Medewerkers aan dit nummer
j.m.m. aler. Geb. 1910. Sedert 1956 hoogleraar Duitse letterkunde te Leiden. Publiceerde o.m.: Im Spiegel der Form (1947), Inleiding tot de vroege Duitse letterkunde (1953), Een bundel asfodelen (1955), De sluier der poëzie (1956) en De functie van de literatuur in onze tijd (1962).
bernardo ashetu. (ps. van H. van Ommeren). Geb. 1929 in Paramaribo. Voer als marconist tussen de eilanden en het vasteland in de Caribische Zee. Thans werkzaam bij Radio-Holland in Den Haag. Debuteerde als dichter in Antilliaanse Cahiers.
ad den besten. Geb. 1923. Sinds 1950 redacteur van de poëziereeks De Windroos. Maakt deel uit van de redactie van Wending en neemt actief deel aan de vernieuwing van het protestantse kerklied. Publiceerde o.m. de dichtbundels Dubbel leven (1946), Verleden tijd (1950), Tegen mijn verlies (1957); en de bloemlezingen Stroomgebied (1954), Dichters van morgen (1958) en Deutsche Lyrik auf der anderen Seite (1960).
jan g. elburg. Geb. 1919. Leraar ruimtelijke compositie aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs te Amsterdam. Een der drie Nederlandse dichters van de Cobra-groep. Publiceerde o.m. de dichtbundels Laag Tibet (1952), De vlag van de werkelijkheid (1956), Hebben en zijn (1958), Praatjes kijken (1960) en Drietand (1960).
burny every. Geb. 1939 op Aruba. Aldaar werkzaam bij het onderwijs.
martin j. klein. Geb. 1924. Hoogleraar in de natuurkunde aan het Case Institute of Technology te Cleveland (Ohio). Zijn in dit nummer opgenomen artikel over Ehrenfest wordt gelijktijdig in het Engels-talige tijdschrift Delta gepubliceerd.
han lammers. Geb. 1931. Studeerde enkele jaren theologie en werd daarna journalist. Thans als redacteur verbonden aan het Algemeen Dagblad. Van 1959 tot heden lid van de redactie van Podium.
gabriël smit. Geb. 1910. Journalist. Lid van de redactie van Roeping. Voornaamste dichtbundels: Ternauwernood (1951), Geboorte (1952), Ik geloof (1957). Publiceerde voorts in 1952 een volledige berijming van de psalmen.