[Commentaar]
Dit nummer van De Gids, voornamelijk gewijd aan de situatie in de Westduitse Bondsrepubliek, geeft uiting aan een zelfde verontrusting als waarvan Karl Jaspers in zijn ‘Wohin treibt die Bundesrepublik?’ en het daarop gevolgde ‘Antwort’ (aan zijn critici) blijk heeft gegeven. Met kanselier Kiesinger, wiens benoeming door professor Jaspers als ‘een uitdaging’ werd beschouwd, kwam een man aan het bewind, die gedurende de twaalf jaar van Hitlers regime een dienstbaar lid van de N.S.D.A.P. is geweest. Daarmee was definitief uitgesproken, dat de N.S.D.A.P. géén misdadige organisatie was geweest, zoals het internationale gerecht te Neurenberg had gemeend. In een interview met de Israëlische Yedioth Ahronath zei Kiesinger, dat hij zijn hoge functie op zich nam voor al zijn lotgenoten, om scheiding te maken tussen gewone leden en misdadigers. ‘Eén man moest dit eens doen voor alle Duitsers die in dezelfde situatie verkeren, opdat des te scherper de grens wordt getrokken ten aanzien van de misdadigers.’
De ‘goede Hitlerianen’ hebben het vertrouwen verkregen van christen-democraten en sociaal-democraten, en de gewezen emigrant Willy Brandt heeft zich verzoend met de gewezen nationaal-socialist Kiesinger. Wat betekent dit, twintig jaar na Hitlers nederlaag? Deze vraag is nog niet beantwoord. Het feit echter dat de katholieke nationalist Franz-Josef Strauss tot hun kabinet behoort, geeft wellicht een aanwijzing, onderstreept door de successen van de Nazionaldemokratische Partei Deutschlands: het ‘nationale bewustzijn’ is teruggekeerd. In november zei Strauss, dat het succes van de N.P.D. ‘een antwoord (was) op de jarenlange verguizing en bespotting van de Bondsrepubliek, een antwoord op de jarenlange methode om alles wat Duits is en wat nationaal heet door de modder te halen’. En deze regering heeft besloten te blijven weigeren de Poolse westgrens te erkennen; het verdrag van München als legitiem te beschouwen; en geen afstand te doen van het recht op medezeggenschap over kernwapens.
Bij een opinieonderzoek in maart getuigde zestig procent der ondervraagde Duitsers van sympathie voor Kiesinger. Vandaar de verontrusting, waarvan een aantal bijdragen in dit nummer getuigen. - (Co)
|
|