De Gids. Jaargang 133
(1970)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 289]
| |
Judith Allard-de Kom
| |
[pagina 290]
| |
ontblootte de borst en nodigde de politie uit te schieten. De procureur-generaal schrok van dit moedig gedrag en verzocht, bleek en ontdaan, de menigte heen te gaan omdat De Kom dinsdag zou worden vrijgelaten. De onbetrouwbaarheid van de procureur-generaal bleek later op de dag toen De Kom van het politiebureau naar het Huis van Bewaring werd overgebracht in een vertrek dat bovendien speciaal voor hem was ingericht!
Op dinsdag was er weer een grote groep ongewapende arbeiders en boeren op de been. Ze waren blij, omdat hun leider vrij zou komen. Niemand dacht aan vechten of oproer en niets vermoedend begaf de groep zich op weg om De Kom af te halen. Volkomen onverwachts openden de politie en de militairen het vuur op de mensenmassa, waarbij zich intussen ook veel nieuwsgierige kinderen hadden gevoegd. Het resultaat was twee doden en tweeëntwintig gewonden. Dezelfde avond, terwijl de doden werden begraven, kregen de politiebeambten als beloning een bierfuif en een bloemenhulde aangeboden. Op 10 mei 1933 werd De Kom vrijgelaten en op de boot naar Nederland gezet. Hij was dus noch veroordeeld, noch gestraft en officieel niet eens beschuldigd. Toch werd hij uit zijn vaderland gezet. In Nederland bleef De Kom door middel van artikelen, voordrachten en speeches de zaak van zijn land en volk dienen. Ook in de illegale pers, in de strijd tegen het heersende fascisme, verschenen artikelen van zijn hand. Op 7 augustus 1944 werd De Kom door de Duitsers gearresteerd. Via Scheveningen, Vught en Oraniënburg werd hij overgebracht naar het concentratiekamp Neuengamme, waar hij op 24 april 1945 overleed. Zijn lijk werd later in een massagraf te Sandbostel gevonden. Het werd geïdentificeerd aan de hand van het gebit en een verwonding aan de schedel.’Ga naar eindnoot1.
De Kom is voor mij een herinnering aan een man die anansi toriesGa naar eindnoot2. vertelde - streng was - van mij hield - maar een nog grotere liefde bezat voor zijn land en volk, getuige het gedichtje dat hij voor mij schreef toen ik nog een meisje was.
's Gravenhage 1940 23 October.
Suriname ons vaderland!
Land van blauwe lucht en eeuwige zonneschijn
Watervallen en bronnen die altijd klateren
Mieren en appels met de kleur van roode wijn
Blauwe bergen plassend in de wateren
Milliarden insecten die eentonig gonzen
Rivieren, kreken vol gouden stroomen
Vogeltjes gekleed in brillante donzen
Surinaamsch ebben, ceder, reuze boomen
Liefde voor dit land, menschen en natuur
Judith, hierdoor wordt je geest zoo groot
Gedurende je heele schoone levensduur
Want liefde is meer soms dan het dagelijks brood.
je vader A. de Kom.
Jaren later, toen ik volwassen was heeft dit tot mijn bewustmaking bijgedragen. En toen ik in 1968 innerlijk gedwongen werd mijn vaders geliefde (Sranan) op te zoeken - oog in oog stond met zijn geliefde (volk) - de armoede, ellende en uitbuiting zag - zijn woorden uit Wij slaven van Suriname citeerde - werd mijn bewustwording voltooid. Ik had mijn eigen gezicht gekregen. De Kom is niet meer, maar zijn geest leeft en is niet alleen mijn erfenis, maar van zijn gehele volk. De geest van bewustwording - een eigen Surinaams gezicht - niet een tegenover elkaar, maar een naast elkaar staan. Niet meer een steunen op de andere, maar een inspanning en strijd voor en door alle Surinamers. Een strijd voor een eigen cultuur in een leefbaar Sranan voor allen! |
|