De Gids. Jaargang 133
(1970)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 305]
| |
Gesprek met E. Josephzoon
| |
[pagina 306]
| |
rangs burger tot een gelijkwaardig burger, dan moet je gaan doen aan een soort mentale verandering. Het onderwijs moet op een ander peil, op een ander niveau komen, ook op een andere wijze gegeven worden, maar dat ziet men niet als verbetering. Medische voorziening wordt nog geaccepteerd en het verdelen van voedsel voor ouden van dagen. De politieke activiteit wordt hierdoor alleen maar bemoeilijkt en dat blijkt bij elke verkiezing. Als ik ze zou zeggen dat het onze bedoeling is voor de jongens een internaat op te richten, waardoor wij ook onze eigen doktoren kunnen krijgen zijn ze geneigd te zeggen ‘ach we hebben die doktoren al in de stad en die man uit de stad zal wel beter zijn dan onze eigen doktoren. Wat wij nodig hebben is voedsel en geld’. Dit is uiteraard een heel moeilijke zaak waardoor je geen normale principiële politiek kan voeren. Ik zou u fantastische verhalen kunnen vertellen van hoeveel bootladingen er naar boven zijn gestuurd enkel en alleen om de verkiezing te kunnen winnen. Als je echt de verkiezing wil winnen moet je er geld in gaan stoppen, moet je ze eten geven. Ik ben dus van oordeel dat wij moeten gaan werken aan een verandering van die hele maatschappij. Ik geloof echter, dat als ik heel eerlijk moet zijn, de Bosnegerpartij, strikt politiek genomen, het niet helemaal goed zal kunnen doen. Vandaar dat ik meen dat de Bosnegerpartij eigenlijk een regionale partij zal moeten zijn binnen een grote partij en dat deze grote partij moet komen met een overall plan en zal moeten proberen de mensen de zinvolheid van dit plan te doen zien. We staan hier voor een heel groot dilemma. Ik ben het er wel mee eens dat als we een politieke structuur zouden kunnen vinden aangepast aan het binnenland, die waarschijnlijk meer zal gaan bloeien, maar aan de andere kant is het duidelijk dat die oude structuur van ons remmend werkt op een progressieve en een principiële politiekvoering. We zijn allemaal van oordeel dat die oude structuur niet meer te handhaven is, en we mogen zeggen wat we willen, de Surinaamse ontwikkeling gaat typisch in de richting van de westerse. Het handhaven van de situatie in het binnenland werkt tot op zekere hoogte enorm remmend op een progressieve en een principiële politiekvoering. Het is daarom bijzonder moeilijk om zonder meer te zeggen welke richting we moeten opgaan. Ik zie ook geen compromis, dat moet ik eerlijk zeggen. Mijn eigen opvatting, en die is bijzonder radicaal, is dat - en dan kom ik dus op wat ik bedoel met de regionale partij - de P.N.P.-ers moeten zeggen: de noden in het bosland liggen zó, dat brengen we dus in kaart en daarna gaan we een plan ontwikkelen voor dat gebied, en de afdeling binnen de P.N.P., dat is dus in dit geval de Bosnegerpartij, zal de P.N.P. achterna moeten zitten opdat deze plannen zoveel mogelijk gerealiseerd worden. Het komt dus hierop neer dat wij binnen de P.N.P. een soort pressure groep moeten gaan vormen. Ik zie in een planmatige ontwikkeling het enige heil en als politieke organisatie moet je dus als pressure groep gaan werken.
Wat is de rol van de andere regeringspartij, de de V.H.P.Ga naar eindnoot2. in de ontwikkeling van het bosland?
Direct na de verkiezing, nadat de heer Lachmon was benoemd tot formateur, heeft hij als belangrijkste adviseur voor de Bosnegeraangelegenheid niet de voorzitter van de Bosnegerpartij, maar de heer GaddenGa naar eindnoot3., die hem tot het eind toe trouw is gebleven, benoemd. Nog mooier is, dat, ondanks het feit dat de Granmans mij verzochten hem tijdens een bespreking te vergezellen, de heer Lachmon dit niet heeft toegestaan en de heer Gadden was de enige die hen mocht begeleiden. Hij is zelfs zover gegaan voor te stellen aan de Granmans dat de heer Gadden hoofdadviseur zou worden van binnenlandse aangelegenheden, een soort van, zoals hij het zelf uitdrukte, reizende ambassadeur in het binnenland. De bedoeling is duidelijk, daardoor zou de machtspositie van Gadden in het binnenland bijzonder groot worden, want wij weten wel dat hij gesteund zou worden door de V.H.P. En dat zou betekenen, zo hebben wij dat geïnterpreteerd, dat de Bosnegerpartij in het binnenland helemaal geen voet meer aan de grond zou krijgen, want het is duidelijk dat bij de eerst volgende verkiezing ook een V.H.P-er en dat betekent in dit geval de heer Gadden, als kandidaat gesteld zal worden. Ik moet direct zeggen dat de V.H.P. eigenlijk de wind mee heeft. Onze grootste uitbuiters zijn | |
[pagina 307]
| |
de Creolen zelf en de N.P.S. Nu is de heer Lachmon gekomen en die heeft gezegd: je moet breken met de N.P.S. anders word je nog meer uitgebuit, hij heeft de Bosnegers echt een soort evangelie gegeven, waarin zij gingen geloven, en wij moeten dus eerlijk zeggen dat hij ook gelijk heeft. De feitelijke situaties liegen er niet om, de N.P.S. heeft weinig gedaan voor het binnenland. In het binnenland ziet men de V.H.P. nu inderdaad als een soort redder en in de samenwerking van P.N.P. en V.H.P. heeft de V.H.P. een iets positievere plaats omdat men in een Frank Essed eigenlijk nog een Jopie Pengel figuur ziet. Dat is dus het nadeel van de P.N.P. in deze en dat blijkt duidelijk. Hoewel wij in één district zonder meer hebben gewonnen, is er nog een duidelijk wantrouwen tegen de stadscreool. Hoe zou die stadscreool dit nu moeten veranderen? Dan krijgen we dus weer die opportunistische politiek, door zoveel mogelijk iets voor deze mensen te doen, maar dat betekent dan ook werkelijk dat men bootladingen goederen naar boven zou moeten sturen. Men zal daar bestuursopzichters moeten benoemen die opkomen voor de families enzovoort enzovoort. Dat zou de enige mogelijkheid zijn.
