vraagstukken die voorlopig volkomen compromisloos zullen moeten worden behandeld. Mee-regeren in dit stadium zou betekenen dat concessies zouden moeten worden gedaan, en een van de eerste offers zou zeker ter linkerzijde moeten worden gebracht. Het is, hoe gek dat ook moge klinken, daarom in het voordeel van iedereen die wil aansturen op een radicale oplossing van de nationale en internationale vraagstukken, dat in de komende periode rechts aan het bewind blijft. Het zal de eenheid van links alleen maar ten goede komen.
Dat is te meer van belang, omdat in de periode voorafgaande aan de verkiezingen duidelijk is gebleken dat er een sterke reactionaire ontwikkeling gaande is. Vrijwel alle splinterpartijen die zich aanmeldden, bleken beginselen te aanvaarden waarmee iemand die uit is op het verwerkelijken van socialistische idealen, maar matig kan leven. Het lijkt erop, dat grote groepen van het Nederlandse volk een redenering aanhangen in de trant van: en nu is het mooi geweest, en moet het maar uit zijn. Heette het honderdvijftig jaar geleden, in 1813, ook al niet: de oude tijden keren weerom?
Wat oud is en wat nieuw was in april voor velen een wat verwarrende vraagstelling, toen in de Tweede Kamer de Nederlands-Duitse overeenkomst werd goedgekeurd die de legering van Duitse troepen op Nederlands grondgebied regelt. Het schijnt, gezien tegen de achtergrond van de nato-verplichtingen, een onontkoombare zaak te zijn. Maar als men het westerse bondgenootschap in zijn tegenwoordige vorm discutabel stelt, gaat men er anders over denken. Dat heeft niets te maken met communistofilie, net zomin als trouw aan de nato noodzakelijkerwijs moet worden herleid tot fascistoïde beginselen. Waar het om gaat, is dat men er over de praktische politiek verschillende inzichten op na kan houden. Het enige wat dan nog verder gezegd kan worden is dat communisten zich in zo'n dispuut doorgaans ontpoppen als tegenstanders van de nato, terwijl oude en nieuwe nazi's zich onder de voorstanders blijken te hebben geschaard.
De oude nazi's moeten in deze kroniek ook nog worden gememoreerd, omdat de Weense justitie in de tweede week van april een der sleutelfiguren van de jodenvervolging in Nederland, Erich Rajakowitz, arresteerde. De man bleek in Milaan te zijn opgespoord door ir. Simon Wiesenthal, de directeur van het joods documentatiecentrum in Wenen. Hij vluchtte naar Zwitserland, vertrok vandaar naar Beieren, en meldde zich ten slotte in Oostenrijk. In Beieren had hij nog een onderhoud met zijn vroegere superieur, Wilhelm Harster. Harster was in Nederland enkele jaren chef van de S.D. In Beieren bekleedde hij een niet onaanzienlijke ambtelijke functie. Hij heeft die inmiddels moeten neerleggen, de Nederlandse verklaring dat hij een correct vertegenwoordiger van een incorrect regime is geweest, ten spijt. Na het bekend worden van Rajakowitz’ arrestatie werd van verschillende kanten de