De Gids. Jaargang 125(1962)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 316] [p. 316] H.L. Leffelaar gedichten zonnebaden in Florida met blikken tanden graast de zon hoorbaar op de oceaan drijft een vetvlek licht in Florida met 1000 ruiten en meer nog licht en meer nog zand de bootjes als torren vretend aan de kust de stemmen beluisteren mijn vreemdelingschap door mijn oogharen de veren van gestileerd tropisch gewas het schijnblauw aan mijn voeten de handen afzonderlijk bedlegerend in elders lig ik hier doodstil als een prooi [pagina 317] [p. 317] ‘Deep South’ huizenhoog staat de bloedangst kammen van angst in de lucht en die de grote angstogen hebben lopen zwaar en wijd geschouderd het ras als een bit tussen de tanden, de hoop als een tiara op het hoofd maar de brede voeten drukken een molto allegretto spoor in de bloedrode klei van het laatste zuiden een mene tekel voor de padvinders [pagina 318] [p. 318] zuidelijke zomer zes weken staat de zomer het gras bloeit hoog en onwijs iedere middag vragen de negerjongetjes met tuitlippen: suh, gras knippen? leunend met hun kin op de hark wiebelend op hun benen als planten hun handen vruchtrood van binnen waar nog gebloosd kan worden later scharrelen ze als kippen door de tuin en zingen met stemmen waarin de zomer glanst en het gras legt zich berustend om hen neer [pagina 319] [p. 319] namiddag in een negerbuurt de droogte! ongelofelijk het hete zweet een gravure van cacteeën i.p.v. perziken, maïs; de vreemd rode nagels van negers zijn aandoenlijke pastiches van een verpletterd geheugen balkonnetjes van houten huizen in de zon verpulveren langzaam loogzeeppotten wapperend as vult de groeven van wegen verder weg de rookpluim van een gospelsong maar van onder de stoffige bomen vangt een wassend tij van schaduw aan Vorige Volgende