De Gids. Jaargang 133(1970)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 120] [p. 120] Nicanor Parra Gedichten en antigedichten Negentienhonderd dertig Negentienhonderd dertig. Hier begint een tijdperk Met het verbranden van het luchtschip R 101 dat ter aarde stort Gehuld in zwarte rookwolken En in vlammen die van de overzijde van het Kanaal zichtbaar zijn Ik bied niets bijzonders aan, ik stel geen hypothese op Ik ben slechts een fototoestel dat over de woestijn zwenkt Ik ben een vliegend tapijt Een register van data en verspreide feiten Een machine die zo en zoveel knopen per minuut produceert Eerst wijs ik de lijken aan van Andrée en zijn ongelukkige metgezellen Die een halve eeuw lang verborgen lagen onder de noordelijke sneeuw Om op een dag van het jaar negentienhonderd dertig ontdekt te worden Het jaar waarin ik mij situeer en waarin ik in zekere zin gesitueerd ben Ik wijs de precieze plek aan waar zij door de storm overweldigd werden Hier is de slede die hen in de armen van de dood voerde En de boot vol wetenschappelijke documenten Vol waarnemingsinstrumenten Vol levensmiddelen en talloze fotografische platen Vervolgens beklim ik een van de hoogste toppen van de Himalaya, De Kanchenjunga, en kijk sceptisch naar de internationale expeditie van geleerden Die van plan zijn de top te beklimmen en zijn geheimen te ontsluieren Ik zie hoe de wind hen verscheidene malen terugwerpt naar hun vertrekpunt Tot zij door wanhoop en waanzin bevangen worden Ik zie hoe enkelen van hen uitglijden en in de afgrond vallen En ik zie anderen onderling vechten om een paar conservenblikjes Maar lang niet alles wat ik zie is beperkt tot expeditielegers: Ik ben een rondzwervend museum Een encyclopedie die zich een weg baant door de golven Ik registreer alle menselijke handelingen Als er maar iets gebeurt op enige plek op de aardbol Begeeft een deel van mij zich op weg Dat behoort tot mijn taak Ik wijd evenveel aandacht aan een misdaad als aan een vrome daad Ik vibreer op dezelfde wijze ten opzichte van een idyllisch landschap Als tegenover de spasmodische flitsen van een elektrisch onweer Ik kleineer en verhef niets Ik beperk mij ertoe te vertellen wat ik zie [pagina 121] [p. 121] Ik zie hoe Mahatmi Gandhi persoonlijk De betogingen tegen de Zoutwet leidt Ik zie hoe de paus en zijn kardinalen door gramschap bevangen Buiten zichzelf, als door een duivel bezeten De geloofsvervolgingen in Sowjet-Rusland veroordelen En ik zie hoe prins Carol per vliegtuig terugkeert naar Boekarest Achter mijn rug worden duizenden Kroatische en Sloveense opstandelingen en masse geëxecuteerd Ik laat toe dat het gebeurt Ik laat rustig toe dat ze vermoord worden En ik laat toe dat generaal Carmona zich als een klis aan de troon van Portugal vast kleeft Dit was en dit is het jaar negentienhonderd dertig Aldus werden de koelakken in Siberië uitgeroeid Aldus stak generaal Tsjang de Gele Rivier over en veroverde hij Peking Aldus en niet anderszins gaan de voorspellingen van de astrologen in vervulling Op het ritme van de naaimachine van mijn weduwe geworden moeder Op het ritme van de regen, op het ritme van mijn eigen blote voeten En van mijn broeders die zich krabben en die praten in hun slaap De adder Vele jaren lang was ik gedoemd om een verachtelijke vrouw te aanbidden Mij voor haar op te offeren, ontelbare vernederingen en hatelijkheden te ondergaan Dag en nacht te werken om haar te voeden en te kleden Enkele misdaden en overtredingen te begaan Bij maanlicht kleine diefstallen te plegen Vervalsingen van compromitterende documenten Op straffe van in ongenade te vallen voor haar betoverende ogen In perioden van wederzijds begrip plachten wij elkaar te ontmoeten in