De Gids. Jaargang 132(1969)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 74] [p. 74] Thera Coppens Drie gedichten De meeuw weet vannacht de waarheid hij gooit zich roekeloos in een windvlaag en krijst dat de stad gek is en de boten ook, maar ik zegt de meeuw ik ben de god van de zee nu applaudiseren alle blaadjes en alle andere vogels ook de kinderen lachen me in hun bedjes uit maar ik ik kantklos gewoon verder Er stonden twee versteende honden in de etalage die met hun bleke koude huid zo echt leken als ze maar konden en dansende bolle engeltjes met kransen in hun haar die niet bewogen maar op het glas daarvoor: jouw ogen Mijn hart heeft een hoed op maar die hoed is niet hard genoeg en eigenlijk ook te klein de hoed die op m'n hart staat zou een valhelm moeten zijn Vorige Volgende