De Gids. Jaargang 136
(1973)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 678]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
J.H. de Haas
| |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 679]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
tijdelijke maatregel tot politiek dogma verheven, dat in historisch, etnologisch en economisch verband elke grond mist. De verdeling van Vietnam in Noord- en Zuid-Vietnam is even kunstmatig als de splitsing van Korea. Gezondheidszorg is een relatief begrip en Noord-Vietnam een artificieel geschapen staat, die door het meest brute oorlogsgeweld, dat op westerse wetenschap steunt, in een poel van ellende is herschapen. De combinatie - gezondheidszorg in Noord-Vietnam - dient in dit licht te worden beschouwd. Gezondheidszorg - hoe ook gedefinieerd en gehanteerd - is in elk land een onderdeel van het maatschappelijk bestel en niet alleen, zoals academische kringen het nog vaak doen voorkomen, een kind uit het huwelijk van natuurwetenschap en techniek, overgoten met het wijwater van de gedragswetenschappen. Gezondheidszorg is in elk land - in het bijzonder in het extreem geteisterde Vietnam - bepaald door de historische ontwikkeling: sociaal-economisch en cultureel en door de huidige politieke situatie. In het bijzonder in arme landen bestaat een nauwe wisselwerking tussen gezondheidszorg en politieke suprastructuur en administratieve infrastructuur: bestuursvorm, landbouw, onderwijs, transport en industrie. De landbouw bepaalt de voedingstoestand, het onderwijssysteem het medisch onderwijs en het transport de distributie. Zelfs onder ‘normale’ omstandigheden is in niet-geïndustrialiseerde landen het transport gewoonlijk een bottle-neck en tijdens calamiteiten - oorlog, overstroming en droogte - een sterke, meestal onderschatte, belemmering van alle activiteiten.
Hoe is de supra- en infrastructuur in Noord-Vietnam? Om van het heden iets te begrijpen, is het nodig de (recente) politieke ontwikkeling te kennen. Hier volgt een schets in vogelvlucht. Als deel van Indochina heeft Vietnam vóór de tweede wereldoorlog een eeuw van Franse koloniale overheersing doorgemaakt en tijdens de tweede wereldoorlog vier jaren van bestiale Japanse bezetting. Ho Chi Minh proclameerde op 2 september 1945 onafhankelijkheid van zijn land (vanzelfsprekend geheel Vietnam) en is in maart 1946 tot president gekozen. Dwars hiertegen in probeerde Frankrijk in een bijna tienjarige koloniale oorlog Indochina terug te krijgen, maar werd in 1954 bij Dien Bien Phoe verslagen. In deze oorlog hebben de Verenigde Staten steun aan Frankrijk verleend. ‘Indochina is a piece worth a large gamble’. Bij de akkoorden van Genève, die in 1954 door de omgevende en bij de oorlog betrokken landen (behalve de Verenigde Staten) zijn getekend, is overeengekomen dat Vietnam tijdelijk in een noordelijke en zuidelijke helft zou worden verdeeld om de Franse troepen de gelegenheid te geven zich terug te trekken. In 1956 zouden vrije verkiezingen worden gehouden, hetgeen door de Verenigde Staten is gesaboteerd. De regering in Hanoi noemde zich Gouvernement van de Democratische Republiek Vietnam (G.R.D.V.N.) en is zich zo blijven noemen. De medische erfenis in 1954 gaf een nog ernstiger beeld te zien dan de situatie in 1945. Bij een uiterst primitieve algemene hygiëne hadden de klassieke plagen vrij spel: cholera, pokken, dysenterie, buiktyfus, besmettelijke kinderziekten, malaria, enzovoort. Sociale infectieziekten - tuberculose, lepra, trachoom en geslachtsziekten - waren algemeen verbreid. De zuigelingensterfte bedroeg 30 procent en de totale sterfte 20 tot 25 per 1000 bij een geboortecijfer van 40 per 1000 met een kraamvrouwensterfte van 1 tot 2 procent. Artsen en verpleegkundigen waren in onbetekenend aantal beschikbaar, curatieve zorg voor de bevolking bestond vrijwel niet en met preventieve zorg moest nog een begin worden gemaakt. Analfabetisme, ouderwetse landbouw en slechte transportmiddelen gingen hand in hand met een vrijwel ontbrekende organisatie van public health. Dit patroon van geboorte, ziekte en sterfte bij een uiterst zwakke en afwezige infrastructuur, ook in bestuurlijke zin, is niet specifiek voor (Noord)-Vietnam. Het is kenmerkend voor Aziatische landen na de ‘bevijding’ van het koloniale bewind, die leidt tot politieke zonder economische onafhankelijkheid. Hierop volgt als regel een neo-koloniale structuur, die een dunne bovenlaag extreme rijkdom bezorgt en de bevolking in nog groter armoe- | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 680]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
de dompelt dan in de ‘goede oude’ koloniale tijd reeds het geval was. Noord-Vietnam is (behalve China en Noord-Korea) het enige Aziatische land dat de neo-koloniale weg niet heeft gevolgd, maar doelbewust een zelfstandige ontwikkeling heeft nagestreefd. Na 1954 zijn vijf perioden te onderscheiden, die ieder speciale medische problemen hebben opgeroepen.
