De Gids. Jaargang 133
(1970)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 286]
| |
Ch.J. Wooding
| |
1. Luchtgoden of Tapu Kromanti.Het pantheon der luchtgoden wordt aangevoerd door Opete, een Ashanti woord voor ‘aasgier’. | |
[pagina 287]
| |
2. Aardgoden of Gronwinti.De oppergod is de aardse godin Mama Aisa of Gronmama. Haar man is Tata Loko. | |
3. Bosgoden of Busi-wenu.Hiertoe behoren Busi Mama en Tata Busi die even hoog zijn als de aardse godin. De grootste boosdoener onder de winti is de Apuku, een bosgod die de knecht is van de meeste hogere goden. | |
4. Watergoden of Watra-wenu.Dit pantheon wordt aangevoerd door Watra Mama die ook wel Mama Tobosi en Mama Bosu wordt genoemd. Haar man is Tata Bosu. | |
MaterialisatieWanneer goden en geesten willen, materialiseren zij zich, dat wil zeggen dat zij een verschijningsvorm aannemen: zij dringen dan met hun astraal lichaam het lichaam van een levend wezen binnen. Men ziet ze vooral in de slaap wanneer ze aan hun uitverkorene een boodschap willen geven, wanneer zij aan het ‘wandelen’ zijn of wanneer zij blijk willen geven van hun aanwezigheid ergens. Aiso en Loko manifesteren zich in een slang, bij voorbeeld in een daguwe of in een vodu, Bosu in een kaaiman of in een abome (boaslang). Opete kan zich laten zien als een aasgier, maar verschijnt meestal als een zwarte man in officiersuniform; en Apuku neemt de gestalte aan van een baby, een kleine jongen of een grote kikker. Wanneer de hogere goden in de slaap een boodschap komen brengen ziet men de mannelijke als een man in officierstenue en de vrouwelijke als een vrouw gekleed in ‘koto’ en ‘jakki’ (rok en blouse vroeger gedragen door oudere Creoolse vrouwen). | |
Het zielsconceptEen analyse van het zielsconcept van de neger zal de relatie tussen de mens enerzijds en goden en geesten anderzijds wellicht kunnen verduidelijken. De mens is in de psychologie van de neger een spiritueel en biologisch wezen. Het spirituele deel is dualistisch en bestaat uit ‘kra’ en ‘jorka’ die beide onsterfelijk zijn. De kra is de denk- en stuwkracht van de geest en wordt soms ook ‘jeje’ genoemd. Na de dood gaat de kra (term uit Ghana) naar zijn bovennatuurlijke vader en moeder, de ‘djodjo’ (term uit Dahomé), terug en kan reïncarneren. De jorka gaat naar het dodenland of ‘jorka kondré’. Kra en djodjo zijn biseksueel, met andere woorden ze bestaan uit een mannelijke en een vrouwelijke helft die een twee-eenheid vormen. Wil men gezond en voorspoedig leven, dan moet men de kra en de djodjo verzorgen. De kra doet de mens groeien en bloeien en de djodjo doet daar een schepje bovenop. De djodjo is een winti en is niet alleen de bovennatuurlijke ouders van de mens, maar ook zijn beschermengel of schutspatroon. Uit het bovenstaande blijkt, dat de mens door middel van zijn ziel in de godenwereld is geintegreerd en wordt het duidelijk waarom een winti die met zijn astraal lichaam alles kan binnendringen, bezit neemt van de mens. | |
Magie en genezingMet zwarte magie, in het Sranan, de taal der Creolen, genoemd ‘wisi’, kan men een tegenstander met behulp van boze geesten (een slechte jorka of een Apuku) ziek maken. Deze geesten handelen op commando van een zwarte magiër, de ‘wisi-man’, die ten eigen bate of ten bate van een consultant handelt. Deze vorm van ziekte noem ik ‘magische ziekte’, omdat zij veroorzaakt wordt door een boos wezen door tussenkomst van de mens. Een winti die men van zijn voorouders heeft geërfd veroorzaakt ook ziekten, maar niet door tussenkomst van een mens maar uit zichzelf. Deze ziekten die door de goden zelf veroorzaakt worden, noem ik ‘etherische ziekten’. Iemand die ziek is consulteert een priester (‘bonu-man’) die de oorzaak vaststelt en de ziekte geneest met kruidenbaden. De bonu-man is een witte magiër wanneer hij als tegenpool van de wisi-man een magische ziekte geneest. Hij vervult de rol van priester wanneer hij de consultanten geneest van een etherische ziekte. Na de genezing stemt men de goden gunstig met een dansritueel, een ‘winti-pré’. | |
[pagina 288]
| |
Psychologische betekenis van WintiDe psychologische betekenis van Winti kan niet los gezien worden van de historische achtergrond van de neger, die in de bossen zijn verloren individualiteit en psychologische zekerheid terugvond wanneer hij door zijn god in bezit was genomen. Hij was dan niet meer de ondergeschikte die onder dwang moest leven, maar een ander en hoger ego, hoger dan de blanke meester. De cultuurelementen uit de verschillende Afrikaanse groepen versmolten tot een nieuwe godsdienst, die zich in de huidige maatschappij heeft weten te handhaven, hetgeen toegeschreven kan worden aan het opvoedingspatroon van de oude negers. De kinderen moesten zich aanpassen aan het cultuurpatroon van hun ouders en dat betekende automatisch adaptatie aan de Wintigodsdienst. De priester of bonu-man vervult de rol van psychiater, van wie hij verschilt omdat hij met behulp van zijn god(en) geneest, maar met wie hij overeenkomt waar hij gebruik maakt van positieve suggestie door tegen zijn patiënt te zeggen dat hij beter zal worden wanneer hij zijn winti gunstig stemt. Ten slotte moge worden opgemerkt, dat de belangrijkste betekenis van de Wintigodsdienst ligt in de gelegenheid die zij de neger biedt zijn dagelijkse beslommeringen te vergeten en zijn opgekropte psychische spanningen te ontladen met de wenu als uitlaatklep in zijn rituele gedragingen op de winti-pré. |
|