De Gids. Jaargang 128(1965)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 114] [p. 114] Hans Andreus Gedichten Als mens kan je gaan zitten. Opgedragen aan de groenteman van Aadje Velthoen Ik herhaal mij in mijn vlees: de minutieuze kloppende twijgen van de verborgen boom van het bloed; spinrag van lymfe; knopen van klieren; de pompende longen: het tweelingpaar sponzige balgen: twee, drie seconden in-, twee, drie seconden uit- ademen: het duidelijkst bewijs van bestaan. En alle zeven jaren een nieuwe huid. Als mens kan je gaan zitten. Als lichaam niet. Ik snap niet dat je niet bang wordt van die vlezige beweeglijke wereld met altijd weer een razende electronica hoog in het hoofd. Maar als mens kan je gaan zitten. Je hebt het druk genoeg. En buitenop de huid staat ook al genoeg geschreven: rimpelschrift, wartaal van leven tussen bulten van dood. Als mens kan je gaan zitten en praten met je eigen. Het lichaam heeft geen deelgenoot behalve de dood en die houdt van zwijgen. Huis Het is een vreemde goedige woning, dit huis van vlees, een edelmoedig tehuis voor vreemdelingen. Je woont er warm, richt je er zonder nadenken in, raakt er thuis, leeft ermee, doet ermee, tot je bijna niet meer weet dat je er woont. Maar het blijft een vreemde goedmoedige woning: denk het je in: hier woont een mens. Romance Toen het nog tamelijk snelle dier verlangzaamde en bedierf, duizend maal duizend jaar lang stierf in de mensen, toen bleef ons alleen nog over een tiental jaren terloopse tovenarij: de wereld fantastisch zo heel gewoon dat een kind gewoon het kon zien. Een tiental jaren, minder misschien, zien dat alles uiteengevallen zonder verschil is. Zo het kind zijn ogen. Tenminste volgens het enige oog, en dat nog halfblind, van de tronende koning herinnering. [pagina 115] [p. 115] Antimaterie In de andere wereld van Dirac, dat spiegelheelal van energie, moet mijn heldere schaduw nu rondlopen, Trouwens, daar spiegelt zich of schittert met schaduw ieder insekte-oog iedere vogelvleugel, iedere cel en elk kristal. Of deze uitgebreider hypothese: wij kunnen de tegendelen ofwel beschouwen als antimaterie, de vertrouwde richting volgend van verleden naar toekomst, ofwel als normale materie, gaande van toekomst naar verleden, tegen het voor zich uit kijkende denken in. Waarbij ik vaak juist die andere kant op denk. Dan vind ik woorden die ik niet kan zeggen, maar wel veel vrolijker en rustiger. Voor liefhebbers van paarden Hij staat er toch weer mooi tussenin, de mens, tussen de macro en de micro en er is goede hoop dat hij nog eens golf met deel zal verzoenen binnen vanzelfsprekend een mooi geheel. Hij staat er mooi tussenin gewoon al qua grootte. Maar waarom dan niet een (niet ongewoon groot) paard? Vorige Volgende