De Gids. Jaargang 125(1962)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 419] [p. 419] Bernardo Ashetu Gedichten Santos En iedereen vroeg mij of Santos lag zo ver, of de vele vruchten van koffie waren glad of waren grof, of de kinderen van Santos waren als de koffiebonen bruin. - Santos, was mijn antwoord, Santos is ver, glad is de vrucht van de koffie, en als koffiebonen zijn er de kinderen bruin. Santos in de zon, zo ging ik verder, heet ligt Santos tegen 't groene oerwoud aan. Santos is een hart, besloot ik, 't hart van een vrouw; Santos is een ziel, de ziel van een man en boven is altijd, altijd is boven Santos Santos de hemel blauw. [pagina 420] [p. 420] Salonijs Ik ben mijnheer Salonijs. Mag ik mij aan u voorstellen? Kijk, ik ben mijnheer Salonijs, kinderen vreten aan mijn hart. Dat maakt mij zo moe en ik raak op. Grote God, ik raak op. Dood Zoals ik je zei van die zeilboot we blijven niet eeuwig jong, ik viel om om en om in bladeren schrikwekkend rood. En zoals ik je zei van die zeilboot zijn de matrozen bleek ze zijn bleek ze zijn dood [pagina 421] [p. 421] Waaks Twee gekruiste dolkmessen achter de deur om 's nachts de duivel eruit te houden en de bijbel ligt onder 't kussen. Woest is de wind in de mond van de apostel nu hij dit waakse wonder aanschouwt. Weemoedig Het was in deze winter dat de neger met zijn lange rode mond mij zijn bananen aanbood. De barre besneeuwde weg waarop hij eindeloos voortsjokte, had hij volgestrooid met miljoenen blokjes ananas. En toen ik hem betaalde met een schitterend stukje tropenzon, lachte hij zacht en zeer weemoedig. [pagina 422] [p. 422] Breng bloemen Zo sprak de wind zo het water en zo donker waren de wolken nooit geweest. Een witte vogel vloog schichtig, vloog opgejaagd, vloog dronken naar de kust terwijl de jongeling op het kermende schip haastig schreef, breng bloemen, schreef hij, breng bloemen naar het graf van die er niet meer is. Vorige Volgende