De Gids. Jaargang 132(1969)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 174] [p. 174] Ho Chi Minh Vier gedichten De harde weg De steile hellingen, de hoge toppen had ik gehaald. Waarom zou ik verwachten dat de vlakte veel meer gevaren in zich borg? Daarboven in de bergen had een tijger mijn pad gekruist, toch kwam ik ongedeerd beneden. Maar in de vlakte kwam ik mensen tegen en werd in de gevangenis gesmeten. Afgevaardigd door Vietnam was ik op weg naar China voor een bespreking met een belangrijk man. Maar op de stille weg brak plotseling een storm los en de gevangenis waarin ik werd geworpen ontving mij als een eregast. Ik ben een open boek, ik heb geen misdaad op mijn geweten. Maar toch werd ik ervan beschuldigd spion te zijn van China. Het leven loopt, zoals je ziet, niet altijd even vlot. Vandaag de dag wemelt het van de moeilijkheden. [pagina 175] [p. 175] Vier maanden al ‘Eén dag in de cel is duizend jaren erbuiten.’ Het zijn niet enkel woorden, dat oud gezegde. Vier lange onmenslijke maanden in het diepst van de kerker hebben al tien jaar of meer van mijn leeftijd genomen, mijn lichaam verwoest. Vier maanden honger, vier maanden geen slaap in dezelfde kleren en zonder me te kunnen wassen. Ik ben al een tand kwijt, mijn haren vergrijzen. Zwart, mager, een arme drommel met schurft en wonden overdekt. Een wandeling in de bergen na mijn vrijlating De wolken omhelzen de toppen, de toppen omhelzen de wolken en de rivier, diep onder me blinkt als een spiegel, vlekkeloos schoon. Hoog in de bergen dwaal ik en mijn bloed stroomt sneller: geen oog af van de zuiderhemel zijn mijn gedachten bij de vrienden daar. Lied van de rijststampers De rijststamper stoot de rijstkorrels stuk, maar na die pijn ... kijk, hoe glanzend ze zijn. Zo kunnen ook mensen pas mensen zijn als ze door pijnen en ongeluk geslagen en vermalen zijn. (Vertaling Mies Bouhuys) Vorige Volgende