[Annie Romein-Verschoor
Luiheid - stimulans van de Geest, Vlijt - zijn hofnar (vervolg)]
scheiden naar de infinitief met ij of ei; ook de analfabeet of de blinde leert dat op de klank af. En van blinden gesproken, waarom zou men bij het op band brengen van boeken zo zorgvuldig letten op het aan elkaar aanpassen van de tekst en de stem van de voorlezer?
Het is opmerkelijk dat het verzet zelden de vorm aanneemt van een complete analyse van een nieuw spellingsvoorstel telkens wanneer er een ter sprake komt, maar dat het tegen iedere verandering überhaupt, om een emotioneel verzet tegen wijziging van bepaalde, vertrouwde schriftbeelden gaat, waarop behoudend ingestelde geesten - en ook de felste revolutionair is op bepaalde punten behoudend - met zoiets als de ‘kleurenschok’ van een overgevoelige patiënt bij een Rohrschacht-test reageren. Een halve eeuw geleden reageerden de meeste dichters even emotioneel afwijzend op getypte verzen. Niet op gedrukte, die kinderziekte waren we omstreeks 1500 te boven en Erasmus was compleet verliefd op ‘die kleine lettertjes’ van Aldus Manutius.
De leden van de Vereniging van Letterkundigen, koplopers in dit emotioneel protest, maken zich er zorgen over dat goede schrijvers van enige decennia terug eruit zouden raken tot verlies van onze literaire cultuur, omdat herdrukken in een nieuwe spelling te kostbaar, offsetdrukken in een verouderde spelling niet aanvaard zouden worden. Betekent dat, dat we eeuwig aan de spelling van toevallig die boeken moeten vasthouden tot we met onze taal er even ver van afgeweken zijn als de Engelsen van hun nog altijd gebruikte spelling en we net als