a. 1954 - 1964: in dit decennium van betrekkelijke rust is een sociaal en daarmee een medisch wonder verricht. Onder uiterst moeilijke omstandigheden is de basis gelegd voor een organisatie van volksgezondheid in socialistische zin, waarvan de drie hoofdkenmerken zijn: (1) voorrang aan preventie boven behandeling, (2) alle functionarissen in overheidsdienst, (3) penetratie in het (afgelegen) platteland.
De resultaten bleven niet lang uit. In enkele jaren waren cholera en pokken uitgeroeid en sociale (infectie)ziekten sterk teruggedrongen. Massa-vaccinaties met zelfgemaakt vaccin deden difterie, polio en tetanus als volksziekten verdwijnen. De algemene hygiëne is snel tot ontwikkeling gebracht. In de preventieve gezondheidszorg kregen moederschapszorg en kinderhygiëne en spoedig ook tuberculose-bestrijding prioriteit. De opleiding van artsen vond op grote schaal plaats. Het is zelfs gelukt om tot een goede registratie van geboorte en sterfte te komen. Deze successen zijn verkregen dank zij een hechte infrastructuur. Het analfabetisme is vrijwel uitgeroeid. De sociaal-economische toestand kreeg een andere dimensie. Intensivering van de landbouw op coöperatieve basis leidde tot een sterk verhoogde rijstproduktie en daarmee tot verbetering van de volksvoeding. Bij de industrialisatie viel de nadruk op de lichte industrie. Het transport verbeterde sterk. In geen enkel ander ex-koloniaal land zijn in zo korte tijd zulke grootse resultaten bereikt, ondanks of dank zij het ontbreken van westerse ontwikkelingshulp. Dit symbool van socialisme zou aanstekelijk kunnen werken op andere volken en moest daarom met genocide worden vernietigd, in blinde haat en vrees voor het zogenaamde communisme. Dit gold te meer omdat Noord-Vietnam zich in het eerste decennium van onafhankelijkheid een extreme inspanning heeft getroost om hulp te verlenen bij de bevrijdingsoorlog in Zuid-Vietnam: militair, economisch en medisch.
