De Gids. Jaargang 134
(1971)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 542]
| |
Harry Mulisch
| |
[pagina 543]
| |
generaals om onder bepaalde omstandigheden massamoordenaars te worden. Rap en bekwaam zal hij zich verdedigen, de schrijver van On thermonuclear war, van Thinking about the unthinkable en van On escalation, - boeken, waarmee hij aan het eind van de koude oorlog de hete weer denkbaar maakte. In maart 1968 heb ik hem een dag beleefd. Eerst in Amsterdam, waar hij was voor de opname van een televisiedebat met Toynbee; 's avonds in Groningen, op het polemologisch instituut van Röling, - waar de luchtmacht hem, lieveling der officieren, gratis per straaljager heen bracht: dat wil zeggen op mijn kosten. Als lieveling van de amerikaanse generaals was hij op doorreis naar Viet-Nam, en geschminkt en wel, beentjes wijd omdat anders zijn buik niet uit de weg kwam, schetste hij in de studiokantine een paar situaties, waarin de amerikanen strategische fouten plachten te maken.
Mij kwamen deze situaties bekend voor, want ik kwam net uit Cuba, en daar hadden voormalige guerillastrijders mij op net zulke papiertjes hun taktiek gedemonstreerd: eerst een kleine patrouille overvallen, dan in hinderlaag op de te hulp snellende hoofdmacht wachten, deze versnipperen door haar via een voorgewende vlucht naar verschillende ‘Hoewel we allemaal weten dat het zeer onwaarschijnlijk is dat de noodzakelijke maatregelen genomen worden, zijn er maar weinig mensen die in hun dagelijks leven beseffen dat deze wereld over tien, twintig of dertig jaar te gronde zal zijn gericht. Integendeel: politici beloven ons regelmatig dat het leven in het jaar 2000 beter zal zijn. In Nederland is er onlangs zelfs een minister geweest die heeft verklaard dat over vijftien jaar de Rijn weer helemaal schoon zal zijn.kanten het land in te lokken, en haar dan vernietigen. Als de amerikanen dat nu maar wisten te vermijden - en hij ging er nu iets aan doen - zou alles snel beter gaan, en de oorlog die niet verloren mocht worden (want anders kregen we fascisme thuis) zou gewonnen worden. Hij dacht uitsluitend in termen van strategie en morale, net als zijn generaals, en dat was precies de reden waarom zij een oorlog voerden die niet bestond, en die zij daarom niet konden winnen. Met zijn raadgevingen ging hij die hopeloze oorlog nu nog wat verlengen. De ‘V.C.’ had een hoog moreel, volgens hem, zij was agressief, en dat kwam om dat zij ‘westers’ was; hij bewonderde haar om die reden, maar nam zichzelf zijn bewondering kwalijk. Toen ik voorzichtig opperde dat de kracht van Bevrijdingsfront en Hanoi misschien toch minder in hun al of niet westerse ‘moreel’ lag, dan wel in hun ideologische moraal, toen lachte hij laatdunkend, verachtelijk. De politieke en historische feitenkennis, die hij ten toon spreidde, was ontzagwekkend - voor zo ver het te verstaan was althans: als grint van een kiepkar stroomden de woorden uit zijn poppemond. Vragen begon hij al te beantwoorden eer het vraagteken was bereikt; niet zelden veranderde hij haar eerst in een vraag, die hij verstandiger | |
[pagina 544]
| |
achtte, en soms was dat zo. Hij had gehoord dat ik een boek over de provo's had geschreven, en toen ik vertelde dat ik hem daarin had geschetst als een provo, die de politiek speelt, maar dan de politiek van de gevestigde macht, toen lachte hij tevreden.
Ik merkte op, dat hij er mooi uitzag met al die schmink, waarop hij zei dat dat ook wel nodig was, want iedere ochtend gaf de spiegel hem een shock. Voor andere shocks had hij andere schmink. Trede no. 29 bij voorbeeld uit zijn beroemde eskalatieladder, Examplary attacks on population, noemde hij ‘het bloedneuseffekt’. Al eerder had trouwens de atoombom op Hiroshima ‘Little Boy’ geheten - en nog wat eerder het plan tot uitroeiing van mensen die namen als ‘Kahn’ droegen Endlösung, ‘eindoplossing’, waarbij iedere afzonderlijke moord het onschuldige etiket Sonderbehandlung kreeg. ‘Op het ogenblik besteden bijna 200 000 Amerikaanse ingenieurs en wetenschapsbeoefenaars al hun tijd aan het maken van wapens. Dat is een commentaar op, en misschien een verklaring voor de vaak gehoorde uitspraak, dat er nu meer wetenschapsbeoefenaars leven dan er sinds Adam en Eva geweest zijn.’ - Paul Goodman. Kortom: de linguïstische Tarnkappe doet het ook buiten het vaderland van Siegfried niet slecht. En de eskalatielijst in haar geheel, zijn Jacobsladder naar de hel, noemde hij een middel tot kommunikatie met de vijand. Lieve hemel! Ik moest denken aan een passage in Albert Zollers Douze ans auprès d'Hitler, handelend over de laatste dagen van de Führer in zijn bunker, onder het brandende Berlijn, - waarin een sekretaresse vertelt: ‘Eens, toen hij op de sofa was gaan liggen voor de ochtendthee, begon hij zich plotseling uit te rekken en met onduidelijk gebrom zijn armen te strekken. Daarna keek hij ons vreemd aan en verklaarde, dat een mens zich door deze eenvoudige bewegingen aan een ander verstaanbaar kon maken. Wij verstijfden van schrik.’ |
|