Dichters in dit nummer
c. buddingh'. Geb. 1918. Debuteerde in 1941 met de bundel Het geïrriteerde lied. Zijn gorgelrijmen verschenen in 1960 in een verzamelbundel, getiteld Het mes op de gorgel. Verdere bundels: West Coast (1959) en Zo is het dan ook nog weer eens een keer (1963).
jac. van hattum. Geb. 1900. Debuteerde in 1932 met Baanbrekertjes. Verzamelwerken: Verzamelde gedichten (1954) en Sprookjes en vertellingen (1955). Een keuze uit deze laatste bundel verscheen in 1962 onder de titel De kleine danseres. Dit jaar verschenen De veertjes niet meegerekend en andere verhalen en de novelle De Ketchupcancer.
m. mok. Geb. 1907. Publiceerde enige romans en een groot aan tal bundels gedichten, waaronder Kaas- en broodspel (1938) Stormen en stilten (1956), Gedenk de mens (1957) en Vuurmerken (1960).
a. roland holst. Geb. 1888. Was van 1920 tot 1934 redacteur van De Gids. Zijn Verzamelde werken in vier delen verschenen in 1948. Recente dichtbundels: Onder koude wolken 1962) en Onderhuids (1963).
bob den uyl. Geb. 1930. Debuteerde eind 1960 in Gard Sivik. Publiceerde in 1963 de verhalenbundel Vogels kijken.