parken En ons samen te laten fotograferen aan het stuur van een motorboot Of wij gingen samen naar een nachtclub Waar wij ons overgaven aan een koortsachtige dans Die tot ver in de morgen voortduurde Vele jaren was ik behekst door deze vrouw Die volkomen naakt op mijn kantoor placht te verschijnen En zich in allerlei bochten wrong op een wijze die elke verbeelding tartte Met het oogmerk mijn arme ziel binnen haar ban te brengen En bovenal om mij mijn laatste cent afhandig te maken Strikt verbood zij mij om in contact te treden met mijn familie Mijn vrienden werden van mij gescheiden door middel van schotschriften Die deze adder in een dagblad dat haar eigendom was liet publiceren Buiten zichzelf van hartstocht gunde ze mij geen ogenblik rust Maar eiste gebiedend van mij dat ik haar mond kuste En dat ik onverwijld haar dwaze vragen beantwoordde Die onder andere betrekking hadden op de eeuwigheid en het leven hiernamaals Onderwerpen die mij in een erbarmelijke gemoedstoestand brachten Oorsuizingen, herhaaldelijke misselijkheid, plotselinge flauwtes Waarvan zij met de haar kenmerkende praktische geest partij wist te trekken Om zich vlug aan te kleden zonder een moment te verliezen En mijn flat te verlaten en mij op mijn neus te laten kijken [pagina 122] [p. 122] Meer dan vijf jaar lang duurde deze toestand voort Van tijd tot tijd woonden wij samen in een ronde kamer die wij samen betaalden En die gelegen was in een rijkeluisbuurt dichtbij het kerkhof Sommige nachten moesten wij onze wittebroodsweken onderbreken Om het hoofd te bieden aan de ratten die door het raam binnendrongen De adder hield een minuscuul notitieboekje bij Waarin zij tot de laatste stuiver opschreef wat ik van haar leende Zij wilde niet dat ik de tandenborstel gebruikte die ik haar zelf cadeau had gegeven En beschuldigde mij ervan dat ik haar jeugd vernield had: Met vlammende ogen liet zij mij dagvaarden Om haar binnen een redelijke termijn een deel van mijn schuld terug te betalen Omdat zij het geld nodig had om haar studie te kunnen voortzetten Daarna werd ik op straat gezet en moest ik leven van de bedeling En slapen op banken op de pleinen Waar de politie mij vele malen zieltogend aantrof Tussen de eerste herfstbladeren Gelukkig duurde deze stand van zaken niet voort Daar op een keer toen ik eveneens op een plein was En voor een fototoestel poseerde Een paar verrukkelijke vrouwenhanden mij opeens het uitzicht benamen En een stem die ik liefhad mij vroeg wie ben ik Je bent mijn lieveling, antwoordde ik helder en kalm Mijn engel! zei zij zenuwachtig Laat mij weer op je schoot zitten! Toen kon ik waarnemen dat zij uitgedost was met een klein slipje Het was een gedenkwaardige ontmoeting, hoewel vol wanklanken Ik heb een stukje grond gekocht, niet ver van het abattoir, verklaarde zij Ik denk erover om een soort piramide te bouwen Waarin wij onze laatste levensdagen kunnen doorbrengen Ik heb mijn studie voltooid en ben toegelaten als advocaat Ik beschik over een som geld Laten wij een winstgevende zaak beginnen samen, lieveling, vervolgde zij Laten wij ver van de wereld ons nestje bouwen Ik heb genoeg van je dwaze grillen, antwoordde ik, ik heb geen vertrouwen in je plannen Besef toch dat elk momen mijn echte vrouw Ons beiden in de afschuwelijkste armoede kan achterlaten Mijn kinderen zijn groot geworden, de tijd is voorbijgegaan Ik voel mij volkomen uitgeput, laat mij een ogenblik uitrusten Haal mij wat water, vrouw Haal mij ergens iets te eten Ik sterf van honger Ik kan niet meer voor je werken Alles is uit tussen ons [pagina 123] [p. 123] Hondeleven De leraar en zijn hondeleven Frustraties op elk vlak Het hinderlijk gevoel in de tanden Door het krassen van krijt