als dat zo uitkomt, bereid is het belang van een groep waarmee ze toevallig verbonden is, als doorslaggevend argument te hanteren. Veel vertrouwen in de onafhankelijkheid van ons parlement zal de toeschouwer daardoor niet zijn geschonken. Nog iets: Voordat precies bekend werd wie er allemaal voor een vergunning in aanmerking wensten te komen, is door verschillende kranten, die ook belangen bij de zaak bleken te hebben, nogal wat geheimzinnigheid betracht. De lezer zal toen in veel gevallen hebben geconcludeerd dat die terughoudendheid werd ingegeven door de vrees dat de eigen positie in gevaar zou kunnen worden gebracht. En dat is dan een tweede vervelend bijverschijnsel van de affaire. Want de opvatting zou wel eens populair kunnen worden, dat kranten, als zij ergens zakelijk bij zijn geïnteresseerd, het niet ook zo erg nauw nemen met hun onafhankelijkheid; meer toegespitst: getwijfeld kon worden aan het beweerde streven om zo openhartig mogelijk informatie te geven.
De kranten kan geen terughoudendheid worden verweten in die andere maartse gebeurtenis, die ook al van alles met televisie te maken had. Een massaal heen en weer geschrijf ontstond toen op een gegeven ogenblik de regering dreigde dat zij de uitzending van een interview met George Bidault onmogelijk zou maken. De K.R.O. was van plan een filmpje te vertonen, waarop een gesprek was vastgelegd dat een medewerker van de B.B.C. met de opponent van generaal de Gaulle in Londen had gehad. De regering vreesde dat het Franse staatshoofd zich daardoor gekrenkt zou voelen, en besloot dus dat de vriendschappelijke betrekkingen in gevaar waren. Om de kwestie wat meer gewicht te geven sleepte zij er de veiligheid van de staat bij, en ook de openbare orde. In een later gehouden kamerdebat, waar de regering van de meerderheid ongelijk kreeg, benadrukte de heer De Quay dat men die begrippen niet al te eng moet interpreteren. Dat zal dan wel zo zijn, maar het kabinet vatte ze in ieder geval veel te ruim op.
Niet alleen daarover kon men zich verbazen. Even merkwaardig mocht heten de betekenis, die de regering wenste te geven aan preventie en repressie in het overheidsingrijpen in de sector van de vrije meningsuiting. Zij was van plan geweest om, als de K.R.O. de uitzending van het t.v.-gesprek had laten doorgaan, de verbinding tussen studio en kijker te verbreken. De K.R.O. heeft het daarop niet laten aankomen, en gelastte de vertoning af. Dat is jammer, want het zou interessant geweest zijn om te zien, hoe de regering zich uit de dan ontstane situatie had gered. Maar goed, over de principiële merites kon toch worden gesproken, omdat het kabinet met het ‘omdraaien van de knop’ had gedreigd. Die handeling zou zijn verricht enkele minuten nadat de uitzending was begonnen. En in die enkele minuten wachttijd school volgens de regering dan het repressieve karakter van haar ingrijpen. Als zij niet zou hebben gewacht, en domweg op de in het