[Gidscommentaar]
Bijna symbolisch was de dood van Sem Davids: hij stierf onverwacht in de spreekkamer van een dierenarts, met in zijn armen een kleine poes die geopereerd was en uit welker geheelde huid nog de draadjes verwijderd moesten worden. De liefdevolle beschermer van het tere leven had de genegenheid in het bloed voor wat zwak en bedreigd was. Maar hij was geen dierenvriend uit mensenhaat, in tegendeel. Altijd hoopte hij dat een begrijpend, volwassen geslacht de voorwaarden voor zijn voortbestaan zou ontdekken en verwezenlijken. Dit sociale ideaal heeft hem geïnspireerd tot een naar vrede hunkerend kosmopolitisme, dat zoveel mogelijk grenzen en scheidslijnen tussen de mensen wilde liquideren. Hij was van joodse herkomst, maar een vrijdenkend humanist. Hij was Nederlander (en voelde zich hier zeker geen ‘balling’) en zijn hart klopte voor een internationale van vrije mensen. Hoe objectief hij als journalist ook streefde naar een weergave van de koele realiteit, hij deed dit niet als een neutraal commentator. Omtrent zijn gezindheid kon geen twijfel bestaan: vierentwintig jaargangen van De Groene getuigen daarvan.
Hij is in het bijzonder herdacht als buitengewoon onderlegd en voortreffelijk analyserend kenner van de internationale politiek. Wat dit aangaat stond hij boven het tijdelijke aspect van de dagelijkse feiten, die hij in een veel ruimer verband wilde plaatsen. Hij kende de achtergronden der gebeurtenissen en de ondergronden der geijkte oordelen daarover te goed, om mee te kunnen praten met licht ontvlambare menigten. Met name de ‘koude oorlog’, met zijn angstaanjagende vertekeningen van het historisch beeld, griefde hem diep. Justitia mocht dan blind zijn voor het gebrek aan evenwicht van haar weegschalen, Sem Davids was het niet. Vaak heeft hij, om te vermijden dat zijn oordeel kwetsend zou lijken, het wapen gehanteerd van een intelligente ironie of een barmhartige humor, en soms was hij naïef ontwapenend. Maar zijn geest was even strijdbaar als zijn ziel gevoelig was. - (Co.)
De moordpartijen van Amerikaanse militairen in Song My en Quang Nai hebben in Amerika en Europa veel opschudding veroorzaakt. Hopelijk zal dit het verzet tegen de oorlog in Vietnam ten goede komen, ondanks reacties als die van George Brown, die de gotspe had om het te vergoelijken als een bijverschijnsel van iedere oorlog, waar bovendien de tegenpartij zich veel vaker aan schuldig gemaakt zou hebben. Toch is het merkwaardig dat er zoveel meer afschuw wordt gewekt als burgers met geweren worden neergeschoten, dan wanneer dit vanuit een vliegtuig gebeurt. Het is blijkbaar minder erg als de moordenaar zijn slachtoffer niet ziet, ook al gebruikt hij napalm of fragmentatiebommen, die vaak een nog erger lijden ten gevolge hebben dan geweerkogels. Er zijn in Vietnam naar schatting al een paar honderdduizend burgers, vrouwen en kinderen, zo vermoord of verminkt. De technologie maakt blijkbaar niet alleen het leven makkelijker te dragen, maar ook het doden. - (vdB)