houden als bijdrage tot het Studium generale. Van die doelstelling draagt de behandeling nog duidelijk de sporen. Er is kennelijk gedacht aan lezers van behoorlijke ontwikkeling, die in hoofdzaak nog vóór het leven staan; maar het zal niet minder welkom zijn aan allen die belangstelling koesteren voor een der belangrijkste kanten van het menselijke bestaan en een open oog hebben voor de waarde, ook nog heden ten dage, van de antieke beschaving. Achtereenvolgens worden behandeld: Het spel der ogen; In het huwelijk; Buiten het huwelijk; Teleurgestelde liefde; Wat zeggen de moralisten ervan?; Voor de vierschaar der historie.
Over dergelijke zaken kan men alleen goed spreken en schrijven, wanneer men de kunst verstaat, zowel de Scylla der grofheid als de Charybdis der preutsheid te vermijden. Hierin is de schrijver uitnemend geslaagd. Het beeld dat hij schetst, is levendig, afwisselend, aanschouwelijk en, binnen de gestelde grenzen, volledig. Hij weet telkens de theoretische beschouwingen te staven met treffende, en daardoor doeltreffende, verhalen en anekdoten. Hij schrijft duidelijk en goed, zodat men steeds geboeid blijft, en aan het einde is voor men het weet. Op bladzijde 74 is door den zetter bij de revisie een fout gemaakt, zodat de bovenste regel de onjuiste herhaling is van den eersten regel der volgende alinea. De schrijver deelde mij, op mijn verzoek, mee, dat de gehavende zin moet luiden: ‘...toen Pericles' wet enigszins in het vergeetboek was geraakt. Misschien heeft het Pericles later ten zeerste verdroten, dat enz.’ Als kleine aanmerking noteer ik even, dat voor het begrip ‘hekeldicht, smaadschrift’ de spelling satire juister is dan satyre (bij voorbeeld blz. 130).
B.A. van Groningen
Boeken van redacteuren worden niet besproken; daarom kondigen wij hier slechts de verschijning aan van:
Ed. Hoornik, De dubbelganger. Mattheus, Geboorte, Requiem, De dubbelganger, Achter de bergen, Nederland. Ooievaar 165. - Bert Bakker/Daamen N.V., Den Haag, 1962. 160 blz.
Ed. Hoornik, Over en weer. Beschouwingen over poëzie. Ooievaar 166. - Bert Bakker/Daamen N.V., Den Haag, 1962. 176 blz.