De leraar en de exacte vrouw De leraar en de precieze vrouw Waar vindt men de precieze vrouw! Een vrouw die is wat zij is Een vrouw die niet lijkt op een man De pijn verduistert het gezichtsveld De rimpels die blijven verschijnen De ouderdom van de eigen leerlingen De herhaalde blijken van gebrek aan respect De manier van lopen door de gangen Tegen belediging kan men zich weren Maar niet tegen de gemaakte glimlach De praatjes waarvan men misselijk wordt Het lyceum is een tempel der kennis De directeur van de instelling Met zijn snor als een film-Don Juan De naaktheid van 's leraars echtgenote (De blik stuit af op een ransuil Met haar dat te glad is) Het achterwege laten van de kus op de wang (Moeilijker om te beëindigen dan om te beginnen) De huiselijke aard is een slagveld De vrouw verdedigt zich met haar benen De seksuele problemen van de bejaarden Te verschijnen in een bloemlezing Om een kunstmatige kramp te veroorzaken De leraar heeft geen remedie De leraar observeert de mieren [pagina 124] [p. 124] Jonge dichters Schrijf wat ge wilt In de stijl die u het beste lijkt Er is te veel bloed onder de bruggen gevloeid Om te blijven geloven Dat slechts één weg de enig ware is In de poëzie is alles geoorloofd Onder de uitdrukkelijke voorwaarde Natuurlijk Dat men de onbeschreven bladzijde overtreft Test Wat is een antidichter? Een handelaar in urnen en doodskisten? Een generaal die aan zichzelf twijfelt? Een priester die nergens in gelooft? Een zwerver die om alles lacht Zelfs om de ouderdom en de dood? Een boosaardige gesprekspartner? Een danser aan de rand van de afgrond? Een Narcissus die iedereen liefheeft? Een bloedende grapjas Die opzettelijk ongelukkig is? Een moderne alchimist? Een salonrevolutionair? Een kleinburger? Een charlatan? Een god? Een onnozele? Een boer uit Santiago de Chile? Onderstreep de zin die volgens u juist is. Wat is antipoëzie? Een storm in een glas water? Een sneeuwvlek op een rots? Een schaaltje gevuld met menselijke uitwerpselen? Zoals pater Salvatierra gelooft? Een spiegel die de waarheid vertelt? Een vrouw met gespreide benen? Een klap in het gezicht Van de voorzitter van de Schrijversvereniging (Moge God hem opnemen in Zijn heerlijkheid) Een waarschuwing aan jonge dichters? Een doodskist met straalaandrijving? [pagina 125] [p. 125] Een doodskist aangedreven door centrifugaalkracht? Een doodskist op butaangas? Een chapelle ardente zonder gestorvene? Zet een kruisje Bij de definitie die volgens u juist is. Galante dialoog - We zijn hier al een uur Maar je geeft steeds hetzelfde antwoord; Je wilt mij gek maken met je dwaze grappen Maar ik ken ze uit mijn hoofd. Hou je niet van mijn mond en van mijn ogen - Natuurlijk hou ik van je ogen - Waarom kus je ze dan niet? - Natuurlijk ben ik van plan om ze te kussen - Hou je niet van mijn borsten en van mijn dijen? - Waarom zou ik niet van je borsten houden! - Waarom reageer je dan niet? Raak ze aan, profiteer van de gelegenheid - Ik hou er niet van gedwongen te worden ze aan te raken - Waarom wou je dan dat ik mij uitkleedde? - Ik heb je niet gezegd dat je je moest uitkleden Je hebt het uit jezelf gedaan: Kleed je aan, voordat je man thuiskomt Hou op met je gepraat En kleed je aan, voordat je man thuiskomt. Ritueel Elke keer als ik Na een lange reis Terugkeer naar mijn vaderland Is het eerste wat ik doe Vragen naar hen die gestorven zijn: Alle mensen zijn helden Door het simpele feit van het sterven En de helden zijn onze meesters En in de tweede plaats Naar de gewonden. Pas nadat Ik dit kleine doodsritueel Voltooid heb Acht ik mij gerechtigd om te leven: Ik sluit mijn ogen om beter te zien En zing vol wrok Een lied uit het begin van de eeuw Vorige Volgende