De Gids. Jaargang 136
(1973)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 344]
| |
Alexander Münninghoff
| |
[pagina 345]
| |
noodzakelijk kwaad, dat de denkende contemporaine Russische mens behoedt voor het lot van de anonieme produktie-eenheid, die gedwee de noodlottige stroom van de geschiedenis volgt zonder te proberen iets aan die stroom te veranderen. Positiever is het appèl van de inmiddels in het kamp omgekomen pacifist-schrijver Joeri Galanskov, die stelt dat de rechteloosheid in de sowjetunie de geloofwaardigheid van de marxistische leer voor de buitenlandse communistische partijen vermindert, waardoor de internationale communistische beweging ondermijnd wordt. Hij stelt een beraadslaging over de interne ideologie van de communistische wereldbeweging voor. Er zijn schokkende documenten bij over de behandeling die dissidenten in de zogenaamde ‘psychiatrische inrichtingen van het speciale type’ moeten ondergaan: een belangrijk deel van de medische wetenschap blijkt inmiddels een levensgevaarlijk apparaat in handen van de overheid te zijn geworden. Het laatste document, de brief aan ‘Times’, is naar mijn smaak het meest representatief voor de actuele situatie van de oppositionelen. Het vijftal dat voor de inhoud van deze brief getekend heeft behoort tot de oppositionelen ‘nieuwe stijl’: Joeri Stein is van de groep-Jakir, Alexander Volpin was lid-deskundige van het Comité van Sacharov. Zij allen werden door de K.G.B. ‘uitgenodigd’ te emigreren; aan de vooravond van hun vertrek werpen ze een bedroefde blik op wat ze achterlieten. Reden tot optimisme hebben ze niet, zelfs zeggen ze het stilzwijgen van de Russische intelligentsia, terwijl de represailles van de autoriteiten onverdroten doorgaan, begrijpelijk te vinden. Een dergelijk statement zou de belligerente, enthousiaste oppositionelen van enkele jaren geleden nooit over de lippen gekomen zijn. De sombere droefheid in de ‘Times’-brief heeft te maken met de efficiënte campagne die K.G.B.-chef Andropov in december 1971 op aandringen van het Politbureau tegen de democratische beweging begon. Dat men in de Russische regeringstop de knoop had doorgehakt en op een beslissende eens-en-voor-altijd-actie zonder aanzien des persoons aanstuurde, werd duidelijk op 21 juni 1972, toen ook Pjotr Jakir, die tot dat moment altijd nog, in verband met de rehabilitatie van zijn vader door Chroestjov, enige protectie in hogere kringen had gehad, in een zwarte Volga naar de Lefortovo-gevangenis werd afgevoerd. Ook de vaak als onaantastbaar beschouwde Sacharov (immers ‘vader van de Russische H-bom’) lijkt de dans niet te zullen ontspringen. Zijn naaste medewerker in het comité, professor Tsjalidze, kreeg erg gemakkelijk een visum voor zes maanden naar Amerika. Toen hij enkele weken in dat land was, kreeg hij bezoek van een functionaris van de sowjetambassade, die hem zijn paspoort afnam, zodat Tsjalidze min of meer geruisloos verbannen is. Ook de bekende gerontoloog Zjores Medvedjev dreigt zoiets te overkomen, evenals vele andere dissidente geleerden van formaat overigens.
Nu door die harde actie van Andropov de stemmen der dissidenten steeds meer lijken te gaan verstommen, is het de morele taak van ieder westers publiciteitsmedium dat, onafhankelijk van politieke of religeuze richting, het principe van de rechten van de mens steunt, de zaak van de Russische dissidenten te bepleiten. Ongeïnteresseerdheid kan tot verderfelijke consequenties leiden. In de eerste plaats voor de dissidenten zelf, die zonder de wetenschap dat het westen de aandacht op hen gericht houdt al spoedig in een dergelijke depressiespiraal als Volpin en Stein zullen belanden en ten slotte, in de overtuiging dat hun protesten nutteloos en alleen maar gevaarlijk voor hen zelf zijn, ofwel voorgoed hun mond zullen houden, ofwel (als dat dan nog mogelijk is) de ‘uitnodiging’ tot emigreren zullen aanvaarden. Wat dan in Rusland overblijft is de grote, apathische mensenstroom waar Nadjezjda Mandelstam over schrijft, die bestuurd door de nieuwe roergangers die de lessen van de geschiedenis vergeten zijn, in een nieuwe stalinistische draaikolk zal belanden zonder dat er nog spaanders over zijn die iets aan die fatale koers kunnen veranderen. Het is evident dat een hernieuwd isolationisme van de Sowjet-Unie, dat zeker zal ontstaan als de restalinisatietendensen, die praktisch nergens in de wereld meer aanslaan, de overhand krijgen, van zeer negatieve invloed zal zijn op verdere mondiale ontspanningspogingen. |
|