b. 1964 - 1969: massabombardementen - evacuaties. Om de successen te dwarsbomen en de bevolking op de knieën te krijgen, zijn in 1965 de massabombardementen op Noord-Vietnam begonnen, waarmee geheel Vietnam tot doelwit werd van de Amerikaanse bommenwerpers. Reeds in 1965 is de bekende leproserie Quanh Lap (2500 bedden) en het tuberculoseziekenhuis Than Hoa (500 bedden) verwoest. In vijf jaren zijn niet alleen alle bruggen en stations weggebombardeerd, maar ook vele ziekenhuizen, fabrieken en wegen. Naar de maatstaf van barbaren snijdt dit mes (dagelijkse massabombardementen) aan vele kanten:
| |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 681]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Deze factoren grijpen in elkaar en zouden een chaos hebben geschapen, als daar niet tegenover had gestaan een moreel dat door excessief lijden is gesterkt en wordt gedragen door een patriottisme, dat diep in de geschiedenis is verankerd. Een bewijs daarvoor vormt de massa-evacuatie van honderdduizenden, die zonder het optreden van epidemieën of andere calamiteiten is verlopen: een wonder van organisatie. Het geheim van deze (medische) successen is niet moeilijk te achterhalen: alles vindt plaats in overleg met en met medewerking van de bevolking. Uit de stedelijke centra is niet alleen het grootste deel van de bevolking geëvacueerd, maar zijn ook medische instellingen naar het platteland overgebracht: ziekenhuizen, vaccin-instituut en laboratoria. Het is gelukt om deze geïmproviseerde centra aan het oog van vliegtuigcamera's te onttrekken. Ook in deze periode van massabombardementen heeft Noord-Vietnam niet geaarzeld om de ‘Viet Cong’ - het bevrijdingsfront in Zuid-Vietnam - te blijven steunen, niet in de laatste plaats op medisch gebied. c. 1969 - 1971: korte periode van betrekkelijke ‘rust’. In deze korte (tweede) periode van betrekkelijke rust is de aandacht gericht op gedeeltelijk herstel van de schade, die door de bombardementen was geleden. Van herbouw kon geen sprake zijn, omdat men - naar zou blijken terecht - hervatting van de bombardementen vreesde. Om deze reden is de evacuatie langzaam teruggedraaid. Bij ons bezoek aan Hanoi eind 1970 was deze operatie vrijwel voltooid, opnieuw zonder (medische) calamiteiten. Toen stad en platteland weer min of meer functioneerden, ondanks de verwoestingen en oorlogsinspanningen, ving voor Noord-Vietnam de periode van de ergste beproevingen aan: d. 1971-1973: elektronische oorlog. Na de inval in Cambodja in 1970 en nadat Laos enkele jaren in het geheim als proefveld was gebruikt om de elektronische oorlog uit te proberen, kreeg Noord-Vietnam deze zegeningen van de moderne natuurwetenschap te incasseren. Eind 1972 zijn de bombardementen tot in het waanzinnige opgevoerd om met Kerstmis (vrede op aarde) hun hoogtepunt te bereiken. Kwetsbare objecten waren de belangrijkste doelen. Eerst zijn de dijken verwoest om door overstromingen paniek te zaaien en de rijstoogst te vernietigen. Door het kapot gooien van (spoor)wegen, bruggen en stations (voor zover nog aanwezig) en het leggen van mijnen voor de kust is het transport, ook van voedsel, extra bemoeilijkt. De curatieve medische zorg is ontwricht omdat de weinige ziekenhuizen die resteerden, in 1972 grotendeels zijn verwoest. In Hanoi zijn slechts twee ziekenhuizen blijven functioneren. Het is van bijzonder belang dat het Institut d'Hygiène, het landelijk centrum van vaccinberelding, ongeschonden is. De verwoesting van het grote Bach Mai ziekenhuis, een onderdeel van een tot in details voorbereide actie om het moreel van de bevolking van Noord-Vietnam te breken, zal voor altijd een symbool van westerse misdadigheid blijven. Deze duivelse opzet is mislukt. De westerse technologie kan vruchtbare gebieden met indrukwekkend natuurschoon en een oude cultuur omvormen tot poelen van menselijke ellende, maar ‘technology will never destroy human spirit’. Voor de materieel verwende Amerikaan is de ‘primitieve’ mentaliteit van de arme, ontrechte en mishandelde maar ongebroken Vietnamees moeilijk te begrijpen.
De balans van de oorlog in Indochina is nog niet op te maken, ook niet in Noord-Vietnam, waar de verwoestingen - hoe afgrijselijk ook - minder alomvattend zijn dan in Zuid-Vietnam, Laos en Cambodja. Dit verschil heeft niet verhinderd dat Noord-Vietnam - met 20 à 25 miljoen inwoners - honderdduizenden (zo niet enkele miljoenen) doden, gewonden en invaliden telt, afgezien van de talloze doven en blinden en de psychische repercussies van de bombardementen op kinderen en volwassenen. Ieder gezin mist één of meer familieleden en/of heeft de zorg voor een invalide. Ontelbaar is het aantal weduwen en (half)wezen. Napalm en fragmentatiebommen hebben tienduizenden gemutileerd. Alleen reeds de misvormin- | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 682]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
gen en contracturen door de littekens van brandwonden vormen een kwantitatief en kwalitatief schier onhanteerbaar vraagstuk. De nog niet ontplofte granaten, die als pepernoten zijn rondgestrooid, zullen nog talloze slachtoffers maken en bemoeilijken het veldwerk. Tuberculose neemt toe. Vele ernstig zieken en gewonden uit het Zuiden komen naar Hanoi voor behandeling. Bijna tien procent van de schoolkinderen is door de bombardementen meer of minder doof geworden! Water- en elektriciteitsvoorziening zijn in vele gebieden uitgeschakeld. De erosie - met ernstige economische gevolgen tot in lengte van dagen - is sterk toegenomen. Ook overstromingen en vergiftiging van de grond door herbiciden hebben vele gebieden onbruikbaar voor rijstbouw gemaakt. Miljoenen bomkraters zijn over het land verspreid. De reconstructie van deze verwoestingen zal enkele decennia in beslag nemen.
