoned by reason of their political, religious or other conscientiously held beliefs’. Maar met de hierboven al weergegeven beperking ‘provided that they have not used or advocated violence’. Deze personen worden verder aangeduid als ‘Prisoners of Conscience.’
Amnesty International heeft steeds zorgvuldig en angstvallig getracht het image op te bouwen strikt neutraal, apolitiek en onpartijdig te zijn. In de statuten wordt bij de werkwijze vooropgesteld dat Amnesty te allen tijde ‘an overall balance between its activities in relation to countries adhering to the different world political ideologies and groupings’ zal bewaren. Verstoring van deze verhouding in aandacht zou naar de mening van Amnesty International leiden tot een verschuiving van humanitaire doelstellingen naar een politieke opstelling. Dit zou met name veroorzaken dat de sympathie voor Amnesty uit conservatieve en rechtse kringen zou verdwijnen. Het is dan ook niet verwonderlijk in het bestuur van de Nederlandse sectie bij voorbeeld een VVD- | |||||||||||
[pagina 161]
| |||||||||||
er - gemeenteraadslid - als ‘secretaris Beleid’ aan te treffen. Daarbij roep ik in herinnering dat een jaar of wat geleden een VVD-Tweede Kamerlid een bezoek bracht aan gebieden waar het Portugese leger volgens missionarissen wreedheden zou hebben bedreven. Hij was rondgeleid door dit leger en ontkende met klem de wreedheden en zelfs het bestaan van het met de grond gelijk gemaakte dorpje, waar vrouwen en kinderen zouden zijn afgeslacht. Dat zou allemaal maar politieke agitatie zijn geweest van marxistische paters. Inmiddels is komen vast te staan, door erkenning van Portugese autoriteiten, wat er voor verschrikkelijks heeft plaatsgevonden. Onnodig ook te zeggen dat Amnesty International zich altijd verre heeft willen houden van gevangenen afkomstig uit bevrijdingsbewegingen. Deze vallen buiten de doelstellingen: zij hebben immers hetzij geweld gebruikt, hetzij geweld gepropageerd. Zich inlaten met zulke dingen zou de goede naam en de goodwill van Amnesty International maar in discrediet brengen. Bij de discussie die de Nederlandse leden voerden over de doelstellingen van Amnesty kwam naar voren, dat sommigen alleen tegen de doodstraf zijn voor zover het politieke gevangenen betreft, die - dus volgens de ideologie van Amnesty - geen geweld hebben gebruikt of gepredikt. Tegen de doodstraf in andere gevallen bestaat bij hen geen bezwaar (zie het maandelijkse informatieblad voor Amnesty International, Wordt Vervolgd, december 1974, blz. 4a, kolom 5). Dit om aan te geven met welke achterban Amnesty rekening heeft te houden.
De ideologie van Amnesty International is niet alleen opzettelijk kleurloos en vooral op behoudende mensen toegesneden, maar ook innerlijk tegenstrijdig. Voorop staat de vrijheid een mening te hebben en te uiten: ‘every person has the right freely to hold and to express his convictions and the obligation to extend a like freedom to others’. Anderzijds worden politieke gevangenen die geweld hebben gepropageerd, in principe niet beschouwd als ‘prisoners of conscience’, voor wie Amnesty zich inzet. De vrijheid van meningsuiting gaat dan kennelijk weer niet zo ver dat iemand die tegenover structureel geweld, uitbuiting en onderdrukking en zelfs feitelijk geweld, zoals doden of mishandelen, in geschrifte tegengeweld verdedigt, in aanmerking komt voor hulp van Amnesty als hij wordt gearresteerd. Amnesty International maakt ten aanzien van gevangenen die geweld hebben gebruikt of gepropageerd slechts uitzondering als ze gemarteld worden of als ze worden vastgehouden zonder dat er in hun zaak binnen redelijke tijd een rechtszitting volgt met een naar erkende maatstaven faire procesgang. Nu het begrip ‘geweld’ zo'n grote rol speelt bij de beoordeling welke politieke gevangenen nu wel en welke niet in aanmerking behoren te komen voor hulpverlening, is het van belang te weten, wat Amnesty onder geweld verstaat. Het bestuur van de Nederlandse Amnesty-afdeling heeft daartoe zelfs een commissie ingesteld om het gebruik van geweld nader te omschrijven, teneinde gemakkelijker uit te kunnen maken of een politieke gevangene wel of niet in aanmerking komt voor adoptie. Je zou kunnen zeggen: men heeft het geweld commissoriaal gemaakt. Volgens de commissie kan men zeggen dat iemand geweld heeft gebruikt als
(Zie Wordt Vervolgd, april 1973, blz. 13).
Met het gebruik van geweld komt men er nog wel min of meer uit. Maar in de doelstellingen van Amnesty staat ook met zoveel woorden dat de gevangenen die geweld hebben gepropageerd worden uitgesloten van de zorgen van deze hulpverleningsorganisatie. In strikte zin valt hieronder eigenlijk alleen de kleine groep van pacifisten die het geweld afwijzen om internationale conflicten te beslechten. Behoren personen die onder omstandigheden het gebruik van wapenen ter oplossing | |||||||||||
[pagina 162]
| |||||||||||
van internationale conflicten of tot het afwenden van agressie billijken, tot hen die ‘advocated violence’? Dit is een vraag die door de bedoelde commissie wijselijk ontweken is. De commissie vond het niet verstandig naar een preciezere definitie te zoeken ‘omdat dit waarschijnlijk tot zeer uitgebreide diskussies zou leiden’. De commissie vond dat de tijd en energie die hieraan besteed zouden worden, beter gebruikt konden worden. Ja ja, maar dat neemt niet weg dat Amnesty stoelt op een onduidelijke basis, geënt op een vooral niemand kwetsend, vaag ‘burgerlijk fatsoen’. De diverse machten in de wereld niet voor het hoofd stoten, dat is een van de zorgen van Amnesty. Men moet immers z'n entree behouden. Haar neutrale, apolitieke en onpartijdige opstelling leidt echter tot een welbewuste discriminatie. Politieke gevangenen die geweld hebben gepropageerd of gebruikt, zoals de Angry Brigade in Engeland, Black Panther Party en de Symbionese bevrijdingsbeweging in de U.S.A., de bevrijdingsbewegingen in Afrika, Zuid-Amerika en Azië, de Rote Armee Fraktion in West-Duitsland vallen buiten de zorg van Amnesty International. Het lijkt me goed dit voor alle duidelijkheid vast te stellen. U heeft het recht voor andermans rechten op te komen... Wilt u meer weten over:
Neem dan contact op met:
Amnesty International 3e Hugo de Grootstraat 7 Amsterdam west telefoon 020 847905 giro 489237 |
|