Als je de structuur gaat veranderen en de politieke-partijgeest op de Bosnegers overbrengt, dan blijft er waarschijnlijk van de Bosnegermaatschappij als zodanig weinig meer over, want daar is de politiek met de hele psychologische, religieuze, filosofische, economische structuur verweven. Zodra je dus één steen daarvan gaat wegnemen, van dat gebouw, van die structuur, zakt alles in elkaar en wat moet je dan met de Bosnegers?
U raakt inderdaad hiermee de kern van de zaak. Als Bosneger sta ik hiervoor een heel groot dilemma. Ik ben bijna geneigd te zeggen dat voor de meer ontwikkelde Bosneger er een tragische ontwikkeling te bespeuren valt, want het is hier een kwestie van een keuze doen. Je moet kiezen voor het oude of voor het nieuwe. Het is waar dat als we één ding veranderen, wij die hele structuur veranderen. Voor mij geldt echter op dit ogenblik alleen de vraag: wat is belangrijker. Het uit emotionele, uit piëteitsoverwegingen handhaven van het mooie verleden ten koste van een echte ontwikkeling, of moeten we die ontwikkeling toch maar doorvoeren met verlies van onze culturele achtergronden. Ik ben dus voorstander van die ontwikkeling, maar ik ben geneigd me af te vragen of er niet een mogelijkheid te vinden is dat bepaalde uitingen toch wel binnen dat moderne een plaats kunnen krijgen. Als je ziet hoe dit bij de Hindoes gerealiseerd wordt, dan zou het ook bij ons kunnen, maar ik wil het behoud van het eigene, ten koste van een daadwerkelijke vooruitgang in het bosland, niet primair stellen. Bovendien, het zou niet eens menselijk zijn, het is niet meer humaan.
Wat is het streven van de Progressieve Bosneneger Organisatie, de P.B.O.?
De bedoeling van deze organisatie is, althans zo luidt het, om onafhankelijk van de politiek op te komen voor de belangen van de Bosnegers. Men zou via deze organisatie met de regering, de regerende instanties en met andere grote maatschappijen kunnen onderhandelen, omdat het zogenaamd moeilijker zou toegaan met politieke partijen. Het grappige is dat de leider van deze organisatie de heer Gadden is. Wij zien het als een poging om het verloren prestige in het binnenland te herwinnen waardoor de invloed van de V.H.P. via Gadden in het binnenland steeds groter zal worden. Dat blijkt uit bijna alle publikaties waarin steeds weer gezegd wordt dat de P.N.P. niets doet voor het binnenland: de enige partij die het goed meent met het binnenland is de V.H.P. En de Bosnegers worden opgeroepen om zoveel mogelijk alleen maar de heer Lachmon, de leider van de V.H.P. te geloven. Ik zie het persoonlijk als een poging van onder andere de heer Lachmon om die stroming die wij nu duidelijk kunnen waarnemen, namelijk van een naar elkaar toegroeien van alle Creoolse groeperingen, tegen te werken, want wij kunnen zonder meer stellen dat de Bosnegers ongeveer zeventien duizend stemmen kunnen opbrengen als ze allemaal geregistreerd zouden zijn en dat zou betekenen dat de V.H.P. daardoor alleen al drie zetels achteruit zou gaan op de landelijke lijst. Een associëring van de Bosnegergroepering met de Creoolse groepering in de stad zou politiek ver- | |
[pagina 308]
| |
lies betekenen voor de V.H.P. en dat probeert men te voorkomen door een soort splitsing te veroorzaken tussen de bosland Creolen en daarbij wordt een van de leiders gebruikt namelijk de heer Gadden.
Kunt u nog een prognose stellen over de toekomst van de politieke bewustwording van de Bosnegers?
Er is een enorm politiek probleem in Suriname. En de oplossing ligt alleen maar hierin dat er een groot Creools blok gevormd zal moeten worden. Daarin zie ik de taak voor de Creoolse groepering in de stad: dat men de Bosnegers zodanig politiek bewust moet maken dat zij zich gelieerd voelen aan de Creoolse groepering, want indien zij niet in deze groep opgenomen worden op een bewuste wijze, dan ben ik bang dat hun zaak niet gediend zal worden, maar dat zij gebruikt zullen worden om de politieke strubbeling in Suriname nog groter te maken. Ik hoop dat de P.N.P. en de andere Creoolse groeperingen hier in Suriname, in het bosland een gemeenschappelijk object zullen gaan zien, om daar te gaan werken aan de vorming en de bewustwording van de Bosneger en hem tegelijkertijd te leren beseffen dat zij als Creolen een taak hebben tegenover alle Creolen in Suriname. |
|