De Gids. Jaargang 131(1968)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Cees Nooteboom Schrijver I Aan het uiteinde van een droom ligt een haven met palmen. Maar alles is ramp en bedrog. Hij was afwezig. De ijsman is twaalf en verkoopt vergif de schepen zijn wieren de zee is een spiegel van rottend glas De boerenvrouwen zijn bang zij rennen uit de hutten van de markt en trekken een grafsteen over zich heen. II Mis! Doorzichtig! Zij zien toch de geharnaste wolken, het vliegtuig met vlammen en zwaarden de engelen van het verderf. Vrede! Vrede! Het vaderland en de dood! In de gaslucht stelen de armen tomaten en druiven uit de lege kramen. Hij ziet een mot op de muur die zich aanstelt als vlinder. hoort de nagels van de agenten op het marmeren asfalt. III Nergens veiliger dan in het Hilton. Hij schikt zijn vederdons en schrijft een versje. Dood en leven, liefde en een geheim de pitten van de vrucht, het staat er allemaal in. Het wordt voorgelezen voor de radio, voor de televisie De commandant komt het lezen. Het wordt gebeiteld in het monument. In het openbaar wordt hij goud geverfd. IV Het is volbracht. Onsterfelijk zit hij in het gras naast de econoom, de campesino, de guerrillero en rookt een havanna tot zijn lippen bloeden. Nu is hij ook, te samen met menige geleerde en slaaf, een slachtoffer van de revolutie. Vorige Volgende