tijd van Justinianus. 't Zou belachelijk zijn, als 't niet zo diep treurig was. Een instelling van geluk? En grof egoïsme; grote ellende door verscheidene uitgebreide volksziekten; een statenstelsel van erfelijke monarchen, die de natie verplicht is te accepteren; vernietigende oorlogen en kostbare bewapening; averechtse vaderlandsliefde en ingekankerde volkerenhaat... Ziedaar de erfenis van de hoogstaande ouderen!
Maar hun ogen zijn niet geopend geworden. Ze houden met alle macht in stand wat bestaat. Ze treden streng op tegen vrijheidszin en pogingen tot verandering. Waarom? Omdat ze welvaren bij deze staat van zaken, omdat ze gezeten burgers zijn, die zonder inspanning hun broodje verdienen. Want ik bedoel met ‘ouderen’ geen uitgehongerde proletariërs, geen afgetobde ploeteraars. En, nietwaar, als 't ons goed gaat, waarom zouden we ons bekommeren om armoede, om drankellende, om tuberculoselijders, om oorlog en dood? Wij leven toch voor ons, ons eigen dierbaar geluk... Ellendige lakse, conservatieve egoïsten...
Ik dring niet aan op verzet tegen ouderen en leraren waar ze blijven bij hun taak: het aanbrengen van inzicht en kennis. Maar de jongeren dienen zich te verzetten tegen iedere dwang van ouderen om hun ideeën en idealen de kop in te drukken omdat die verbetering beogen, omverwerping van 't bestaande, dat uitgevreten verrot is - omdat die meer willen en hoger staan dan de bekrompen ideeën der ouderen.
Ik erken graag dat er geesten bestaan en bestaan hebben, die veel gegeven hebben; die de mensen verrijkt en hun leven veredeld hebben; die ook de moed hadden om op te treden. Maar hoevelen zijn het er geweest? Er waren genieën bij, en niet ieder is genie. Goed. Maar ieder individu is verplicht aan zichzelf zijn best te doen voor verbetering van slechte toestanden. Ik weet wel dat er gezeurd zal worden over de natuurlijke gang der historie, die niet gedwongen kan worden. Ten eerste is het een fictie: de mensen zelf maken de historie, en niet de geschiedenis de mensen. Maar als het waar was, moeten we dan maar bij de pakken blijven neerzitten, als de geschiedenis in twintig eeuwen zo bitter weinig vooruitgang heeft gebracht? Ik zou eraan gaan twijfelen of er nog één denkend wezen onder de ouderen is; vastgeroest in dodende conventie, hangend aan overgeërfde gunsten, suffen ze voort.
Die strijd die wij voeren, is zwaar en zal zwaar blijven. Wij zullen de vruchten van ons werk niet plukken, geslacht na geslacht zal moeten aanpakken, zal moeten doorstrijden, om onze idealen overal te doen zegevieren. Maar overtuigd van het goede van ons streven en gelovend in ons ideaal zullen wij winnen. Want de overwinning die de wereld overwint, is het geloof!
Deze klassieke en zich eeuwig herhalende ontboezeming werd geschreven tijdens de Russische omwenteling, maar vóór de novemberrevolutie. Deze, en de ineenstorting van het Duitse keizerrijk een jaar later, brachten wel andere problemen aan de orde. In de loop van 1918 werd ik meer aangetrokken door de houding van de Russische anarchisten dan door de autoritaire politiek van de bolsjewiki, en bij het uitbreken van de Duitse revolutie kwam ik in contact met de Sociaal-Anarchistische Jongeren-Organisatie (SAJO) waarvan ik lid werd. In hun kleine maandblaadje De Vrije Jeugd schreef ik in 1919 theoretische beschouwingen. In mei 1920 verscheen als nieuw en iets groter orgaan van de SAJO De Opstandeling. Ik schreef daarin een artikel over de revolutie als een bovenpersoonlijke spontane kracht, zoals in de jaren na 1960 Raúl Castro en Cohn-Bendit de omwenteling zouden beschrijven als een collectieve uitbarsting, die door geen bepaalde partij wordt verwekt en die door een massale inspanning verder moet worden ontwikkeld.
‘Er zijn partijmannen die, van de hoogte van hun opgeblazen standpunt, menen dat zij de revolutie eens even zullen oproepen, als ware 't een spiritistische geestesverschijning. Communisten die spreken van een marxistische revolutie, anarchisten die 't hebben over een anarchistische enzovoort. Doch een revolutie - als laatste uitbarsting dan van de opgehoopte kracht der eeuwige revolutie die bestaat - werpt haar bliksems onverwacht en ongevraagd in ons midden; zij treedt op, ze vliegt door het land, ze ontsteekt overal de fak-