De Gids. Jaargang 131(1968)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Carel Swinkels Astyanax In memoriam Gustave Asselbergs Ik heb het altijd gezegd: de God van Kuit of Hom plukt tijdig de sterksten, hij wacht niet tot wij weten, hij plukt. Gustave is voor mij altijd de grote Franse jongen gebleven. Ooit in het Maashotel in Arcen liepen wij naar buiten het was die hele dag al koud geweest en wij liepen even en het vroor Gustave zei: Ik word een levensgrote schilder dat moet je goed onthouden. Gustave was in die jaren bezig met een moeilijke kruiswoordpuzzel Er staat Stedenbeschermer, zei hij en het begint met een A en het eindigt op een X - Dat lijkt, zei ik, op Astyanax alias Scamandrios, de zoon van Hektoor en Andromache - toen Troje teloor ging werd hij van de wallen gegooid - Dat is goed, zei Gustave het zijn acht letters en de vierde is een Y. Ik heb Gustave later nog ontmoet ondermeer in de Nijmeegse Hal van Kunst en Onnavolgbare Ellende Ik had te dier tijde drie tanken Sherry genuttigd, benevens twee gallons zij kwamen alle uit Jerez de la Frontera in Spain maar Gustave bleef mijn oude makker Ik heb dit pak geleend, zei hij en ik sta er even lekker bij als jij makker - Weet je nog wat ik je zei? En kom je eens naar Amsterdam? Op een briefje vond ik later 222 dat was het nummer. Simon Vinkenoog vertelde mij uitgerekend in de trein van Tilburg naar den Bosch dat het toch niet zo best was met die bult in het hoofd Er komt wel enige verlichting zei Simon, maar er zit een bult. Ik droom nog dikwijls dat mijn vrouw een zwarte jas aan had toen in Arcen in het Maashotel die hadden wij geleend van haar moeder. Gustave wilde toen alleen een schilder worden een levensgrote en God was met hem. Ik denk de God van Kuit of Hom die kijkt niet op een letter die ziet geen helden op de wallen hij plukt. Vorige Volgende