| |
| |
| |
Jaartallenlijst
1492 |
‘In naam van Christus, Onze Lieve Vrouw, Koningin Isabella van Castilië en Ferdinand van Aragon’ neemt Columbus een door hem ontdekt eiland in bezit, dat hij Juana noemt. Later zal hem blijken dat het al een naam heeft: Cuba. |
1868 |
Onder leiding van Manuel de Cespedes begint de eerste Cubaanse onafhankelijkheidsoorlog tegen Spanje. Na tien jaar vechten en tweehonderdduizend doden, is de opstand mislukt. |
1895 |
Onder leiding van José Martí, de ‘vader des vaderlands’ doen de Cubanen een nieuwe poging om zich van het Spaanse koloniale bewind los te maken. José Martí sneuvelt na enkele weken, maar de opstand breidt zich snel uit. |
1898 |
De Cubaanse nationalisten hebben het Spaanse leger praktisch overwonnen, als in de haven van Havana een Amerikaans oorlogsschip, de Maine, getroffen wordt door een explosie en zinkt. De Verenigde Staten gebruiken het incident als voorwendsel om zich in de strijd op het eiland te mengen. Amerikaanse troepen landen op Cuba, liquideren de laatste restjes Spaanse invloed, en nemen het gezag in handen. Een militaire overheid onder leiding van generaal Wood installeert zich voor enkele jaren en legt in die periode Cuba een in Washington geschreven grondwet op. In deze Constitutie is het zogenaamde amendement-Platt opgenomen. Volgens de bepalingen van dit amendement hadden de Verenigde Staten het recht militair op Cuba te interveniëren ‘zowel ter handhaving van de onafhankelijkheid’, als om een ‘regering te doen voortbestaan of op te richten welke in staat is “leven, eigendom, en persoonlijke vrijheid van Cubanen en buitenlanders” te beschermen.’ Voorts wordt, dank zij dit amendement, de marinebasis Guantanamo voor negenennegentig jaar afgestaan aan de Noordamerikaanse vloot. Het amendement-Platt wordt in 1903 aangevuld met een overeenkomst op commercieel gebied, welke Cuba óók economisch afhankelijk van de Verenigde Staten maakt. |
1927 |
Geboorte van Fidel Castro (13 augustus). |
1933 |
Sergeant Fulgencio Batista komt aan de macht met steun van de communistische partij. Hij neemt de plaats in van de buitengewoon bloedige dictator Machado, die sinds 1925 over het eiland heerst. |
1940 |
Met grote meerderheid van stemmen wordt een grondwet aanvaard, welke als een model van democratie en verlicht denken beschouwd wordt. Deze progressieve constitutie zal echter geen afdoende garantie bieden tegen politiek verval. |
1944 |
Batista wordt verslagen tijdens verkiezingen door José Grau San Martin, en vertrekt naar de Verenigde Staten. Het presidentschap van San Martín blijkt teleurstellend, politiek, sociaal, ideologisch. |
1947 |
Eduardo Chibas richt de ‘orthodoxe partij’ op teneinde de zich steeds verder uitbreidende corruptie en chaos tegen te gaan. |
1948 |
Fidel Castro bevindt zich in Bogotá tijdens de explosie van volkswoede die volgt op de moord op een populaire leider, Gaìtan. Drie dagen lang heerst er zo'n brandlust en bloeddorst in de Colombiaanse hoofdstad, dat deze uitbarsting met een speciale naam de geschiedenis ingaat: de ‘bogotazo’. Zes maanden na zijn terugkeer op Cuba huwt Castro een medestudente |
| |
| |
|
Mirtha Diaz Balart, bij wie hij een zoon krijgt ‘Fidelito’. Het huwelijk wordt, op verzoek van Mirtha, ontbonden na de aanval op ‘Moncada’. |
1951 |
Eduardo Chibas, leider van de orthodoxe partij pleegt zelfmoord. Fidel Castro beschouwt zichzelf als een discipel van Chibas, en is ook lid van zijn partij op het moment van de suicide. Een periode van grote politieke activiteit volgt. |
1952 |
Staatsgreep van de sinds 1944 ambteloze Batista (10 maart). Fidel Castro, niet voor niets sinds twee jaar praktizerend advocaat, dient een aanklacht in wegens schending van de constitutie van 1940. Hij schrijft het gerechtshof in Havana dat Batista genoeg artikelen van de grondwet overtreden heeft om gestraft te worden met honderd jaar gevangenis. Het Hof stelt Castro in het ongelijk. Overwegende dat ‘revolutie de bron van de wet is’, concluderen de rechters dat ‘Batista niet als een onconstitutioneel president kan worden beschouwd, gegeven het feit dat hij op revolutionaire wijze aan de macht is gekomen’. |
1953 |
Een groep jonge revolutionairen, geleid door Castro, valt de Moncada-kazerne in Santiago de Cuba aan. De aanval mislukt, drie revolutionairen sneuvelen tijdens de gevechten, achtenzestig anderen worden door Batista's mannen gemarteld en geëxecuteerd. De weinige overlevenden moeten zich verantwoorden voor de rechtbank. Fidel houdt een verdedigingsrede die het eerste politieke programma van zijn beweging vormt. Hij wordt veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf, maar krijgt in 1955 amnestie. |
1956 |
Expeditie van de Granma en eerste guerrilla-activiteiten. |
1957 |
Het verzet tegen Batista breidt zich uit, gehele gebieden in de Sierra Maestra staan onder het feitelijk gezag van Castro en zijn ‘Beweging van de zesentwintigste Juli’. |
1958 |
Eerste uitzendingen van Radio Rebelde, opening van een tweede front; Batista mobiliseert zijn leger tegen het Castristische offensief; Che Guevara verslaat in een geregelde veldslag de regeringstroepen rond Santa Clara. |
1959 |
‘Jaar van de Bevrijding’.
