De Gids. Jaargang 137(1974)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 201] [p. 201] R.A. Basart Gedichten Een heer Het leven is traag dalende roos: een heer verschilfert in het theelicht. Pluk de dag De ochtend is een ouwe vrijster in een plastic regenjas, krom van verwijten. Eerst poogt ze mij de polsen door te snijden, maar dat mislukt. Dan maar ontbijten. December vlieswit gelijk de ui weerspiegelt deze hemel heel het tranendal dat met de mond geschilderd aan mijn wintervoeten ligt. [pagina 202] [p. 202] Oranjebal Glazen later zie ik haar weer: de lenige dame die glad is en toch warm. Zigeunerin. Mijn koningin. Ze lacht iets achterom dan zwiert ze weg als een gordijn tussen de paren door. Wanneer ik roep: ‘Oranje boven!’ is 't al te laat. Opnieuw hebben de ruggen zich gesloten. Ik stommel grijnzend rond: een jager, aangeschoten. Overtoomse veld, Oktober huisvrouwen wisselen ziektes uit op de hoeken van de straten achter nevels kruipt de herfst geruisloos nader Landschap het paard gaat gebukt onder de grote loden lucht het houdt de kop dicht bij het hek, uit ruimtevrees Omne animal Wat meer beangstigt dan: ik zal er niet meer zijn, is de gedachte: alles gaat dood- gewoon door, zei zij, droogde haar navel, gaapte, wond de wekker op. Vorige Volgende