[Commentaar]
Enige tijd geleden werd Lodewijk Prins schaakkampioen van Nederland, en onmiddellijk daarop begon de grootmeester Donner hem op de sportpagina's van Elseviers en De Tijd uit te schelden voor alles wat mooi en lelijk is, en daagde hem op vernederende voorwaarden uit tot een tweekamp. Prins antwoordde niet. Donner, zou men kunnen zeggen, staat mat. Men noemde hem onsportief. Dat is een lelijk verwijt voor iemand van de sportpagina.
Met deze affaire is niet in de eerste plaats ‘het aanzien van het nederlandse schaak’ in het geding gekomen, maar vooral de status van het schaken zelf. Is het eigenlijk wel een sport? Van Dale zegt over ‘sport’: ‘ontspanning, inz. in de open lucht, die vaardigheid en kracht vordert en bevordert, zoals roeien, fietsen, zwemmen, schaatsenrijden, voetballen enz.’ Aangezien men ook het verplaatsen van stukken nog door anderen kan laten doen, is het zelfs geen ‘zaalsport’ te noemen, maar het is - om een terminologisch onding als ‘denksport’ voorbij te gaan - natuurlijk een ‘spel’, waarover Van Dale zegt: ‘bezigheid die zonder enige praktische doelstelling, alleen om haars zelfs wil, tot vermaak of ontspanning wordt verricht’.
‘Voetbalspel’ slaat op het theoretisch geheel van regels: de beoefening ervan is ‘voetbalsport’. ‘Schaakspel’ daarentegen betekent zowel het geheel van regels als het beoefenen ervan - en ook nog het bord en de stukken.
Daarmee hoort het schaken van de sportpagina's te verdwijnen. Waarheen? Naar de kunstpagina? Een besliste partij kan niet met fatsoen een artistiek produkt genoemd worden. Nog het meest lijkt het op het ‘produkt’ uit de wiskunde: er is een uitkomst. Daarmee is de wetenschapspagina voor het schaken aangewezen.
Met deze gedachtengang krijgt de Nederlandse Sportfederatie gelijk, die het schaken nooit als sport heeft willen aanvaarden; maar tegelijk dient nu de Stichting voor Z.W.O. haar taak te begrijpen.
Zoekt men ten slotte in de ‘ludieke’ sfeer naar een pendant voor ‘sportief’, dan vindt men alleen een adekwate term voor het negativum: ‘spelbreker’. Geven wij daartegenover de term ‘speels’ een sterkere betekenis, dan kan van de recente schaakrel gezegd worden: Donner is onsportief maar speels, Prins sportief maar spelbreker. - (Mu)
|
|