1 januari: triomf van het opstandelingenleger, Batista vlucht.
17 januari: Fidel Castro wordt eerste minister.
17 mei: eerste wet op de landhervorming, president Urrutia treedt af.
18 juli: Osvaldo Dorticos Torrado wordt president van de Republiek, de grote bourgeoisie heeft definitief de macht verloren. |
1960 |
‘Jaar van de Landhervorming’.
13 februari: eerste commerciële overeenkomsten met de Sowjet-Unie.
Juni-augustus: nationalisatie van Amerikaanse ondernemingen, weigering van de grote oliefirma's om sowjet-benzine te bewerken in hun raffinaderijen. De Verenigde Staten nemen economische maatregelen tegen Cuba.
13 oktober: nationalisatie van de banken, de grote fabrieken en handelsfirma's toebehorend aan Cubanen.
14 oktober: Wet op de stedelijke hervorming, het bezit van huurhuizen wordt afgeschaft. |
1961 |
‘Jaar van de Alfabetisering’.
3 januari: de diplomatieke betrekkingen met de Verenigde Staten worden verbroken.
17 april: door de C.I.A. georganiseerde contrarevolutionaire troepen landen in de Varkensbaai en worden verpletterend verslagen. |
| |
| |
|
3 juli: de verschillende revolutionaire bewegingen worden samengevoegd in de ORI (Geïntegreerde Revolutionaire Organisatie). |
1962 |
‘Jaar van de Opvoeding’.
4 februari: Tweede verklaring van Havana.
26 maart: crisis van het sectarisme, de oude communistische leider Anibal Escalante vertrek in ballingschap naar Praag.
22 oktober: Begin van de rakettencrisis. Kennedy verklaart dat aan de economische boycot een blokkade door de marine van de Verenigde Staten zal worden toegevoegd (deze wordt op 20 november weer opgeheven). |
1963 |
‘Jaar van de Planificatie’.
april-juni: Fidel Castro bezoekt de U.S.S.R.
3 oktober: de tweede landhervorming wordt voltooid.
4 oktober: de cycloon Flora veroorzaakt enorme schade. |
1964 |
‘Jaar van de Landbouw’.
21 januari: nieuwe economische akkoorden tussen Cuba en de Sowjet-Unie, die toezegt toenemende hoeveelheden suiker te zullen afnemen (vijf miljoen ton in 1968). Reorganisatie van de Cubaanse economie: suiker, landbouw en veeteelt krijgen prioriteit. |
1965 |
‘Jaar van de Organisatie’.
14 januari: Fidel Castro wordt president van de INRA (Het Nationaal Instituut voor Agrarische Hervorming).
1 oktober: Oprichting van de Communistische Partij Cuba. Che Guevara is op een niet gepreciseerde datum vertrokken om zich elders aan nieuwe revoluties te wijden. |
1966 |
‘Jaar van de Solidariteit’.
3-13 januari: In Havana wordt de eerste conferentie van volkeren van Azië, Afrika en Latijns-Amerika gehouden (Tricontinental). Fidel Castro beschuldigt China ervan zich in de binnenlandse aangelegenheden van Cuba te mengen en rijstleveranties als een middel tot politieke druk te beschouwen.
augustus: algehele mobilisatie naar aanleiding van incidenten bij de marinebasis Guantanamo; de eerste berichten over meningsverschillen met de Venezolaanse Communistische Partij doen de ronde. |
1967 |
‘Jaar van het Heldhaftige Vietnam’.
april: In Havana wordt het pamflet ‘Twee, drie, vele Vietnams’ van Che Guevara gepubliceerd.
juni: Kossygin bezoekt Cuba.
juli: de OLAS-conferentie verklaart dat gewapende strijd de fundamentele methode tot bevrijding van Latijns-Amerika vormt.
oktober: Che Guevara sneuvelt in Bolivia. |
1968 |
‘Jaar van de heldhaftige Guerrillero’.
januari: Cultureel Congres in Havana.
februari: proces tegen de ‘micro-factie’. Er worden vergaande rantsoeneringsmaatregelen genomen vanwege de heersende schaarste; de benzine komt op de bon; de laatste privéondernemingen worden genationaliseerd, sluiting van bars en dergelijke. De bevolking wordt gemobiliseerd in de landbouw. |
|
|