De Gids. Jaargang 133(1970)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 303] [p. 303] Angolese gedichten António Jacinto Monangamba Op die grote plantage valt geen regen het zweet van mijn gezicht bevloeit de akkers; Op die grote plantage is de koffie gerijpt en deze kerskleurige vruchten zijn druppels van mijn bloed dat sap is geworden. De koffie zal worden geroosterd, geplet, vermalen, zal zwart worden, zwart van de kleur van de dwangarbeiders. Zwart van de kleur van de dwangarbeider! Vraag aan de vogels die zingen aan de beekjes die vrolijk slingeren en aan de krachtige wind uit het oerwoud: Wie staat vroeg op? wie gaat naar de tonga? Wie draagt over de lange weg het draagnet of de trossen der oliepalm. Wie ploegt en zaait en krijgt stank voor dank beschimmeld meel, rotte vis, gescheurde kleren, slechts vijftig angolares en slaag als hij tegenstribbelt? Wie? Wie doet de maïs groeien en de sinaasappelen bloeien? - Wie? Wie geeft geld aan de baas om machines, auto's, vrouwen te kopen en negerhoofden voor de motoren? Wie zorgt dat de blanke welvarend wordt, een dikke buik krijgt, geld vergaart? - Wie? En de vogels die zingen, de beekjes die vrolijk slingeren en de krachtige wind uit het oerwoud zullen antwoorden: - Monangambéée... Ach! Laat mij tenminste in de palmbomen klimmen Laat mij palmwijn, palmwijn drinken en door mijn dronkenschap beneveld vergeten - Monangambéée... [pagina 304] [p. 304] Mário de Andrade Lied van Sabalu Onze jongste zoon Ze stuurden hem naar Sao Tomé Hij had geen papieren Aiué! Onze zoon huilde Moeder verloor haar verstand Aiué! Ze stuurden hem naar Sao Tomé Onze zoon is vertrokken Vertrokken in het ruim van hun schip Aiué! Ze stuurden hem naar Sao Tomé Onze zoon denkt steeds aan zijn land, aan zijn huis Ze dwongen hem om te werken en bewaken, bewaken hem - Moeder, hij zal terugkeren Ach, er zullen andere tijden komen Aiué! Ze stuurden hem naar Sao Tomé Onze zoon keerde niet terug De dood voerde hem mee Aiué! Ze stuurden hem naar Sao Tomé Luandino Vieira Kerstmis Wit wasgoed in de zon zangvogels in de mulemba zingen van regen Er is geen leidstar geen cashew-zon die schijnt langs oude wegen komen gekloofde geslagen voeten allen tezamen. [pagina 305] [p. 305] ...grootvader Bartolomeus, wegkwijnend in zijn wormstekige stoel, is ontwaakt... ...heer Santo die langs het trottoir afdaalt hetzelfde trottoir waarlangs hij tevoren omhoog klom... ...Zito en Domingas in de autobus... ...Mussunda een vriend met de zekere victorie van zijn vreugde... En ook komen ruikend naar zweet naar bougainville naar kokosnoten Pedro Monangamba zijn ogen geopend door liefde in zijn hand de scepter de schop van de arbeider Pascoal (Ué, leef je nog, ouwe Pascoal?!) met zijn rieten bezem en kakiuniform van het gemeentehuis Van Calumbo de zon van Kuanza in haar cashew-borsten bracht Joana de zoete mango Ook kwamen ai, ook kwamen met amuletten om hun hals de drie wijzen van het Eiland - trommel, tamboerijn en gitaar! Wit wasgoed in de zon zangvogels in de mulemba er was geen maanlicht omdat de nacht niet langer een leidstar was uit de schoot van de zwarte moeder werd het kind geboren. [pagina 306] [p. 306] Agostinho Neto Afscheid voor het vertrek Mijn moeder (alle zwarte moeders wier kinderen vertrokken zijn) je hebt mij geleerd om te hopen zoals je zelf in moeilijke uren bleef hopen Maar in mij heeft het leven die mystieke hoop gedood Ik hoop niet ik ben degene op wie men hoopt Wij zijn de Hoop je kinderen die op weg zijn naar een geloof dat het leven voedt Wij, de naakte kinderen uit de dorpen in het oerwoud jongens zonder school die 's middags in het zand spelen met een bal van lompen wij zijn de dwangarbeiders wier leven verbrandt op de koffieplantages de onwetende zwarten die eerbied moeten hebben voor de blanken en vrees voor de rijken Wij zijn je kinderen uit de negerwijken waar het elektrisch licht niet komt de stomdronken mensen overgeleverd aan het ritme van een batuque van de dood je kinderen die honger hebben die dorst hebben die zich schamen om je moeder te noemen die bang zijn de straat over te steken die bang zijn voor de mensen Wij zijn de hoop die op zoek is naar het leven [pagina 307] [p. 307] Vuur en ritme Geluiden van ketens op de wegen zingen van vogels onder het vochtige groen van de bossen frisheid in de zoete symfonie van de kokospalmen vuur vuur in het gras vuur op het hete golfijzer van Cayatte Uitgestrekte wegen vol mensen, vol mensen vol mensen een exodus van alle kanten wegen die zich uitstrekken naar gesloten horizonten maar wegen wegen geopend boven de onmacht der armen Vuren dans tam-tam ritme Ritme in het licht ritme in de kleur ritme in het geluid ritme in de beweging ritme in de bloedende kloven van blote voeten ritme in de vleesloze nagels maar ritme ritme O smartelijke stemmen van Afrika! [pagina 308] [p. 308] Fernando Costa Andrade Aanklacht Er zijn op aarde 50 000 doden die niemand beweend heeft zonder graf op aarde 50 000 doden die niemand beweend heeft Duizend Guernica's en het woord van de penselen van Orozco en Siqueiros een stilte zo groot als de zee uitgestrekt over de aarde Alsof er regens van bloed vielen alsof de ruwe haren metershoge grashalmen waren alsof de monden op het moment dat de 50 000 stierven alle levenden op aarde veroordeelden Er zijn op aarde 50 000 doden die niemand beweend heeft niemand... De moeders van Angola zijn gevallen met hun kinderen Verklaring van vreemde woorden en namen Aiué - uitroep van smart Angolares - Angolese munt Cayatte - een Afrikaanse wijk van Luanda Mango - tropische vrucht Monangamba - Kimbundu woord voor slavenzoon Mulemba - Angolese boom met luchtwortels Orozco - Mexicaans schilder Siqueiros - Mexicaans schilder Vorige Volgende