De Gids. Jaargang 126(1963)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 373] [p. 373] Jan Wit Voorlopig program Voor Joop Oskamp Wat ik wil zeggen is het oudste, het jongste, dat van altijd, dat van zelden of nooit. Wat ik wil zeggen is overal, nergens gebeurt het. Niet: stapelwolken aan de einder of donderslagen bij heldere hemel, maar: ongeziene regen over het algemene gras. Het eenzaamste geluid in de stilte en toch het fijnst verdeelde. Wat ik wil zeggen is het hoogste, het dichtst-bij-de-grondse, wat ieder weet en al lang is vergeten. Wat ik wil zeggen is het diepste, het drijft aan de oppervlakte. Geen mens die zijn leven wil geven voor zijn leugen, zijn waarheid, zijn vrienden; maar een mens die zijn dood kan nemen en schuiven de dagen door voor zich uit om 's nachts te worden geboren. Wat ik wil zeggen is het gewaagdste, het alleronschuldigste. Wie zichzelve de hand drukt heeft het gevonden, heeft het verspeeld. Wat ik wil zeggen is het gewoonste, tot ieders verbazing. [pagina 374] [p. 374] Niet over ja en nee van de vrouw en de man op leven en dood; maar over de jongen en het meisje die elkander in het donker vast moeten houden, omdat zij bang zijn, omdat zij blij zijn. Ik hoef mijn mond maar open te doen en ik heb het miszegd als nooit meer. Ik hoef mijn lippen maar te sluiten en ik heb het verzwegen als steeds. Wat ik wil zeggen is lang geleden, is heden op handen. Het is meer gelijk dan eigen en toch: wat ik wil zeggen is het naaste, het niet bestaande voorgoed wat ik wil zeggen. Vorige Volgende