Nederland en de Sowjet-Unie
Wat doen wij dus? Wij identificeren ons, op hoogst emotionele wijze, met de Duitsers en wij verheffen hen tot ‘strijders voor de vrijheid’. Mentaal gesproken zetten de Duitse ‘activisten’ evenwel de oorlog voort: er is nog steeds geen vrede. In de geest voeren wij die oorlog met hen als wij ons blijvend door zulke romantische sentimenten laten meeslepen. In onze verbeelding is er dan sprake van een ‘vrijheidsoorlog’ en zijn de Duitsers arme onderdrukte lieden, zoals de Polen in het verleden. Gelukkig hebben wij de Westduitsers bevrijd. Het vertekende beeld zou compleet zijn als Hitler een Rus was geweest, opgevolgd in de tirannie door Stalin en Chroesjtsjow.
Het is daartegenover ook waar dat wij anderzijds alle boeken verslinden over de wandaden van het nationaal-socialistische Duitsland en de jongere generaties eraan blijven herinneren hoevele miljoenen Duitsers zich toen als barbaren hebben gedragen. Die tegenstrijdigheid bewijst hoe neurotisch gespleten de ziel van landgenoten is die politiek helpen maken. En zo kan men ook verklaren dat de angst en haat uit de oorlog eigenlijk zijn gebleven, maar nu zijn overgedragen van Duitse op Russische leiders. De onbeheerste driften zoeken een object, en zij hebben het gevonden. Wij willen daarmee niet ontkennen dat de Sowjet-Unie behoort tot een alliantie waartegen wij de Noord-Atlantische Verdrags-Organisatie hebben moeten oprichten. Maar het is dringend nodig te waarschuwen tegen de gedachte dat wij geen oog meer kunnen dichtdoen en geen greintje innerlijke rust meer kunnen hebben zolang de Sowjetwereld bestaat. Tegen de gedachte dat de twee werelden niet naast elkaar kunnen blijven bestaan, dat de ondergang van de ene onvermijdelijk is voor de veiligheid van de andere. Het is namelijk een waanbeeld dat enig volk in deze revolutionaire periode der geschiedenis ooit rust kan vinden en onbedreigd kan bestaan. En nog groter waan te menen dat een oorlog aan die onzekerheid een einde zou maken. Alleen volken met sterke zenuwen en zin voor realiteit kunnen deze periode overleven.
(Uit: Gelijk hebben en gelijk krijgen, 1962)