Bijgeloof en fascisme
(uit Europa's ondergang in bijgeloof en fascisme, januari 1934)
Terwijl het fascisme de nood geenszins verlicht, de ellende veeleer bestendigt en slechts oorlogsinstincten aanwakkert, moet toch het volk zijn sociale angst verliezen, omdat onrust ook voor het fascisme slechts gevaarlijk zijn kan. Om hier zijn doel te bereiken werkt het fascisme met dezelfde middelen als het christendom: het tracht de vrees (voor honger, ziekte, ontslag, ondergang) te verdrijven door het geloof dat de zorgende God, dat de Vader in de Hemel zijn verlosser zenden zal (of reeds hééft gezonden) die allen bevrijden zal. Zoals volgens de mythe God zijn eigen zoon afstond, die als proletariër leefde onder de armsten om hen te redden, zo heeft hij wederom zijn gezalfde onder ons geplaatst, de Leider, in wie we slechts hebben te geloven! Geloof alleen, blind vertrouwen in de wonderdadige macht van de onfeilbare Leider, die méér is dan ooit de Paus zijn kon, volslagen overgave aan hèm alleen kan de angst uitbannen. En ontstellend is het te constateren hoe de massa's (diep verzonken in cultuurloosheid) individuen vereren die bespottelijk onnozel hun waanzin uitstotteren (Mussert) die met hol stemgeluid hysterisch brallen (Hitler) in aanvallen van verstandsverbijstering dol bulderen (Goering) of in ridicule hoogmoedswaanzin pathos en gebaar imiteren van Napoleon (Mussolini). Men staat verslagen bij de lectuur over de Leider (Hitler) in Duitsland. Hijzelf acht zich door God gezonden: een eenvoudige verver, wandelende onder het volk om dit te verlossen. ‘Door mijn strijd tegen de joden volbreng ik een werk Gods.’ En de zieligen die in hem gaarne de Messias aanschouwen, staren tot hem op en laten zich door zwendelaars suggereren dat hier een nieuwe Christus is opgestaan! De ‘Hessische Landeszeitung’ schrijft: ‘Voorwaarts, Duitse mens, voorwaarts christenlieden! Met ons is de trouwe God. Over ons is zijn sterke hand. En zijn gezalfde is onze strijdmakker. De Heer in
de Hemel heeft ons zijn Helper gezonden, onze Leider.’ En in een oproep aan de fascisten in Koningsbergen roept Schories uit: ‘Uw opdracht, nationaal-socialistische mannen, is het voortaan leraar, prediker en priester te zijn van de wil van Adolf Hitler.’ Het vakblad der artsen (‘Arztliche Allgemein-Praxis’ bevat zelfs - één uit honderden dergelijke gevallen - een hoofdartikel over Hitler, die daarin ‘de onbekende soldaat’ wordt genoemd! ‘We zijn onszelf met deze prachtige keuze bewust geworden dat de Man, naar wie wij Duitsers allen in de vele laatste jaren heimwee hebben gehad, onder ons is opgestaan en dat wij hem in Adolf Hitler hebben herkend! Terwijl alle andere staten hun onbekende soldaten in een koude groeve vereren, hebben wij Duitsers hem tot de hoogste Hoogten verheven en zien wij gelovig tot Hem op.’ Hier past inderdaad het ‘Geneesheer, genees uzelf.’ (Zie: Die Neue Weltbühne.)
In Der Führer leest men: ‘Wel heeft de wereld grote genieën reeds aanschouwd, van het goddelijke doordrongen, bij voorbeeld de grote godsdienststichters, de profeten, Christus zelf, de vleesgeworden geest. Maar dat een geheel volk van dit kosmisch bewustzijn door een nieuwe rij van leiders wordt gegrepen en doordrongen, dat is tot nu toe in de geschiedenis der mensheid zonder weerga.’ Niet alleen spreekt men van de Duitse God en de Duitse Christus, doch Kurt Eggers schreef zelfs zijn in Keulen opgevoerd spektakelstuk Spiel von Job dem Deutschen, waarin God zegt tot deze Duitse Job: ‘Duitser, jouw land zal de hoeksteen der wereld zijn... De ganse aarde wil ik je geven, opdat je haar beheerst en bewerkt volgens mijn wil... Ik wil jouw ras alle aardse roem schenken en van nu af tot in alle eeuwigheid moet