‘Een gelogen verhaal’
In zijn hoedanigheid van secretaris der directie bij de D.A.F. heeft W.R.A. van Ekelen op 19 juli 1962 een brief gericht aan prof. mr. W.H. Nagel, waarin hij schrijft over ‘een gelogen verhaal van Antoon Coolen’. Deze brief is bij zijn medeweten en met zijn instemming openbaar gemaakt in enkele dagbladen. De uitdrukking ‘een gelogen verhaal van Antoon Coolen’ is hierna overgenomen in talrijke kranten. Het schijnt, dat het openlijk gebruik van deze uitdrukking niet strafbaar is voor de wet. Antoon Coolen is overleden op 9 november 1961 te Eindhoven in Noord-Brabant.
Het is niet aannemelijk te maken, dat tot W.R.A. van Ekelen in zijn hoedanigheid van directie-secretaris bij de D.A.F. op 19 juli 1962 nog geen bericht was doorgedrongen over de dood van Antoon Coolen. Hij beschuldigde dus op die datum een overleden Nederlands schrijver, in de wetenschap, dat deze schrijver zich niet meer persoonlijk zou kunnen verdedigen tegen de uitgebrachte beschuldiging. Hij deed dit in zijn hoedanigheid van directie-secretaris bij een groot industriebedrijf. De verantwoordelijkheid voor de beschuldiging berust derhalve mede bij de directie van dit grote bedrijf. Haar secretaris heeft deze beschuldiging qualitate qua gepubliceerd in de dagbladpers. Deed hij dit buiten verantwoordelijkheid van de directie, dan had zijn ontslag op staande voet bekendgemaakt moeten zijn.
Nu de beschuldiging tegen de overleden romanschrijver Antoon Coolen openbaar is afgedrukt, wordt het een erezaak voor de letterkundigen in ons land, die zonder uitzondering kunnen getuigen dat Antoon Coolen een door en door eerlijk man was, deze beschuldiging te laten onderzoeken tot op de allerlaatste decimaal van de waarheid. Zou blijken, dat in ons land het industriebeleid omwille van een of ander zakenbelang straffeloos de goede naam mag aantasten van een overleden schrijver, dan deugt er iets niet in ons rechtsbestel.