De Gids. Jaargang 131

[p. 280]

Heberto Padilla
In moeilijke tijden

Ze hebben die man om zijn tijd gevraagd
zijn tijd om die bij de tijd van de geschiedenis te doen,
ze hebben hem ook om zijn handen gevraagd, omdat,
in moeilijke tijden,
er niets beters is dan een paar goeie handen -
ze hebben hem om zijn ogen gevraagd waar soms tranen inzaten
zodat ze de lichte kant zouden kunnen zien,
vooral de lichte kant van het leven
want voor ellende en terreur is één oog al genoeg -
ze hebben hem om zijn droge, gebarsten lippen gevraagd
om te bevestigen, om met elke bevestiging een droom
op te richten (de-grote-droom)
ze hebben hem om zijn harde, met eelt bedekte voeten gevraagd
die oude, lichtvoetige voeten, want, wat is er
in moeilijke tijden,
beter voor de opbouw of de loopgraaf?
Zij hebben hem om het bos gevraagd dat hem voedde als kind
het bos met zijn gehoorzame boom
(en toch, tegelijk, de verschrikkelijkste, de meest trotse)
waarin hij, als een eenzaam meisje, wachtte op de Schoonheid.
Ze hebben hem om zijn hart gevraagd, zijn borst, zijn schouders.
Ze hebben erbij gezegd dat ze dat alles volstrekt nodig hadden,
en daarna uitgelegd dat al die giften nutteloos waren
als hij ook niet zijn tong erbij gaf, want
in moeilijke tijden
is niets zo bruikbaar om de haat en de leugen te bezweren.
En ten slotte hebben ze gevraagd, of hij,
alstublieft,
nu maar weg wou gaan, want
in moeilijke tijden
is dat, zonder twijfel, de proef op de som.

(vertaling uit het Spaans Cees Nooteboom)

[p. 281]

Heberto Padilla is een in Cuba zeer bekend publicist die door zijn veelvuldige reizen Europa en Amerika beter kent dan de meeste van zijn landgenoten. Hij stond enige tijd aan het hoofd van de onderneming Cubartimpex, een staatsbedrijf dat tot taak heeft de in- en uitvoer van artistieke en literaire werken te bevorderen.

De UNEAC (Unie van Cubaanse Schrijvers en Artiesten) kende recentelijk een prijs toe aan Padilla. Het weekblad van de strijdkrachten Verde Olivo wond zich over deze bekroning zeer op. De redactie sprak over een ‘provocatie’ en besteedde twee pagina's aan de beschrijving van wat men Padilla's ‘contrarevolutionaire handelingen’ noemde.

Toon en inhoud van de beschuldiging waren voor Cuba ongebruikelijk scherp.

Padilla is geboren in 1932, was van zijn jeugd af in de journalistiek werkzaam, en publiceerde drie werken: Las rosas audaces, El justo tiempo humano en La hora (gedichten).