Dichters in dit nummer
ALETTE BEAUJON. Geb. 1934 op Curaçao Studeerde psychologie te Chicago en Amsterdam. Woont thans in Valencie (Venezuela). Publiceerde poëzie in Antilliaanse Cahiers.
J. BERNLEF (pseudoniem van H.J. Marsman) Geb. 1937. Mederedacteur van Barbarber. Publiceerde de dichtbundels Kokkels (1960), Morene (1961), Dit verheugd verval (1963) en Ben even weg (1965); de verhalenbundels Stenen spoelen (1960) en Onder de bomen (1963), de novelle De overwinning, het verslag van een nederlaag (1962), en de romans Stukjes en beetjes (1965) en Paspoort in duplo (1966). De interviews die hij met K. Schippers in De Gids publiceerde, verschenen vorig jaar in boekvorm onder de titel Wat zij bedoelen.
MAX CROISET. Geb. 1912. Toneelspeler-regisseur. Publiceerde de dichtbundels Tekentekst (1959), Zeekant (1960), Gezien (1961) en Inzicht (1963); voorts de toneelstukken Oidipoes en zijn moeder (1950), De medeplichtigen (1957) en Amphitryon (1957); de studie De alchemie van het ik (1946), het verhaal Het petitionnement (1950) en de roman Het dagboek van een aapnootmiezer (1963).
CHR. J. VAN GEEL. Geb. 1917. Schilder en dichter. Publiceerde Spinroc en andere verzen (1958). Kleinzoon van C.J. van Geel, de auteur van de bundel Bij de kruising (1941).
W. HUSSEM. Geb. 1900. Schilder (Jacob Marisprijs in 1952, 1955 en 1958) en dichter (Jan Campertprijs in 1965). Publiceerde de bundels De kustlijn (1940), Uitzicht op zee (1941), Steltlopen op zee (1961), Acht gedichten (1962), Motet (1963), Lente in de herfst (1963), Lessen in luchtdruk (1965) en Schaduw van de hand (1965). Voorts de studie Het Paascheiland (1942). In voorbereiding de bundel Voor twee scharren blauwbekken.
PIERRE KEMP. Geb. 1886. Dichter. In 1953 verscheen Een bloemlezing uit zijn kleine liederen, samengesteld door Adriaan Morriën. Voornaamste bundels daarna: Engelse verfdoos (1956), Vijf families en één poederblauw (1958), Emeritaat (1959), Garden, 36, 22, 36 inches (1959) en De incomplete luisteraar. De sieraden (1961).
CEES NOOTEBOOM. Geb. 1933. Als columnist verbonden aan De Volkskrant. Publiceerde de romans Philip en de anderen (1955) en De ridder is gestorven (1963), de verzenbundels De doden zoeken een huis (1956), Koude gedichten (1959), Het zwarte gedicht (1960) en Gesloten gedichten (1964), de verhalenbundel De verliefde gevangene (1958), het toneelstuk De zwanen van de Theems (1959) en de bundels columns Een middag in Bruay (1963) en Een nacht in Tunesië (1966).
A. ROLAND HOLST. Geb 1888. Was van 1920 tot 1934 redacteur van De Gids. Publiceerde in 1948 zijn Verzamelde werken in vier delen. Laatste bundel: Aan prinses Beatrix (1966).
LEO VROMAN. Geb. 1915. Bioloog in New York (dissertatie Utrecht 1958: Surface contact and thromboplastin formation). Publiceerde in 1960 zijn verzameld proza in één deel: Tineke, De adem van Mars en Snippers, en in 1964 zijn verzamelde poëzie onder de titel 126 gedichten. Laatste bundel: Almanak (1965).