De gezondheidsdienst van Noord-Vietnam ziet zich voor de bovenmenselijke taak geplaatst massavaccinaties te intensiveren, drinkwatervoorziening en fecaliënafvoer aan elementaire eisen te laten voldoen, sociale ziekten (lepra, trachoom en tuberculose) in toom te houden en malaria te bestrijden. Verdelging van ratten, vliegen, muskieten, wandluizen en luizen schept extra moeilijkheden nu de behuizing na de extreme verwoestingen door de kerstbombardementen tot het belangrijkste sociale vraagstuk is geworden. Van het resterende huizenbestand ontbreekt grotendeels de dakbedekking. Aan ‘toiture’ is - ook uit medisch oogpunt - het aller-allermeest behoefte. De organisatie van de volksgezondheid in Noord-Vietnam is in staat gebleken grote schokken op te kunnen vangen: monsterbombardementen, massa-evacuaties, transportproblemen, overstromingen en last but not least extreme oorlogsinspanningen. Welk geïndustrialiseerd land zou hiertoe in staat zijn? Zonder de betekenis van de curatieve zorg te onderschatten is het duidelijk dat in het algemeen en zeker onder de huidige omstandigheden in Vietnam de hygiënische zorg veel belangrijker is dan behandeling van patiënten. Voedselvoorziening (landbouw), watervoorziening en bestrijding van volksziekten zijn de pijlers waarop een rationeel georganiseerde gezondheidszorg steunt. De grens tussen preventie en behandeling is niet scherp. Een voorbeeld vormt het opsporen van tuberculose-patiënten. Door hen te behandelen - het gelukt tegenwoordig om met medicamenten het sputum te ‘steriliseren’ - schakelt men de infectiebronnen uit en beperkt daarmee de verspreiding. Een ander voorbeeld vormt behandeling van invaliden. Door revalidatie voorkomt men maatschappelijke incapaciteit. Een derde voorbeeld van onscherpe grenzen tussen curatieve en preventieve zorg vormt de verloskundige voorziening, één van de belangrijkste onderdelen van de medische zorg ook onder ‘primitieve’ omstandigheden. e. 1973 - 2000 of langer: reconstructie. Het reconstructiebeleid van de Regering van Noord-Vietnam hangt niet alleen af van nationale maar niet minder van internationale verhoudingen. Dit geldt ook voor het medisch beleid, dat nauw is verweven met de algemene supra- en infrastructuur. Men kan verwachten dat de medische opbouw in de eerste plaats op bevordering van hygiëne - in brede zin - zal zijn gericht, hand in hand met de sociaal-economische reconstructie. Herstel van de curatieve gezondheidszorg kan pas geleidelijk plaatsvinden, hoe gaarne men ook anders zou wensen. De hulp van het Medisch Comité Nederland-Vietnam en van Europese zusterorganisaties, die na de ‘vrede’ onmisbaar blijft, ligt in het curatieve vlak, maar is van bijzondere betekenis door het selectieve karakter, omdat het hulp betreft op verzoek van en in overleg met de betreffende gezondheidsdiensten. Om het medisch beleid in dezelfde geest als in de afgelopen jaren te kunnen voeren, probeert de overheid ‘to rely essentially on its own strength’, dat wil zeggen te steunen op de bevolking. Niet health education in westerse zin, maar overdracht van kennis door sterk geïnteresseerde en goed geïnstrueerde stads- of dorpsgenoten, die zich allen betrokken weten bij de socialistische opbouw van het land, is het geheim van de snel bereikte medische successen. In de toekomst zal bij de aanpak van de | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 683]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
