[Commentaar]
Het vorige nummer van De Gids heeft enige mythevorming tot gevolg gehad. Voor de toekomstige geschiedschrijver, maar ook om de over dat nummer ontstane discussie tot het eigenlijke onderwerp - oppositie in Oost-Europa en de houding van links in het Westen daartegenover - terug te brengen, is een rechtzetting noodzakelijk. In zijn Hopperkolom in de Volkskrant heeft Nico Scheepmaker geschreven dat niet alleen hijzelf maar ook een aantal andere deskundige Nederlandse auteurs door ‘veto's’ van redacteur Constandse uit het nummer zijn geweerd. Die bewering is in andere kranten en weekbladen overgenomen en zelfs nog uitgebreid. Zo schreef bij voorbeeld Paul van 't Veer in Het Parool: ‘Blijkbaar heeft het veto van Constandse mensen als Prof. van het Reve en Prof. Bezemer buiten de deur gehouden’. Maar de redactie van De Gids is geen vergadering van vertegenwoordigers van grote mogendheden. De redacteuren beschikken niet over een recht van veto. Zij hebben wel een privilege: in De Gids te kunnen schrijven wat ze willen. Alleen bijdragen van redacteuren behoeven geen beoordeling door andere redacteuren. Het is daarom evenmin juist wat Igor Cornelissen in Vrij Nederland heeft geschreven, dat Constandse ‘volgens afspraak met de redactie voor “tegenwicht” zou zorgen’. De redactie als zodanig had aan ‘tegenwicht’ geen behoefte, sommige redacteuren, waaronder Constandse, wel. Constandse heeft zijn stuk dus geheel naar eigen goeddunken geschreven. Het collegiale karakter van de besluitvorming houdt bovendien in, dat bij blijvend conflict alleen uittreden van een of meer redacteuren of uiteenvallen van de redactie een oplossing kan bieden. Over een veto van een van de redacteuren te spreken is daarom absurd. Alle redacteuren dragen te allen tijde verantwoordelijkheid voor de gehele inhoud van De Gids.
Er kan dus nooit sprake zijn van het weren van auteurs door één van de redactieleden. Wat is er in dit geval dan wel gebeurd? In een inleidend commentaar heeft de redactie de bedoeling van het nummer duidelijk genoeg beschreven: het publiceren van voor de oppositie in Oost-Europa representatieve documenten, voorzien van enige toelichtende artikelen, benevens het opnieuw aan de orde stellen van de discussie over houding en verhouding van links in het Westen tegenover en met Oost-Europa, met name de Sowjet-Unie. Van de ‘beschouwingen’ over dat thema zouden er vijf verschijnen, maar helaas zijn twee auteurs hun toezegging niet nagekomen. Michel Korzec deed mij het voorstel Nico Scheepmaker alsnog om een bijdrage te vragen pas nadat de laatste redactievergadering vóór het verschijnen van het Oost-Europa nummer al was gehouden. Ik heb daarom eerst Constandse als meest betrokken politiek redacteur om zijn oordeel gevraagd. Dat was inderdaad afwijzend. En gezien de toch al grote omvang van het nummer heb ik dat oordeel aanvaard en niet opnieuw een redactievergadering bijeengeroepen. De verantwoordelijkheid voor het afwijzen van Scheepmaker berust met andere woorden mede bij mij. Dat is alles. - (vdB)