De Gids. Jaargang 136(1973)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 158] [p. 158] Rudolf Geel Vier gedichten Op reis De omstreken van Dublin jij reisde door dit droeve land en ook ik het was een guur dagje soms een beetje zon op de weg De buschauffeur met zijn gebogen tong - hoeveel keer eerder wist hij in de verte Stefan Daedalus' Martello-tower aan te wijzen het rotspad naar Shaws woning de overblijfsels van een klooster (middeleeuws en winters) Glendaloch: het samenstromen van de wateren In de diepte, afgegleden van de stille heuvels die gods adem vasthielden en daarna waren vergeten ‘Binnen deze kruisen was de mens vrij en onschendbaar’ onthulde de voerman, en hij leidde ons naar het kruis der wensen Maar hij keek of de wensen tegenwoordig niet uitkwamen; men trof hem hier al jaren en hij moest er nog jaren blijven komen En of hij zich vrij voelde en onschendbaar - Al rijdende reciteerde hij ‘het samenvallen van de wateren’ [pagina 159] [p. 159] Trinity College Dublin november 1968 Je komt hier eigenlijk niet voor het eerst: de lange kasjmirjassen, tafels met pamfletten toekomst opgetuigd met revolutie vrolijkheid: het is nog maar vroeg in de jaartelling Mijn moeder begaf zich tussen hen en betrad op haar bontlaarzen de campus; nu bevond zij zich binnen de aantrekkingskracht van het Book of Kells (of dat wat hielp) - overal groen zorgvuldig onderhouden gras, een meisje liep met een hockeystick liep even ons beeld binnen en onmiddellijk dacht ik: 's zomers misschien zal zij de snotgroene zee bespringen en de grauwe golven haar Even later zelf uitwaaiend bij het gesloten Joyce Memorial; zoute spetters sloegen mij in het gezicht, in de verte een kerktoren, die beierde maar niet voor mij en ik keek over het neuswater mijn broer in het gezicht die hier kwam om te trouwen waar ik zoveel gelezen had Hallo beauty! riep de jonge revolutiebrenger naar mijn vrouw en zij wilde meteen zijn geschrift kopen maar ik wist ook hierop niet wat ik moest zeggen en mijn moeder liep al naar de winkels terwijl ik haar nakeek over het water van de rivier de Liffey [pagina 160] [p. 160] Wandelend op straat ontwaarde ik mijn kat in een donkere spleet waar het meestal goed kijken is, en toen hij wegsprong na een vermaning wist ik dat ik hem moest redden hoewel hij later toegaf deze ontvluchting door het keukenraam op zich te hebben genomen om de sleur in het moreel van zijn baas te doorbreken Zie mij kruipen over de daken ‘Paardenrennen of voetbal buurman’ schreeuwden de vrouwen ‘Het zal wel weer paardenrennen wezen’ Ik ving hem in vogelvlucht; in de gauwigheid had hij een duif in zijn bek genomen - en dit gebaar van vrede vertederde mij, hoewel de dag toch weer verpest was en het leven nog steeds kort schijnt te duren. De zilveren glans van mijn auto verleende aan mijn zelfvertrouwen een metaalkleur; in dit Europa woest zoals het was geworden ondanks de tekeningen van Behrendt kwamen wij krabbend miauwend en blazend dolgelukkig thuis bij het vrouwtje [pagina 161] [p. 161] Op deze mooie middag speelden wij in gedachten het partijtje tennis dat de morgen ons beloofd had. Eén ogenblik was er geen regen, tussen het gravel schoten witte bloemen omhoog in plaats van fiere mannen met zonnekleppen en knevels. Ik speelde zo omzichtig mogelijk maar kon toch niet beletten dat ik na de opslag het net raakte - het werd half vier een tennisbaan waarop je uitglijdt na een stortbui is een slechte spiegel voor de zelfverheerlijking oude kampioenen zwierven met witte wolkjes om hun gelauwerde hoofden langs de rozentuinen - De Saint! riep een klein meisje toen dronken wij gezamenlijk een kopje thee in de lounge Een genoegelijke middag de sprekers waren geestig als immer Vorige Volgende