gigantische medische problemen de actieve participatie van de bevolking nog meer nodig zijn dan in het verleden. Terwijl de oorlog - driekwart jaar na de akkoorden van Parijs - in het Zuiden nog verre van afgelopen is en dus ook van Noord-Vietnam extra inspanning en grote waakzaamheid blijft vergen, doet bij de nauwelijks begonnen opbouw van Noord-Vietnam een nieuw element zijn intrede: (grootscheepse) hulp van westerse landen, zelfs (voorlopig op papier) van de Verenigde Staten. Deze hulp zal zich niet in de laatste plaats richten op medische objecten en daarmee een deel vormen van zogenaamde ontwikkelingshulp. Hoe zal Noord-Vietnam hierop reageren? Wellicht zal het aanbod van ontwikkelingshulp in Hanoi spanningen oproepen. In het medische vlak zullen universitaire en daarmee verwante kringen hun wensen gedeeltelijk toespitsen op (ultra)moderne apparatuur, terwijl de overheid primair behoefte heeft aan basismateriaal om de ergste noden te kunnen bestrijden. Wat is naar sociaal-hygiënische maatstaf meer nodig: dakbedekking of een elektronenmicroscoop of beide? Nu algemeen wordt erkend dat de zogenaamde ontwikkelingshulp, die in de laatste kwart eeuw door rijke aan arme landen is verleend, niet heeft verhinderd dat de kloof tussen rijk en arm is verbreed en verdiept, zal Noord-Vietnam bij het aannemen van ontwikkelingshulp voorzichtig zijn en de komst van zogenaamde experts beperken, maar openstaan voor toepassing van moderne (medische) methodieken. Een evenwicht zal moeilijk zijn te vinden, vooral als zich nieuwe vraagstukken aandienen, zoals de bestrijding van geslachtsziekten. In Noord-Vietnam zijn venerische infecties al vele jaren uitgeroeid (westerse scepsis ten spijt), in Zuid-Vietnam is Saigon sinds jaren een lustoord van prostitutie. Onvolledige behandeling heeft daar resistentie tegen penicilline doen ontstaan. Als venerische infecties na de ‘vrede’, die door volksverhuizingen zal worden gevolgd, Noord-Vietnam binnendringen - hetgeen onvermijdelijk lijkt - zal de grootste waakzaamheid zijn geboden en westers advies over de meest doeltreffende behandelingswijze gewenst zijn. Wellicht geldt dit ook voor de organisatie van de contraceptie. Zowel westerse ontwikkelingshulp als extreme behoefte aan behandeling van zieken, gewonden en invaliden kunnen de organisatie van curatieve zorg geleidelijk doen domineren boven de organisatie van hygiëne en preventie. Men moet de volksgezondheidsautoriteiten van Noord-Vietnam, die getoond hebben over uitzonderlijke kwaliteiten te beschikken, de kracht en wijsheid toewensen om in hun beleid aan sociaal-medische vraagstukken voorrang te blijven geven. De geschiedenis leert, dat het moeilijker is de vrede dan de oorlog te winnen. Dit geldt ook op het gebied van de volksgezondheid.
enkele relevante publikaties Le service de santé face aux tâches de la guerre Editions Medicales, Hanoi, 1967. Etudes Vietnamiennes nr. 25, 1970, 25 années d'activités médico-sanitaires Etudes Vietnamiennes nr. 29, 1971, Guerre chimique Etudes Vietnamiennes nr. 34, Médecine rurale et médecine préventive Etudes Vietnamiennes nr. 35, 1972, Le néo-colonialisme U.S. dans le sud-est Asiatique J.H. de Haas, ‘Bezoek aan Noord Vietnam eind 1970’, Wetenschap en Samenleving, jrg. 25 nr. 4, 1971 J.H. de Haas & J.H. de Haas-Posthuma, ‘Public Health in North Vietnam, Scientific World Vol. XV nr. 6, 1971 Vietnam Courier nr. 9, 1973, ‘Bach Mai: the Hospital and the Heinous American Crime, blz. 10 Vietnam Courier nr. 10, 1973, ‘Active Mass Immunization’, blz. 18. |
|